„Je kunt niets meer samen bespreken”
Ze gaat alleen naar de ouderavonden van school. Moet alleen moeilijke beslissingen nemen. Stapt ’s avonds alleen het bed in. Magda van der Waal-Koppelman (37) uit Nieuwe-Tonge is sinds drie jaar weduwe. „Voor mijn twee kinderen sta ik ’s morgens op.”
Manon (13) moet deze week weer naar de Prins Maurits Scholengemeenschap in Middelharnis. Haar drie jaar jongere zus Iris heeft nog een paar dagen vrij van de basisschool.
Terwijl Iris de computer in de woonkamer aanzet om een spelletje te doen, blikt de jonge weduwe terug op haar eerste huwelijksjaren. „We vormden een gelukkig gezinnetje. Het ging ons voor de wind. We genoten van elkaar en van het leven. Tot er een grote streep doorheen werd gehaald. Mijn man en ik kregen een ongeluk. Hij was op slag dood, ik had alleen wat schade aan mijn knie.”
Van der Waal is er de vrouw niet naar om bij de pakken neer te blijven zitten. „Ik ben nuchter van aard en heb een opgeruimd karakter. Mede daardoor kan ik mijn weg gelukkig weer vinden.” Na een korte stilte: „Al heb ik mijn ups en downs. Zeker als ze naar de buitenkant kijken, zullen mensen denken dat ik me wel red. Ik ben spontaan en heb vaak een lach op mijn gezicht. Laat niemand vergeten dat het verdriet niet op mijn gezicht zit, maar in mijn hart.”
Dat ze ondanks alles niet diep in de put zit, is geen eigen verdienste. „Je komt zo’n ongeluk nooit meer te boven. Het gaat je hele verdere leven mee. Dat is geen kwestie van verwerken. Het ging zo plotseling, we hebben geen afscheid kunnen nemen. Had mijn man een ziekbed gehad, dan leef je naar het rouwproces toe. Bij ons ging alles zo abrupt. Met Gods hulp probeer ik samen met mijn kinderen weer verder te gaan.”
Gelukkig willen haar twee dochters ook weer van alles ondernemen, zegt Van der Waal blij. „Zo helpen ze me om de draad zelf ook weer op te pakken. Ondanks dat ze zelf verdriet hebben, tobben en ’s nachts wakker liggen.”
Het moeilijkste van de afgelopen drie jaar is voor de moeder van Manon en Iris dat ze allerlei beslissingen moet nemen zonder haar man. „Iedereen kan mij adviezen geven, maar ik ben eindverantwoordelijk. Mijn klankbord is weg. Dat mis ik ontzettend. Manon moest een nieuwe schooltas en een andere fiets hebben. Anders ga je die als vrouw gezellig samen met je man kopen. In mijn geval kan dat niet meer. Ik moest een andere auto kopen. Welke moest ik nemen? De eindverantwoordelijkheid die ik nu alleen draag, ligt zwaar op mijn schouders.”
Met het ouder worden van haar dochters, nemen ook de opvoedingsvragen toe. „Naar welke school stuur je ze? Welke richting moeten ze kiezen? Hoe lang mogen ze achter de computer? Wat is wijsheid? Je zou de klok willen terugdraaien om even aan je man te kunnen vragen: Joh, hoe moet ik het doen? Ben ik niet te streng, of vind je juist dat ik te zacht ben? Je kunt het zo gek niet bedenken of ik mis mijn man.”
Van der Waal is vol lof over de steun van familie en vrienden. „Een ouder echtpaar in onze straat is mijn steun en toeverlaat. Maar je dochter komt thuis met een lekke band, het stuur staat scheef of er is een spaak uit. Wie moet dat repareren? Ik heb twee linkerhanden.”
De jonge weduwe is blij dat ze de stap heeft gezet naar ”Samen Alleen”, een vereniging voor jonge weduwen en weduwnaren. „Daar krijg je echte steun, want de andere leden kunnen zich ook inleven in jouw verdriet. Dat is meer dan meeleven.”
Ook leert Van der Waal van de lotgenoten hoe die hun kinderen opvoeden. „Ik wil mijn kinderen graag een christelijke opvoeding geven, maar de wereld trekt en lokt. Vooral de media zijn een grote verleiding. Hoe moet je daarmee omgaan? Opvoeden is voor een echtpaar al moeilijk, laat staan als je er alleen voor staat. Dan kun je niets meer samen bespreken.”
Nu ze geen man heeft die haar met raad en daad bijstaat, gaat de moeder van Manon en Iris vaak op haar gevoel af. „Hoe moeilijk het ook is, we hopen het toch goed met elkaar te hebben. Ik besef dat ik nooit voor vader en moeder kan spelen. Je zou het wel willen, maar dat gaat niet. Ik probeer ook niet de vader uit te hangen. Toch is er een bijzondere vertrouwensband tussen mij en de kinderen gegroeid. Ze weten dat ze bij mij terechtkunnen met hun verdriet. Dat doen ze niet altijd, maar die momenten zijn er gelukkig wel. Ik ben niet alleen hun moeder, maar ook hun vriendin. Met z’n drietjes delen we een groot verdriet.”
Het is zondag de Internationale Dag van het Gezin. Dit is het vierde artikel in een serie over hoe ouders anno 2005 de opvoeding ervaren. Morgen deel vijf.