OpinieOpinie

In avondmaalsformulier doet elk woord ertoe

Onlangs vroeg Chris Klaasse (RD 15-3) aandacht voor een woordcombinatie die een plaats heeft gekregen in het collectieve geheugen van onze gezindte. Graag voeg ik een historisch perspectief toe.

Sam Zwemer
24 March 2025 12:49Leestijd 3 minuten
„Waar komen de woorden ”nochtans, desniettegenstaande, overmits” vandaan? Voor het antwoord moeten we op reis door Europa.” beeld iStock
„Waar komen de woorden ”nochtans, desniettegenstaande, overmits” vandaan? Voor het antwoord moeten we op reis door Europa.” beeld iStock

Waar komen de woorden ”nochtans, desniettegenstaande, overmits” vandaan? Voor het antwoord moeten we op reis door Europa. In Heidelberg, waar het avondmaalsformulier is opgesteld, werd gebruik gemaakt van diverse bestaande avondmaalsteksten. De desbetreffende zinsnede is ontleend aan Calvijns ”La forme des prieres et chantz ecclesiastiques” uit 1542. Daar staat: „contre les concupiscenses de nostre chair:  neantmoins, puis que nostre Seigneur.” Het Franse ”neantmoins” van Calvijn betekent volgens het woordenboek zoveel als echter of desalniettemin.

Met het oog op de nieuwe kerkorde die Frederik III van de Palts in zijn gebied wil invoeren, wordt in 1563 te Heidelberg Calvijns tekst ”La Forme” in het Duits vertaald. Daarin luidt deze zin als volgt: „wider die begierde unsers fleisches: doch nichts desto minder, weil uns der Herr.” In 1556 vertaalt John Knox Calvijns tekst trouwens in het Engels, waarbij hij kiest voor: „the lustes of our fleshe, yet nevertheless seinge that our lorde.”

In deze passage van ons avondmaalsformulier klinken diverse bronteksten door

In de nieuwe Paltser ”Kirchenordnung” die in 1563 onder leiding van Olevianus en mogelijk met betrokkenheid van Dathenus werd opgesteld, komt de zin in het avondmaalsformulier er zo uit te zien: „und bösen lüsten unsers fleisches haben zu streiten, nicht desto weniger, weil durch die gnad des heiligen geists.”
In 1566 vertaalt Dathenus het avondmaalsformulier in het Nederlands en hij maakt van deze zin: „Nochtans, dies niet tegenstaende, overmits.” In een anonieme letterlijke Nederlandse vertaling van de Paltser ”Kirchenordnung”, de ”Kerckenordeninge” (eveneens uit 1566), is vertaald met: „ende boose lusten onses vleysches hebben te stryden, niet te min, diewijle door die ghenaede des heyligen Gheests.”

Diverse bronteksten klinken door in deze passage van ons avondmaalsformulier, met Franse, Duitse en Engelse varianten. De Nederlandse woordcombinatie „nochtans, desniettegenstaande, overmits” hebben we dan ook niet aan Olevianus, maar aan Petrus Dathenus te danken.

Zelfstandig

Ondanks de sympathieke duiding die Klaasse aan deze woorden geeft en zijn suggestie ze als tautologie op te vatten, doe ik een tegenvoorstel. Graag voer ik een pleidooi voor een zelfstandige betekenis van elk woord.

Het nochtans moet mijns inziens worden opgevat als een tegenstellend voegwoord dat de structuur van de zin markeert. De lange zin begint met: „Daarom, al is het dat …”. Nochtans haakt aan bij „al is het” en vormt daarmee de tegenstelling. In diverse verklaringen van het formulier wordt vanuit dit woord de lijn naar het nochtans van het geloof getrokken. Desniettegenstaande heeft betrekking op hetgeen tussen „al is het dat” en „nochtans” staat. Het woord zelf betekent: ondanks dit alles. Ondanks het gebrek aan geloof, ondanks het gebrek aan geloofsijver, ondanks het gebrek aan geloofsstrijd. „Overmits” leidt de tussenzin in, waarin de genade van de Heilige Geest wordt ingebracht.

Nalatenschap Dathenus gaat van generatie op generatie mee

Structuur

Zo zien we dat deze woorden een hele geschiedenis hebben. Het éne Franse woord van Calvijn wordt drie Duitse woorden in de Paltser ”Kirchenordnung” en vijf Nederlandse woorden in Dathenus’ vertaling van het avondmaalsformulier. Zijn al deze woorden nodig? Het niettemin in de andere Nederlandse vertaling uit 1566 voldoet ook om de tegenstelling uit te drukken. Toch kunnen nochtans, desniettegenstaande en overmits niet gemist worden in de structuur waarin Dathenus deze zin heeft gegoten. Zo gaat zijn nalatenschap van generatie op generatie mee.

De auteur is promovendus aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Hij onderzoekt de ontstaansgeschiedenis van het avondmaalsformulier en de plaats van Bijbelgebruik daarin.

Meer over
Kerkgeschiedenis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer