„Jantine leerde pas later dingen te delen”
Ze hebben niet meer dan één kind. Ad (46) en Heleen (45) de Waard uit Apeldoorn kregen na de geboorte van hun dochter Jantine (16) -die met forse medische problemen gepaard ging- te horen dat het niet meer mogelijk was nog meer kinderen te krijgen. „Ook al zijn we maar met z’n drieën, we genieten volop van elkaar. God heeft ons wonderlijk gedragen.”
Jantine is net uit school. Ze zit in de vierde klas van de havo van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap. Heleen maakt in de keuken aanstalten om een praatje met de buurvrouw te beëindigen. In de hoek van de woonkamer staat een klein orgel.
Talrijke keurig gerangschikte muziekdragers in de kast springen in het oog. Muziek speelt een belangrijke rol in het gezin. Jantine: „Ik speel dwarsfluit, viool, af en toe piano en ik zit in het schoolorkest.” Haar vader vult aan: „Een keer per maand ga ik met Jantine naar Groot-Ammers, waar ze fluitles heeft van Marjolein de Wit. Vioolles heeft ze eens in de twee weken in Apeldoorn.”
Een riante positie, moet Ad toegeven. „Als we een gezin zouden hebben met meer kinderen konden we daar natuurlijk niet aan beginnen. Maar daarmee is nog niet gezegd dat onze dochter zomaar alles krijgt. Financieel kan er best wat, maar het is de vraag of we dat altijd willen.” Heleen: „Dat is met het kopen van kleren precies zo. We lopen niet per se direct naar de duurste zaak. Merkkleding is voor ons zeker geen must.”
Verwennerij is er dus niet bij. Jantine is ook niet te beroerd om zelf wat in huis te doen. „Afwassen doe ik regelmatig en ik houd m’n kamer netjes bij.” Voor de rest heeft moeder Heleen hulp in de huishouding. Ze is verzwakt door het verwijderen van een grote, goedaardige tumor uit haar rug na de geboorte van Jantine. Daarna volgde voor de Apeldoornse moeder nog een lange periode van revalidatie.
Dat Jantine veel aandacht krijgt, is volgens Ad onvermijdelijk. „Vooral toen ze nog klein was. Ze is natuurlijk enig kind en de moeilijkheden rond de geboorte scheppen een extra stevige band met haar.”
Gevolg van de situatie was volgens Heleen dat hun dochter bij het opgroeien duidelijk moeite had om dingen met anderen te delen. „Ze heeft dat eigenlijk pas op school geleerd. Ze had hier thuis geen broertjes of zusjes waarmee ze haar speelgoed moest delen. Kibbelen als broertjes en zusjes onder elkaar was er ook niet bij.” Jantine: „Ik kon het daardoor moeilijk verdragen als iemand op school kritiek op me had. Gaandeweg heb ik dat moeten leren.”
Ze zegt nooit jaloezie te voelen als ze bij een gezin met veel kinderen over de vloer komt. „Op het eerste gezicht is het heel gezellig. Maar het is een stuk lastiger als je even rustig huiswerk wilt maken en er lopen broertjes en zusjes om je heen. Ik weet niet of ik dat wel zou willen.”
„Dat is wel eens anders geweest”, zegt Heleen. „Al op jonge leeftijd vroeg ze wel degelijk waarom ze geen broertje of zusje had. Ze zag in andere gezinnen natuurlijk wel vaak meer kinderen rondlopen.” Ad zegt dat de vraag van Jantine toen mede de aanleiding was om via Woord en Daad een kindje financieel te adopteren. „Daardoor had ze toch min of meer een zusje erbij gekregen.”
Maar Jantine was nog niet tevreden. Ze had zwarte kindertjes zien lopen en vroeg haar ouders of zij niet ook een ’echt’ adoptiekindje konden regelen. Ad, lachend: „Ze was boos op „die lui” die dat niet voor haar wilden uitvoeren, niet wetend dat wij als gezin nooit voor adoptie in aanmerking zouden komen door de verminderde mobiliteit van Heleen.”
„Gelukkig is er daarom ook nog een vast rustpunt in huis en dat ben ik”, zegt Heleen, knipogend naar haar man. Ad, onderwijsadviseur bij Driestar educatief en al elf jaar actief in de kerkenraad van de hervormde buitengewone wijkgemeente Eben-Haëzerkerk, is een drukbezet man. Hoe druk de vader des huizes dan ook mag zijn, meestal lukt het om als gezin samen de dag te beginnen en af te sluiten. Heleen: „Die mogelijkheid is in een klein gezin als het onze natuurlijk groter dan in een gezin met veel kinderen.”
Hebben Ad en Heleen verlangd naar een groot gezin? „Jazeker wel”, zegt Ad. „In onze verkeringstijd hebben we tegen elkaar uitgesproken dat we best graag meer kinderen zouden willen krijgen. Maar de praktijk liep anders. We hebben nu echter niet het gevoel dat we een groot gezin enorm missen en we zijn de Heere dankbaar dat we met z’n drieën mogen zijn.”
Het is zondag de Internationale Dag van het Gezin. Dit is het zesde en laatste artikel in een serie over hoe ouders anno 2005 de opvoeding ervaren.