BinnenlandInterview

Antons opa werd als SS’er neergeschoten door het verzet

„Als overtuigde SS’er was mijn opa een fervent Jodenjager in Amsterdam. Misschien wist hij ook van de arrestatie van Anne Frank”, vertelt kleinzoon Anton*. Pas sinds enkele jaren kent hij zijn duistere familieverleden, iedereen was lid van de Schutz­staf­fel (SS) of Na­ti­o­naal­so­ci­a­lis­ti­sche Be­we­ging (NSB). „Vlak voor het einde van de oorlog schoot het verzet opa neer, de dader is nog steeds onbekend.”

Alice ten Napel
14 April 2025 16:12Gewijzigd op 15 April 2025 08:06Leestijd 10 minuten
Antons opa (tweede van links) in het uniform van de SS. beeld Anton
Antons opa (tweede van links) in het uniform van de SS. beeld Anton
Anton: „Het enige wat ik wil is de waarheid vertellen en afrekenen met het gestoorde gedachtegoed van toen.” beeld Claudia Kamergorodski

Anton (74) worstelt met het verleden en de invloed van het nationaalsocialistische gedachtegoed dat hij als kind meekreeg. „Thuis spraken we over übermenschen en untermenschen. Dat doet wat met je.”

Antons opa van moederskant werkte als onderluitenant bij het beruchte Amsterdamse Bureau Joodsche Zaken dat genadeloos op Joden joeg. Behalve het incasseren van het zogenaamde kopgeld (7,50 gulden) per opgepakte Jood drukten de medewerkers tijdens arrestaties kostbaarheden achterover. Joden werden bestolen, hardhandig ondervraagd, mishandeld en afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork en van daaruit naar de concentratie- en vernietigingskampen.

Anton: „Opa ging in het voorjaar van 1945 af op een bomaanslagmelding. Tijdens het vuurgevecht dat ontstond, schoot het verzet hem dood. Als naoorlogs kind heb ik opa nooit gekend, maar oma hemelde hem altijd op. Zijn portret hing op een ereplekje; ik heb er zelf ook een.”

„Misschien was mijn opa aanwezig bij de arrestatie van Anne Frank; die gedachte knaagt aan me”

Anton, kleinzoon van Nederlandse SS’er

„Het hele gezin toonde zich ontvankelijk voor de nazipropaganda en werd lid van de NSB. Oma was blokhoofd van Winterhulp Nederland (WHN) en de Nederlandse Volksdienst (NVD). Zij bekritiseerde opa’s wandaden nooit en was diep verontwaardigd over zijn liquidatie. Maar oom Walter zei de laatste keer dat ik hem voor zijn overlijden sprak: „Je moest eens weten wat opa allemaal uitgespookt heeft.” Nadat oom Jan overleed, de laatste generatiegenoot van mijn ouders, startten wij als neven en nichten een appgroep om de familiegeheimen te achterhalen. Zo ontdekten we opa’s betrokkenheid bij dat Jodenjagerskorps. Misschien was hij aanwezig bij Anne Franks arrestatie. Die gedachte knaagt aan me.”

Duitse achternaam

„Mijn opa van vaderskant ging na de scheiding van zijn eerste vrouw werken bij de Duitse hoogovens. Daar kreeg hij bij een andere vrouw drie zonen, Bruno, mijn vader Karel en Walter. Hij kon echter niet met haar trouwen omdat haar eerste man tijdens de Eerste Wereldoorlog vermist was geraakt. Dus kregen mijn vader en zijn broers de achternaam van hun moeder en de Duitse nationaliteit. Uiteindelijk verliet opa ook haar en nam hij de kinderen mee naar Amsterdam. Mijn vader was op heel jeugdige leeftijd al zwarthandelaar in fruit en dacht dat hij opa’s achternaam droeg. Vlak voor de oorlog ontdekten mijn vader en ooms hun Duitse afkomst; aangezien ze Hitlers ideologie aanhingen, vonden ze dat prima.”

Krantenfoto met daarop Antons opa in legeruniform (met kruisje boven zijn hoofd). beeld Anton 

„Omdat ze bij de SS goed konden verdienen, werden mijn vader en Bruno lid; vader werd uiteindelijk officier. De broers zouden vrijwillig naar Rusland gaan, maar op het laatste moment haakten vader en ook Jan, de broer van mijn moeder, af. Bruno zette door en raakte vermist. Voordat mijn ouders midden in oorlogstijd trouwden was onderzocht of ze wel voldoende arisch waren. Als Duits echtpaar ontvingen ze een exemplaar van Hitlers boek ”Mein Kampf”, hoogstpersoonlijk gesigneerd door rijkscommissaris Seyss-Inquart. Thuis werd dat boek gekoesterd. Mijn broer Bruno erfde het later, hij is vernoemd naar mijn vermiste oom Bruno en sympathiseert nog steeds met de nazi-ideologie.”

