D66-leider Dittrich heeft zijn eigen partijvoorzitter Alexander Pechtold (39) naar voren geschoven als nieuwe minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is daarmee de opvolger van de vorige week afgetreden D66-minister De Graaf.
Die trad af nadat de Eerste Kamer een grondwetswijziging blokkeerde die de gekozen burgemeester mogelijk moest maken. Dittrich had vervolgens drie kandidaten als opvolger op het oog.
„Pechtold is onze ideale kandidaat", zei D66-vice-fractievoorzitter Van der Laan gisteren. Ze wees op zijn bestuurservaring en kennis van de partij en actuele politieke zaken.
Pechtold is nu nog burgemeester van Wageningen waar hij in 2003 aantrad. Een jaar eerder werd hij tot voorzitter van D66 gekozen. In zowel Wageningen als binnen D66 steeg zijn populariteit de laatste tijd snel. Het nieuwe lid van het kabinet-Balkenende baarde eerder opzien door zich fel te verzetten tegen de algemene identificatieplicht. Volgens Pechtold creëert de plicht om te allen tijde een identiteitsbewijs op zak te hebben „een absurde schijnveiligheid".
Dit onderwerp zal ongetwijfeld ter sprake komen als premier Balkenende vandaag Pechtold ontvangt in het Torentje in Den Haag. Dat gesprek geldt als een formaliteit. Daarna volgt de benoeming door koningin Beatrix.
Eerder op de dag had D66-leider Dittrich al duidelijk gemaakt dat hij de nieuwe minister voor het ingelaste partijcongres van zaterdag wilde presenteren. Op die manier kan hij „het totale plaatje laten zien aan de leden".
De leden van D66 mogen zaterdag een oordeel vellen over de compensatie die de partijtop bedong na het verlies van de gekozen burgemeester, het kiesstelsel en het vertrek van minister De Graaf. Uit een peiling gisteren van Maurice de Hond blijkt dat meer dan de helft (55 procent) van de D66-kiezers het zogeheten Paasakkoord verwerpt; 36 procent wil dat niet. Iets meer dan een kwart van de Nederlanders toont zich positief over de nieuwe afspraken.
Dittrich werd gisteren flink onder vuur genomen tijdens een spoeddebat over de nieuwe afspraken van CDA, VVD en D66. Dittrich heeft volgens de oppositie bar weinig binnengehaald. De coalitiepartijen waren tevreden en legden alle schuld bij de PvdA, SP en GroenLinks, van wie de fracties in de Eerste Kamer vorige week tegen een tussenstap stemden om de Kroonbenoeming uit de Grondwet te halen.
De oppositie leverde forse kritiek op het resultaat dat D66 had binnengehaald. „Wat is er nu meer D66?", sneerde SP-leider Marijnissen. Het nieuwe kiesstelsel is overboord, het mediabestel is er niet helderder op en de helft van het 1 miljard extra geld voor onderwijs en innovatie stond al gepland in de voorjaarsnota. Premier Balkenende gaf dat laatste zelf toe.
De linkse oppositie, maar ook de LPF, SGP en ChristenUnie vroegen zich onder meer af waarom D66 zich niet sterk had gemaakt voor meer verpleeghuiszorg, natuur en milieu, kinderopvang, de Waddenzee, asielzoekers. Daar hadden de democraten volgens hen de koers van het kabinet kunnen veranderen.
De linkse oppositie vond D66 niet geloofwaardig en wilde liever nieuwe verkiezingen. Volgens PvdA-leider Bos is het enige dat de coalitie nog met elkaar gemeen heeft „de angst voor de kiezer en verkiezingen. Dat is de voornaamste drijfveer", aldus Bos. Volgens hem is de crisis niet opgelost maar uitgesteld.
Felle kritiek was er van de hele oppositie op het voorstel om de rechtstreeks gekozen burgemeester in de Grondwet te verankeren. De linkse partijen willen wel een gekozen burgemeester, maar dan een indirecte. De gemeenteraad moet kiezen. „Onbegrijpelijk dat de coalitie hier op inzet", zei Van As (LPF), omdat nu al duidelijk is dat dit voorstel het niet gaat halen.
Premier Balkenende en de coalitiepartijen vinden dat ze echter juist moeten doorgaan met de gekozen burgemeester en dat die door het volk moet worden gekozen. Dittrich hoopt dat over een aantal jaren, als de tweede lezing door de beide Kamers moet, de PvdA overstag is en ook direct wil laten kiezen. „Maar garanties zijn er niet", gaf hij aan Rouvoet (ChristenUnie) toe.