Het gaat huisartsen niet om salaris
Het water staat huisartsen tot aan de lippen. De huisartsenzorg komt ernstig in de knel als minister Hoogervorst zijn plannen niet bijstelt. Twee huisartsen met een christelijke achtergrond reageren op de voorgenomen acties. H. Z. A. Quaak wil meer oog voor de patiënt achter het gezondheidssysteem.
„Iedere Nederlander een huisarts. In de buurt. Met tijd voor ú.” Dit is de slogan waarmee de huisartsen al sinds afgelopen najaar ’actie’ voeren. Dezer dagen komt het conflict tussen de minister van Volksgezondheid en de Nederlandse huisartsen tot een dieptepunt.
Door de Tweede Kamer daartoe gedwongen is minister Hoogervorst in gesprek gekomen met de Landelijke Huisartsen Vereniging. Al jaren is de drempelloze toegang tot een goede eerstelijnszorg -waarbinnen de huisartsen een belangrijke rol vervullen- in het gedrang. Veel oorzaken zijn daarvoor aan te dragen: toenemende zorgvraag vanuit de patiënten door vergrijzing en een gelijkwaardiger, mondiger optreden; door een (relatief) tekort aan huisartsen die nog bereid zijn zich te vestigen; en ook door een alsmaar toenemende administratieve lastendruk.
Hierbij wordt in de media veelal de indruk gewekt dat het de huisartsen gaat om meer geld, om meer inkomen. En in een tijd waarin bezuinigd dient te worden, gaat dat niet, dus…
Prijs
Het gaat echter om meer. Deze minister ziet de huisartsenzorg, de eerstelijnszorg als een product. Een product met een zekere economische waarde. Welke persoon de volgens richtlijnen omschreven zorg levert, doet niet langer terzake. Of de zorg voor bijvoorbeeld diabetes nu wordt geleverd door de eigen huisarts -tegenwoordig vaak ondersteund door een verpleegkundige- of door een organisatie die de benodigde onderdelen van zorg levert, lijkt niet langer belangrijk te zijn. Daarbij tekent zich nu al af dat er geselecteerd wordt op prijs, en niet zozeer op kwaliteit. Illustratief is het bericht onlangs dat zorgverzekeraars standaard kiezen voor goedkoopste hulpmiddelen en sondevoeding.
Tegen deze verdere versnippering stelt de beroepsgroep zich teweer. Immers, de kernkwaliteit van een goede huisarts is niet dat hij of zij een deel van de geneeskunst tot in de finesses beheerst, maar juist dat deze overzicht heeft, een generalist is. Dat de patiënt zonder dat er (financiële) drempels worden opgeworpen toegang heeft tot goede basiszorg. Dat er een zorgverlener is die de weg kan wijzen in het soms onoverzichtelijke medische landschap. Dat er een zorgverlener is die de (familie)achtergrond, de gezinssituatie, de moeiten en vreugden enigszins kent en die kan betrekken in de behandeling.
Staking
Het heeft veel te zeggen dat juist een beroepsgroep als die van de huisartsen nu grijpt naar het stakingswapen. Dat zorgverleners die zó dicht bij de patiënten staan als huisartsen doen, nu diezelfde patiënt de dupe gaan laten worden van dit conflict. Wanneer de voornemens van de minister doorgaan, zal binnen afzienbare tijd de huisartsenzorg zoals deze zich in de afgelopen veertig tot vijftig jaar heeft ontwikkeld, ophouden te bestaan. De grote meerderheid van de Nederlandse huisartsen lijkt op korte termijn te gaan kiezen voor werkonderbrekingen en regelrechte stakingen. Hiermee wil men vóórdat de nieuwe Zorgverzekeringswet in functie treedt, duidelijk maken wat -naar hun mening- de gevolgen hiervan zullen zijn: géén huisarts beschikbaar voor elke Nederlander, zeker niet altijd in de buurt, en met te weinig tijd.
Een groot deel van de Nederlandse huisartsen voert al actie sedert november 2004. Dit is velen onbekend. Hierbij wordt een „soepeler” verwijsbeleid ten aanzien van aanvullend onderzoek en laboratoriumonderzoek gehanteerd. Daarnaast wordt „gemakkelijker” verwezen naar bijvoorbeeld de fysiotherapeut of medisch specialist.
Dat dit aanzienlijke meerkosten voor de gezondheidszorg met zich meebrengt is duidelijk; het duurt echter maanden voordat het effect hiervan meetbaar is. Deze actiemaatregelen worden nog in ’overleg’ met de patiënt genomen.
Nu tekent zich hierin een aanzienlijke verharding af: stemmen gaan op om niet langer avond-, nacht- en weekenddiensten te verrichten, gevolgd door feitelijke stakingen, waarbij de patiënt zijn heil dient te zoeken bij de spoedeisende hulp.
Onze minister bestuurt volgens economische motieven. Een inhoudelijke visie op de toekomst van de gezondheidszorg in ons land lijkt grotendeels te ontbreken. Tot een gelijkwaardig gesprek tussen vertegenwoordigers van de huisartsen en het ministerie lijkt het niet te kunnen komen.
Barmhartigheid
Dan de gewenste zaken maar afdwingen - ongeacht met welke middelen? Mijns inziens is een staking niet het juiste antwoord, hoewel reëel zal moeten blijken hoeveel invloed dit zal hebben op de politieke besluitvorming.
Een argument tegen acties is dat het imago van de huisarts verder schade wordt toegebracht. Door de aanhoudende (pers)berichten over huisartsen is helaas een beeld ontstaan van een zielige, tekortgedane beroepsgroep. Huisarts kun je maar beter niet worden!
Daartegen verzet ik mij. Het wordt hoog tijd dat een ander geluid weer de boventoon gaat voeren. Bijvoorbeeld dat als huisarts functioneren een voorrecht is, om zo lijdende medemensen terzijde te kunnen staan. Langdurige discussies over financiën -echt niet onbelangrijk- doen afbreuk aan dit beeld.
Meer nog: een zorgverlener die betrokken is bij zijn/haar patiënten, met besef het werk te mogen doen vanuit een perspectief van barmhartigheid, kán niet deelnemen aan een staking. Het voorbeeld van de grote Medicijnmeester uit Lukas 5 geeft ons ten enenmale die ruimte niet.
De auteur is huisarts in Zegveld.