„Oom Walter was geen lid van de SS en wilde niet vechten, maar als Duitser werd hij wel opgeroepen voor de Wehrmacht. In Rusland maaide hij met een machinegeweer veel Russen neer die bij bosjes uit de loopgraven werden gejaagd. Hij hield er een militaire onderscheiding in de vorm van een IJzeren Kruis en een levenslang trauma aan over. Nadat hij ernstig gewond was geraakt, mocht hij in Nederland herstellen. Hij weigerde terug te gaan naar Rusland en dook onder. Een moedig en verstandig besluit, vind ik, al veroorzaakte de desertie veel spanning binnen de familie, vooral opa was er fel op tegen. Toch verraadde niemand hem. Ook mijn moeder leidde de Duitsers om de tuin terwijl Walter bij haar in de kast verstopt zat.”

Verbitterd

„Rond mijn veertigste verbijsterde oma mij door te beweren dat oom Walter opa had doodgeschoten. Geschokt deed ik navraag bij mijn moeder, maar die beschuldigde het verzet. Wat moest ik nou geloven? Zonder broninzage moest ik afgaan op de verhalen van mijn ouders. Naast die ene opmerking dat mijn opa niet zo’n lieverdje was geweest, deed oom Walter vaker vreemde uitspraken. Omdat ik de context niet kende, sloeg ik er geen acht op.”

„Vechten voor de Duitsers was niet oom Walters eigen keuze, dat toonde hij door uiteindelijk te deserteren”

Anton, kleinzoon van Nederlandse SS’er

„Pas na zijn overlijden en het appcontact met mijn neven en nichten viel het kwartje. Navraag kon niet meer, sowieso was praten met oom Walter altijd lastig. De oorlog had hem zo beschadigd dat hij verbitterd aan de drank was geraakt. Nadat zijn enige zoon verongelukte, bestempelde hij zijn leven als een rotleven. Dat klopt, al snap ik dat sommigen hem meer ellende toewensten. Vechten voor de Duitsers was niet zijn keuze, dat toonde hij door uiteindelijk te deserteren.”

Foto waarop Antons vader met andere mannen de Hitlergroet brengt. beeld Anton

„Vader volgde in het Beierse Bad Tölz zijn SS-opleiding. Tijdens de winterse kou vergaten ze hem bij het wachtlopen af te lossen en kreeg hij een hersenvliesontsteking die hij ternauwernood overleefde. Vanwege de nare bijwerkingen ontsloegen ze hem uit actieve dienst. Ik denk dat hij daardoor geen gekke dingen heeft moeten doen. Hij liep voornamelijk ”Wach- und Schutzdienst” in Amersfoort. Of dat in Kamp Amersfoort was? Geen idee, misschien moet ik eens navraag doen, al is dat lastig; het lijkt alsof hij naderhand zijn sporen zorgvuldig heeft uitgewist. Toen de Amerikanen Europa binnenvielen, belandde vader aan het Belgische front.”

Schuttersputje

„Nadat er aan Duitse zijde brandstoftekort ontstond, besefte vader meteen dat de oorlog voorbij was. Goed voorbereid trok hij het burgerpak aan dat hij altijd bij zich had. Toch werd hij uiteindelijk krijgsgevangen genomen. De krijgsgevangenen verbleven in schuttersputjes. Wie wanhopig zijn hoofd uit dat putje stak, werd door de bewaker met een machinegeweer neergemaaid. De geallieerden waren ook geen lieverdjes. Heel begrijpelijk wat ze deden, alleen hoor je daar nooit iets over. Wie de oorlog wint, schrijft de geschiedenis. Dat is altijd al zo geweest.”

„Door zijn charisma bij het administratiepersoneel in de strijd te werpen, mocht vader onverwacht snel terug naar Nederland. Ze hadden over het hoofd gezien dat hij SS’er was. Halverwege de treinrit gingen ze op zoek en moest iedereen zijn bovenkleding uitdoen en linkerarm omhoogsteken. Bij SS’ers stond daar aan de binnenkant de bloedgroep getatoeëerd. Vader werd niet ontdekt omdat hij snel zijn rechterarm omhoogstak.” Antons ogen schitteren even van trots vanwege deze gewiekste zet. „Na zijn aankomst in Nederland ging vader naar familie in Noord-Duitsland en werkte daar tot het veilig was om terug te keren naar Amsterdam.”

„Tijdens de oorlog was opa met militaire eer begraven, later is zijn lichaam naar een achterafveldje verplaatst”

Anton, kleinzoon van Nederlandse SS’er

„Aan het eind van de oorlog raakten mijn familieleden in paniek. Oom Kees vroeg zijn schoonzus om zijn SS-tatoeage weg te snijden. Anderen beweren dat granaatscherven die littekens op zijn arm hadden veroorzaakt. Oma en moeder zaten een poos geïnterneerd in Groningen. Mijn zeven jaar oudere broer verbleef in die periode bij een pleeggezin dat hem wilde adopteren. Maar na haar vrijlating nam moeder hem weer mee naar Amsterdam. Oma woonde noodgedwongen bij ons in, diep verontwaardigd dat ze geen pensioengeld voor opa ontving terwijl zij altijd middels de WHN behoeftigen had geholpen. Tijdens de oorlog was opa met grote militaire eer begraven, later is zijn lichaam naar een achterafveldje verplaatst.”

Oostfront

„Oom Jan overleefde het Russische front omdat hij gewond raakte en gerepatrieerd werd, al kostte dat hem wel bijna zijn benen. Vader beweerde altijd dat oom Jans slechte benen door de hongerwinter kwamen. Na de oorlog zat oom Jan vier jaar vast en is hij ook mishandeld. Omdat opa hem lid had gemaakt van de NSB, dacht hij dat dat wel goed zou zijn. Hij heeft ook nooit geloofd dat opa Joden oppakte. Ook zo bizar: oom Jan en Kees trouwden met twee zussen die tijdens de oorlog Joodse onderduikers in huis hadden. De vrouwen ontvingen zelfs een Yad Vashemonderscheiding. Die families gingen gewoon met elkaar om.”

Anton, kleinzoon van een SS’er. beeld Anton

„Ondanks mijn rooms-katholieke vader en mijn gereformeerde moeder was religie thuis onbelangrijk. Op de christelijke school voelde ik me niet prettig. Moeder zei dat ik mijn Duitse afkomst geheim moest houden, al bazuinde de onderbuurvrouw rond dat wij NSB’ers en Duitsers waren. Ik kreeg geen antwoord op mijn vragen en moest zwijgen. Dat neem je mee als kind. Mijn familie deed nooit helemaal afstand van het nationaalsocialistische gedachtegoed. Thuis hanteerden we een hiërarchie van übermenschen en untermenschen, bovenaan de ariërs en onderaan de Joden en donkere mensen; een soort apen volgens moeder.”

„Ik heb geen idee waar de afkeer van Joden vandaan kwam. Vreemd genoeg groeide ik op in de vooroorlogse Jodenbuurt dicht bij het Merwedeplein van Anne Frank, en handelde vader weleens met Joden. Ook hadden mijn ouders geen bezwaar tegen mijn Joodse vriendje Ben. Die zei bij foto’s van een concentratiekamp: „Dat hebben jullie gedaan.” Maar ik begreep dat niet. Vader troostte een keer Bens moeder die huilde om haar kampervaringen. Hij zei: „Wees niet bang, dat gebeurt nooit meer.” Onbegrijpelijk, vooral omdat hij de jaarlijkse dodenherdenking negeerde met het motto: „Jullie doden zijn niet de mijne.””

„Vader vroeg nooit een SS-uitkering aan en zag zijn werk in de bouw als ”Wiedergutmachung”. Omdat wij ons beter voelden dan anderen, wilden we niet meedoen in de samenleving. Clubjes waren voor sukkels. Dat remde mijn ontwikkeling. Over vaders SS-verleden was geen gesprek mogelijk; hij had een erg kort lontje. Hij ontkende dat hij posttraumatische stressstoornis had en andere gezondheidsklachten. Als superieure ariër werd hij geacht recht van lijf en leden te zijn.

Frustraties

„Eenmaal ouder ging ik nadenken en nam ik afstand van het gedachtegoed van thuis. Het is zo dubbel. Ik hou van mijn ouders, dankzij hen ben ik hier, maar hun oorlogsdaden zijn niet goed te praten. Enerzijds begrijp ik waarom ze indertijd die overtuiging aanhingen, de nieuwsgaring was toen anders, anderzijds is het onbegrijpelijk dat ze het zelfs op latere leeftijd nog steeds goedpraatten. Sterker nog, mijn moeder heeft mijn zoon beïnvloed met haar denkwijze. Zo vreselijk.”

„Het leven met geheimen leidde tot veel persoonlijke frustraties, ook bij mijn neven en nichten, vandaar onze zoektocht. Het is tijd om het zwijgen te verbreken. Naast mijn overleden vrouw en mijn huidige vrouw ben jij een van de eersten aan wie ik dit vertel. Ik wil het hele verhaal vertellen om de context te laten zien. Ik hoop dat mijn ouders niet aan erge excessen hebben meegedaan. Ik vind het vreselijk wanneer mensen terugverlangen naar de nazitijd. Ik probeer die idiote denkbeelden aan de kaak stellen. Het maakt me niet uit dat mensen mij dan uitkotsen; ik verwacht geen sympathie. Het enige wat ik wil is de waarheid vertellen en afrekenen met het gestoorde gedachtegoed van toen.”

*De echte naam en de adresgegevens van Anton zijn bekend bij de hoofdredactie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer