Meer mensen elk jaar vrij op 5 mei, bijna een derde van werkenden
Steeds meer werknemers krijgen elk jaar op 5 mei in het kader van Bevrijdingsdag een vrije dag van hun werkgever, in plaats van één keer per vijf jaar. Vorig jaar betrof het een derde van de werkenden (34 procent) terwijl het in 2022 nog ruim een kwart (27 procent) was, meldt minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken) in een Kamerbrief. Hij reageert daarin op een verzoek van de Tweede Kamer om de mogelijkheden voor deze dag in kaart te brengen.
Het is aan de decentrale cao-partijen om te bepalen of 5 mei elk jaar een vrije dag oplevert, stelt de NSC-minister. Sinds 1959 geldt er „een aanbeveling” van de Stichting van de Arbeid, waarin werkgevers en werknemers zitten, om in de lustrumjaren op 5 mei een vrije dag te geven met behoud van loon.
In 2019 deed het toenmalige kabinet een oproep om dit jaarlijks toe te kennen, omdat het vond dat het belangrijk is de vrijheid te vieren. De Stichting van de Arbeid bracht dit toen onder de aandacht van werkgevers, sectoren en werknemers en herhaalde dit onlangs.
Bevrijdingsdag is sinds 1990 ook bestempeld als nationale feestdag, net zoals geldt voor Koningsdag, Nieuwjaarsdag en beide kerstdagen. Maar dat betekent niet dat iedereen op zo’n dag vrij is of kan zijn, schrijft Van Hijum. Niet werken op feestdagen is niet bij wet geregeld. Afspraken hierover worden in cao-verband of per bedrijf gemaakt. Zo moeten mensen wel werken in sectoren zoals de zorg, het openbaar vervoer en de veiligheidssector. Dat geldt ook voor mensen in de horeca, de evenementen- en toeristenbranche.
Komende maandag is weer een lustrumjaar, dus hebben veel meer mensen een vrije dag.