Binnenland

Darwinisme als catechismus van het atheïsme

Zijn boeken bleven in orthodox-christelijke kring niet onopgemerkt. Zeker zijn tweede boek niet, ”Met andere ogen. Over wetenschap en het zoeken naar zin” (1994) - waarin hij onder andere de claims van het darwinisme aan een zeer kritische analyse onderwerpt. Elf jaar later is de thematiek die de Delftse natuurkundige prof. dr. ir. A. van den Beukel toen aansneed, opnieuw actueel. Hoe kijkt hij aan tegen het huidige debat rond ID?

A. de Heer
1 July 2005 19:57Gewijzigd op 14 November 2020 02:43
Prof. dr. ir. A. van den Beukel (72): „De uitéíndelijke aanleiding tot de huidige discussie ligt toch in mijn boek ”Met andere ogen”. Want het was het hoofdstuk over evolutie daarin dat Cees Dekker de ogen heeft geopend. Ik ben erg trots op hem.” Foto R
Prof. dr. ir. A. van den Beukel (72): „De uitéíndelijke aanleiding tot de huidige discussie ligt toch in mijn boek ”Met andere ogen”. Want het was het hoofdstuk over evolutie daarin dat Cees Dekker de ogen heeft geopend. Ik ben erg trots op hem.” Foto R

Eén ding is zeker: Intelligent Design heeft de tongen wel losgemaakt. Elf jaar geleden bleef het stil, volstrekt stil. „Althans, van darwinistische zijde”, zegt de inmiddels 72-jarige emeritus hoogleraar in zijn woning in Pijnacker. „In mijn boek ”Met andere ogen” heb ik één hoofdstuk gewijd aan de evolutietheorie. Toen het uitkwam, dacht ik: Nu breekt er een reuzerel uit. Maar ik hoorde niets dan absolute stilte. De enige reacties die ik kreeg, kwamen uit orthodox-christelijke kring. En die waren positief.”

Hij sprak er ooit zijn bevreemding over uit tegenover iemand uit darwinistische hoek. „Die zei: Beschouw het als een compliment. Normaal is het zo dat als je het darwinisme ook maar enigszins in twijfel trekt, ze vervolgens met z’n allen over je heen vallen en je afmaken op het kleinste foutje in je redenering. Als ze je doodzwijgen, is dat dus een compliment.”

Cees Dekker
Recent barstte de discussie alsnog los. De aanleiding was een „puur toevallige”, stelt prof. Van den Beukel vast. „Mevrouw Van der Hoeven van Onderwijs zet een stukje over het gesprek dat zij had met Cees Dekker over ID op haar weblog, en pleit naar aanleiding daarvan voor een debat over schepping en evolutie. Ronald Plasterk, darwinist in optima forma, gaat er vervolgens tegen tekeer in het tv-programma Buitenhof. Een fraaiere reclame is nauwelijks mogelijk.”

Maar, zegt hij, „de uitéíndelijke aanleiding tot deze discussie ligt toch in ”Met andere ogen”. Want het was dat ene hoofdstuk over evolutie dat Cees Dekker de ogen heeft geopend. Eigenlijk behoort hij dus tot de tweede generatie. Ik ben erg trots op hem.”

Bedroevend
Met de manier waarop het debat op dit moment verloopt, is Van den Beukel bepaald niet gelukkig. „Bedroevend”, zegt hij. „Beneden alle peil. Men lijkt zich op geen enkele manier in onze argumenten te willen verdiepen.”

„Neem de recensie in dagblad Trouw van ons boek ”Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp?” (waarvoor hij het hoofdstuk ”Darwinisme: wetenschap en/of ideologie?” schreef, AdH). Ik wil wedden dat de recensent er geen bladzijde van heeft gelezen. Hij gaat op niet een van onze argumenten in.”

Desondanks vindt het boek gretig aftrek. Juist vorige week zag de derde druk het licht.

Enig idee wie het zoal kopen?
„Nee, eigenlijk niet. Maar ik denk dat het vooral geïnteresseerde christenen zijn.”

Geen creationisten
Graag wil prof. Van den Beukel onderstrepen dat „niemand” van de vijftien auteurs van het boek creationist is, althans niet in de klassieke zin van het woord. In zijn eigen bijdrage distantieert hij zich nadrukkelijk van deze „wetenschappers uit de fundamentalistisch-christelijke hoek.”

„Mijn moeite met het darwinisme vloeit niet in de eerste plaats voort uit mijn geloofsovertuiging”, zegt hij. „Ik was destijds verbijsterd als wétenschapper, en dáárom schreef ik ”Met andere ogen”. Welke wetenschappelijke basis hebben uitspraken als die van Stephen Jay Gould, dat de mens een schitterend ongeluk is? Dat wilde ik onderzoeken.”

Intelligent Design is een wetenschappelijk voorstel, stelt Van den Beukel. „Als je de geschriften van ID’ers als Philip Johnson, Michael Behe en William Dembski leest, komt daar de Naam van God of het woord Schepper niet in voor. Het enige wat ze zeggen is dat bepaalde processen onmogelijk door toeval kunnen zijn ontstaan, via het darwinistische mechanisme - en het klassieke voorbeeld is dan de „rotatiemotor” die de zweepstaart van een bacterie aandrijft. Daar móét een ontwerp achter zitten. Maar op het moment dat je dat hier inbrengt in het debat, word je voor creationist uitgescholden. En is men weer van je af.”

Een ontwerp veronderstelt een ontwerper. Een Ontwerper.
„Misschien wel. Niet iedereen is daar zo zeker van - zie de bijdrage van Ronald Meester in ons boek. Al moet ik zeggen dat ik hem op dit punt niet helemaal kan volgen. Maar er zijn ook wetenschappers, onder wie ikzelf, die menen dat de feiten zo duidelijk wijzen op een intelligent ontwerp, dat ze daaruit de conclusie trekken dat er ook een ontwerper moet zijn. En persoonlijk denk ik dan aan de christelijke God. Maar ik zeg er meteen bij: dat is een interpretatie die subjectief is.”

Het creationisme komt er in het boek niet best van af. Prof. Dekker spreekt van een „semi-wetenschappelijke theorie.” ID is „geheel wat anders”, schrijft hij. Vanwaar toch die weerstand?
„Het creationisme beroept zich op een bijbelopvatting die wij niet delen. Het is inmiddels behoorlijk solide bewezen dat de aarde zo’n 4 miljard jaar oud is. Daarin komen wij ook overeen met de grote meerderheid van de wetenschappers.”

Uitzinnig
Als het debat van dit moment prof. Van den Beukel van één ding opnieuw heeft overtuigd, is het dat het darwinisme voor veel mensen, en niet alleen wetenschappers, de rol van religie vervult. „Het darwinisme is de catechismus van het atheïsme, zo blijkt ook nu weer. En dat verklaart de uitzinnige reacties uit die kring. Want je mond valt echt open. Zo’n paneldiscussie in het NCRV-programma Rondom 10 van een paar weken terug bijvoorbeeld, met Piet Borst, Bakker van D66, Cees Dekker en Tineke Huizinga. Als je Borst en Bakker dan tekeer hoort gaan, denk je: Zo reageren mensen alleen als ze in hun diepste religieuze overtuiging worden geraakt. Het darwinisme is geen theorie meer, het is surrogaatreligie.”

Met nadruk: „Mijn leven lang heb ik hartgrondig de wetenschap beoefend. Ik durf te zeggen dat ik weet wat dat is. Maar binnen de kwantummechanica, mijn vakgebied, is er niet één wetenschapper die zal zeggen dat deze theorie het einde is van alle tegenspraak. Een theorie is falsifieerbaar, leerde Popper, is in principe te weerleggen. Einstein heeft tot zijn dood toe geweigerd te geloven dat de kwantummechanica het laatste woord zou hebben. Van de mechanica van Newton wisten we in de negentiende eeuw zeker dat die muurvast stond. Maar Einstein gooide ’m omver. Dat kán dus. Het zou zelfs kunnen dat we straks gedwongen worden te geloven dat de aarde toch 6000 jaar geleden en in zes dagen geschapen is. Maar kom je bij biologen van het slag Borst, dan hoor je: De evolutietheorie is een feit.”

De hoeveelheid bewijsmateriaal is overweldigend, zei prof. Borst tijdens het recente RD-debat in Utrecht.
„Onzin. Ik heb er in de jaren negentig maandenlang voor uitgetrokken om te onderzoeken of dat echt zo is. Het bleek overwegend gebakken lucht. We zijn, sinds Darwin, al 140 jaar bezig om overgangsvormen te zoeken tussen de verschillende soorten, waarvan er volgens hem talloze moesten zijn. Maar de vormen die er gevonden zijn, zijn op de vingers van één hand te tellen en bovendien stuk voor stuk omstreden.”

In zijn vakgebied, de klinische biologie, is de evolutietheorie volgens Borst onomstreden.
„Blufpoker. Al is het wel zo dat je het in wetenschappelijke kring niet hoeft te wagen om het darwinisme openlijk te bekritiseren. Dan loopt je onderzoeksbudget gevaar. Maar, ze zijn er wel, de critici. In ”Met andere ogen” citeer ik uit een artikel in Le Figaro, een Frans magazine, waarin een verslag stond van een biologenconferentie. Daarin kwam een hele rij vooraanstaande biologen aan het woord, die allemaal zeiden: Het darwinisme is voorbij.”

Darwin staat op zijn laatste benen, schreef u elf jaar geleden al. Het tegendeel lijkt het geval.
„Het darwinistisch bolwerk is sterk. Het is een kwestie van lange adem. Toch ben ik optimistisch. De waarheid zal zegevieren. En nu ga ik wat dicteren. Schrijf maar op: Niets heeft mij zozeer van de voosheid van het darwinisme overtuigd als de manier waarop darwinisten reageren op kritiek.”

Een groot probleem voor het darwinisme vormt de vraag hoe uit levenloze materie iets levends kan zijn ontstaan. Maar, de wetenschappelijke kennis daarover groeit met de dag, aldus Borst.
„Als er één stelling is die hij op geen enkele manier kan onderbouwen, is het deze. Alle verhalen die tot nu toe over het ontstaan van het leven zijn verschenen, zijn niets anders dan pure sciencefiction.”

Borst spreekt liever van ”Stupid Construction” dan van ”Intelligent Design”.
„Dat is nu een punt waar ik iets in zie. Als hij zegt: „Ja, als dit nu een intelligent ontwerp is, had ik het wel beter gekund”, dan denk ik: Dat zouden christenen hem in zekere zin na kunnen zeggen. Als je beweert dat de wereld waarin wij leven intelligent is ontworpen, en je ziet vervolgens al die pijn, al dat leed, dan ligt daar een probleem voor ieder die in God gelooft.

Doelt Borst meer op de structuur van de cel, dan moet ik hem op zijn woord geloven - ik ben geen klinisch bioloog. Maar dan denk ik wel: Wat een overmoed. De mens is nog nooit in staat geweest om iets te maken dat ook maar in de verste verten de verfijndheid van een levende cel benadert.”

Zouden we, als het gaat om de onvolkomenheid van deze wereld, aan de zondeval mogen denken?
„Ik wil daar ontzettend terughoudend in zijn. Nee, daar wil ik me niet over uitlaten. Ik weet niet goed wat ik op al die terreinen geloof.”

Een wat persoonlijker vraag: Hebt u zelf ooit geloofd dat de aarde 6000 jaar geleden in zes dagen is geschapen?
„Zeker. Ik ben geboren in de Gereformeerde Kerk. De synodale, zogezegd. In de jaren dertig, veertig, vijftig, was dat een puur orthodoxe kerk. En heel geleidelijk ben ik met ze meegegaan. Met ze meegegroeid.”

Heeft iemand als voormalig VU-bioloog prof. Jan Lever (die ook een bijdrage aan het boek leverde) daar een rol in gespeeld?
„Lever niet zozeer. Wel de Delftse studentenpredikant R. J. van der Veen, de latere voorzitter van de Nederlandse Zendingsraad. Ook de boeken van Kuitert hebben mij geholpen, dat wil zeggen van Kuitert tot tien jaar geleden, daarna ben ik afgehaakt. Kuitert heeft mij in die jaren geholpen om mij uit te leiden uit het diensthuis van de orthodoxie. Maar, ik ga nog steeds elke zondag naar de kerk. De Protestantse Kerk inmiddels.

Wat trouwens die 6000 jaar betreft: daarvan zei mijn vader al dat de zes dagen uit Genesis ook best tijdperken geweest kunnen zijn. Die ketterij verkondigde hij dus al. Maar ik moet zeggen: Dat geluid hoor ik inmiddels ook uit orthodox-christelijke hoek af en toe wel. Voor mij is dit echter niet meer de manier om uit de moeilijkheden te komen.”

Ziet u de orthodox-christelijke kring de Gereformeerde Kerken nog eens achterna gaan?
„Het dominosteeneffect, zeg maar. Ik heb daar niet zo’n zicht op. Maar aan mensen als Andries Knevel van de EO zie ik inderdaad dat er enige beweging in zit.”

In dit opzicht lijkt Intelligent Design soms meer een verleiding voor bijbelgetrouwe christenen dan dat het als breekijzer fungeert om de macht van het darwinisme te breken.
„Ik kan me daar niet zo veel bij voorstellen. Ik zou zeggen: Dat is jullie probleem. Zelf sla ik die beweging met voldoening gade. Ook ik ben mijn zekerheden kwijtgeraakt. En ik verwacht ook niet meer van de Bijbel dat hij mij zekerheden verschaft.”

Maar wat verwacht u dan nog wel van de Bijbel?
„Misschien dit: dat ik weet dat ik hier niet bij toeval ben. Dat God mij op deze wereld heeft willen hebben, dat Hij mij de weg wijst en mij het vertrouwen geeft dat het in de toekomst goed zal aflopen. Als je dat zekerheden wilt noemen, nou ja, misschien zijn het dat wel.”

Kunnen we in de toekomst nog andere publicaties van uw hand verwachten?
„Nee. Het is goed geweest zo. Ik was al niks meer van plan, maar toen werd me gevraagd een bijdrage te leveren aan het boek van Cees Dekker. En daarbij wilde ik het maar laten. Waarbij ik hoop dat ID in Nederland net zo veel voet aan de grond zal krijgen als in Amerika. Want daar is echt een strijd op hoog niveau aan de gang. En wie weet verliest het darwinisme het dan toch een keer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer