Half Jemen heeft onvoldoende eten
Opnieuw luiden hulporganisaties de noodklok voor Jemen. Het door oorlog geteisterde land staat op de rand van een grote hongersnood. In de komende maanden gaat zich volgens ZOA een ramp van schrikbarende omvang afspelen.

Als Jemen in het nieuws is, gaat het meestal over de Houthistam die op de Rode Zee de scheepvaart hindert – of om Amerikaanse drones die als vergelding de Houthi’s aanvallen. Dat laatste gebeurde begin deze week nog: er vielen tientallen doden bij een Amerikaanse aanval op het land. Vooral Afrikaanse migranten waren daarvan het slachtoffer.
Maar op de achtergrond speelt zich een nog veel omvangrijker drama af: dat van sluipende honger. Ongeveer de helft van de 40 miljoen Jemenieten heeft te weinig te eten.
Dat is op zich niet nieuw. Jemen is een van de armste landen van de wereld, zelfs zonder oorlog. Dit voorjaar is het precies tien jaar geleden dat de oorlog uitbrak die al aan honderdduizenden mensen het leven kostte. Die oorlog is enerzijds een conflict tussen verschillende stromingen in het noorden en het zuiden van Jemen, maar de strijd wordt anderzijds ook stevig beïnvloed door regionale partijen.
Zo worden de Houthi’s in het noorden gesteund door Iran, terwijl Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten partijen in het zuiden steunen. Jemen is daardoor het toneel geworden van een proxyoorlog en wordt door voorgenoemde landen gebruikt om hun conflicten uit te vechten.
Catastrofe
De gewone bevolking kan intussen geen kant op. Meer dan 5 miljoen Jemenieten zijn in hun eigen land op de vlucht. Naar het buitenland gaan is moeilijk: Jemenieten kunnen voor de meeste landen geen visum aanvragen.
Een van de grootste gevolgen is de honger die al sinds het begin van de oorlog om zich heen grijpt. De Verenigde Naties waarschuwen al zeker tien jaar voor de catastrofe die zich in Jemen afspeelt en die zich maar niet laat stoppen. Vorig jaar augustus becijferde een VN-rapport dat het aantal ondervoede kinderen in Jemen in een jaar tijd met 34 procent was gestegen.
Nu zijn de vooruitzichten nog bedroevender. Het verschil met andere jaren is dat er minder hulp voorhanden is. Dat komt doordat de Amerikaanse hulpgelden via het programma USAID zijn gestopt na een besluit van president Donald Trump. Maar liefst de helft van alle noodhulp in Jemen kwam van USAID. Mede daardoor is voor dit jaar pas 8,3 procent van de benodigde noodhulp toegezegd.
Schrikbarende vormen
„Dit raakt de bevolking direct: het grote voedseltekort dat er al is, zal de komende maanden schrikbarende vormen aannemen”, zegt Bereket Godifay, directeur van ZOA in Jemen. „Er is minder geld beschikbaar voor noodhulp, en dus groeit de nood.”
ZOA luidt om die reden de noodklok. De Nederlandse hulporganisatie is al vanaf het begin van de burgeroorlog actief in Jemen met noodhulp, vooral met voedsel en water. Dat doet ZOA aan beide kanten van de frontlinie: zowel in het noorden waar de Houthi’s de dienst uitmaken als in het zuiden waar andere groepen het voor het zeggen hebben.
Doorgaan met noodhulp, ook al kan nooit alle nood worden gelenigd, is volgens de ZOA-directeur in Jemen harder nodig dan ooit. Stoppen is simpelweg geen optie, zegt hij. „Noodhulp is de enige manier om op dit moment levens te redden in Jemen. We kunnen de problemen van dit land niet zomaar oplossen, maar we kunnen er wel voor zorgen dat mensen de volgende dag meemaken.”