Solidariteit draagt gezondheidszorg
Liefdadigheid is een ’chari-markt’ geworden, ontwikkelingshulp een product en marktonderzoekers en organisatie- en communicatiedeskundigen adviseren kerken. Dr. R. Seldenrijk
gaat in op de gedachten achter deze ontwikkeling en de gevolgen voor de gezondheidszorg.
In Den Haag staat voor morgen een manifestatie op stapel, georganiseerd door de Socialistische Partij en Twentse Huisartsen. Die is gericht tegen het vermarkten van de gezondheidszorg.
Commercie (van het Franse commerce: handel of kaartspel), marktdenken en ondernemerschap, het is verzakelijking en efficiency wat de klok slaat. Niet alleen in de klokkenfabriek of welke andere industriële praktijk ook die de profitsector kent, maar ook de non-profitsector moet er aan geloven. Deze ogenschijnlijk onvermijdelijke trend lijkt dodelijk voor het geloof en activiteiten -zoals de gezondheidszorg- die aan het geloof zijn gerelateerd.
Net zoals in de gehele maatschappij zijn de mores van het bedrijfsleven doorgedrongen in de non-profitsector. Want ’markt’ is synoniem voor slagvaardigheid en innovatie. ’Ideologie van de markt’ is de overtuiging dat de vrije markt functioneert als een goed mechanisme voor toewijzing (allocatie) en besluitvorming.
Als zodanig lijkt dit mechanisme ook een goed alternatief voor bijvoorbeeld politiek en gezondheidszorg. De huidige fixatie op de markt lijkt een logisch gevolg van de desillusie over het probleemoplossend vermogen van het overheidsapparaat.
Triomfalisme
De postmoderne consumptiemaatschappij van vandaag is ontstaan uit de afbrokkeling van de oude verzuilde cultuur. Voor de vroegere ’theemutscultuur’ is een ver doorgevoerd individualisme van het ’walkman-ego’ in de plaats gekomen, aldus de sociaal-filosoof prof. dr. H. P. Kunneman. De waarde van voorzieningen, organisaties en mensen wordt steeds meer afgemeten aan economische waarden, economisch nut en output. De prijs is de beslissende factor.
Kenmerkend voor marktwerking is vrije prijsvorming. De dit jaar voor de ziekenhuiszorg ingevoerde ”diagnose behandelcombinaties” (DBC’s) leggen alle prijzen echter gedetailleerd vast. Wat is hiervan de logica? In een marktstrategie past risicoselectie door ziektekostenverzekeraars. Ondanks de breed beleden keuzevrijheid kan driekwart van de mensen met een aandoening niet veranderen van zorgverzekeraar of polis, zo meldde de NPCF vorige maand. En wat te denken van de reclame: „U wilt toch immers niet betalen voor zorg die u niet nodig heeft…?”
Onze gezondheidszorg en zorgverzekering zijn altijd gedragen door solidariteit. Die staat met het marktdenken volledig op de tocht. Inmiddels is er in onze materialistische maatschappij een vaag soort onbehagen over de toenemende commercialisering en over het triomfalisme van de markt. Want als het marktdenken domineert, reduceert de mens tot ”homo economicus” en zijn hoogste morele waarde wordt het consumeren. Wat geen economische waarde heeft, wordt als ’soft’ terzijde gesteld. Los van andere dan economische waarden wordt het leven en samen-leven al snel waarde-loos.
Basiszorg
In de Amerikaanse gezondheidszorg zien we de risico’s van de marktstrategie. Natuurlijk een enorme klantgerichtheid en serviceverlening, een overweldigende technologie, maar peperduur en een gigantische overcapaciteit, heel veel overbodige verrichtingen en grote rechtsongelijkheid. En dan te bedenken dat toewijding, zorg en aandacht behoren tot de aan het geloof gerelateerde activiteiten. De barmhartige Samaritaan staat daarbij als voorbeeld (Lukas 10:25-37). In die gelijkenis gaat het om de vraag: Voor wie word ik naaste?
De werken van barmhartigheid zijn de praktische vertaling van christelijke liefde. Zorg is een bij uitstek relationeel gebeuren. Dat vraagt tijd en daarin zijn andere dan economische wetmatigheden bepalend. Markt en zorg zijn onverenigbaar! De zieke is meer dan consument van zorg.
Het beeld van de patiënt als kritische consument is een vertekening van de werkelijkheid van de zorg (denk aan coma, dementie of een verstandelijke handicap als Koning Klant). Met goed recht pleiten de joods-christelijke traditie en de zorgethiek voor solidariteit als kernwaarde die de positie van de zwaksten insluit. En dat verhoudt zich niet met commerce als handel en kaartspel.
We moeten de zorg en het zorgbeleid opnieuw inrichten vanuit het directe praktische belang en perspectief van de patiënt. Dan staat de basiszorg voor mensen voorop: eerst de huisarts, dan de specialist; eerst de thuiszorg en het verzorgings- en verpleeghuis, dan het ziekenhuis; minder formulieren invullen, meer mensen helpen.
Verschraling
Want of het nu gaat om DBC’s, de Wet maatschappelijke ondersteuning, veel protocollen en formulieren of… gebrek aan tijd, verzakelijking en rationalisatie in de zorgverlening knellen een holistische benadering van de patiënt af. Het gehele achterliggende denken is goeddeels vervreemd van de patiënt, óm wie en dánkzij wie het allemaal draait!
Daarvoor biedt de markt geen ruimte. En dat, terwijl de markt slechts één sector van de cultuur is. Is het goed dat één en juist deze sector het geheel domineert? Commercialisering en marktdenken kunnen het serviceniveau doen toenemen. Tegelijk doen ze reflectie op de zinvolheid van de zorg en waardeoriëntatie in de relatie zorgverlener en zorgvrager verder verdwijnen. Het gevolg is verschraling van de zorg en medisch consumptisme. Een toenemend multicultureel karakter van de samenleving vraagt juist om een waardeoriëntatie, waar de markt ons zelden helpt om het antwoord te vinden.
De auteur is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.