Amnesty: aardbeving Myanmar kon niet op slechter moment komen
De zware aardbeving in Myanmar „kon niet op een slechter moment komen” voor het land, volgens Amnesty International. In 2021 kwam een militair regime aan de macht na een coup en meer dan 3 miljoen mensen raakten ontheemd door het gewapende conflict dat sindsdien woedt.
In het gebied waar het epicentrum van de aardbeving ligt, zijn veel gevechten tussen verzetsgroepen en het leger en worden veel militaire luchtaanvallen uitgevoerd. „Het leger van Myanmar weigert al lange tijd hulp aan gebieden waar verzetsgroepen actief zijn” zei Amnesty-onderzoeker Joe Freeman. Hij roept het leger op alle hulporganisaties „onmiddellijk onbelemmerde toegang” te verlenen.
Er is nog veel onduidelijk over de omvang van de schade en het aantal slachtoffers na de beving met een kracht van 7.7. „In Myanmar heeft het leger veel mediakanalen verboden en is de internettoegang beperkt. Dus we zullen misschien nog een tijdje geen duidelijk beeld hebben over de omvang van de schade en het verlies”, zei Amnesty-onderzoeker Joe Freeman.
Ook in buurland Thailand is er schade en zijn zeker drie mensen omgekomen. „Dat er meer beelden en informatie uit Thailand lijken te komen dan uit het epicentrum in Myanmar, is een schokkende herinnering aan de onderdrukking van de persvrijheid door de militairen sinds de staatsgreep in 2021”, aldus Freeman.
Volgens Amnesty heeft een derde van de bevolking van Myanmar dit jaar humanitaire hulp nodig. Bovendien zal de bevolking de gevolgen merken van de bezuinigingen op de Amerikaanse ontwikkelingshulporganisatie USAID onder president Donald Trump.