Migratie vormt grote uitdaging voor Kerk van het Oosten
De meesten van de grofweg half miljoen gelovigen van de (Assyrische) Kerk van het Oosten leven nu in de diaspora –onder andere in Noord-Amerika, Europa en Australië– vanwege herhaaldelijke christenvervolgingen. Deze kerk staat mede daardoor voor grote uitdagingen.

Vóór april 2003, toen het Amerikaanse leger de regering van Saddam Hoessein omverwierp, waren er ongeveer 1,5 miljoen christenen in Irak. Dat was iets meer dan 6 procent van de toenmalige bevolking. In januari 2023 bedroeg het aantal christenen (Assyriërs, Chaldeeërs, Syriërs) in de Koerdische regio in Irak nog maar 125.000. Van hen woonden er ongeveer 82.000 in de van oudsher christelijke enclave van Ankawa en 44.000 in de provincie Duhok. In heel Irak zijn er nu nog maar 250.000 tot 300.000 christenen (2 procent).
Voor de Arabische Lente van 2011 bestond niet minder dan 25 procent van de Syrische bevolking uit christenen
Voor de Arabische Lente van 2011 bedroeg het percentage christenen in Syrië niet minder dan 25 procent van de totale bevolking. Nu is nog maar 10 procent van de bevolking van Syrië christen, volgens cijfers uit 2018.
De aantallen christenen in het Midden-Oosten zijn in het verleden alleen maar achteruitgegaan. Een grote vervolging had plaats onder de Turks-Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk, rond het begin van de vijftiende eeuw. Berucht is de Assyrische of Armeense genocide die begin twintigste eeuw plaatshad.
Golfoorlog
Mar Gewargis III, de vorige patriarch, vond dat de Assyrische Kerk moest terugkeren naar zijn wortels. Daarom werd de patriarchale zetel verplaatst van Chicago in de VS naar Erbil in de Koerdische Autonome Regio in Noord-Irak. De vraag of uitdaging is nu nog steeds: hoe de diasporagemeenschappen en het hoofdkwartier in Erbil zo goed mogelijk samen verder te laten werken? Hoe kan een toekomst worden gewaarborgd voor de rijke theologische, kerkelijke, culturele en etnische erfenis van deze kerk?
Vooral op het einde van de Irak-Iranoorlog verlieten veel Iraanse Assyriërs het land
In het begin van de jaren zeventig woonden er 300.000 tot 350.000 Assyrische christenen in Irak. Vele leden van de (Assyrische) Kerk van het Oosten vertrokken echter vlak voor en tijdens het begin van de Libanese burgeroorlog van 1975 naar de VS, Canada, Australië en Europa. De meerderheid bleef echter in Irak, maar ook in Iran, Syrië, Libanon en Turkije. Tijdens de Irak-Iranoorlog (1980-1988) hadden ook veel Assyriërs het zwaar te verduren. Er stierven pakweg 3000 tot 4000 jonge Assyrische mannen.
Pas na het uitbreken van de Golfoorlog van 1990-1991 verhuisde twee derde deel van de overige leden van de Assyrische Kerk die zich nog in het Midden-Oosten bevonden, voornamelijk naar de VS en Canada. Een kleiner deel trok naar West-Europa en Australië. Priesters uit het Midden-Oosten trokken dikwijls pas later naar het Westen om daar de kerkleden te dienen. Dat was voor hen een uitdaging, omdat zij de nieuwe cultuur nog moesten leren kennen.
Islamitische Revolutie
In oktober 1999 waren er nog slechts 25.000 Assyriërs over in Syrië. Onder andere als gevolg van de Syrische burgeroorlog in 2011 en het ontvoeren van 240 Assyriërs uit enkele dorpen langs de Khabur in 2015 zijn er nu minder dan duizend Assyrische gelovigen in Syrië.
Echte godsdienstvrijheid is in het Midden-Oosten nog ver te zoeken
Vanwege de Islamitische Revolutie emigreerden er in 1979 Assyrische gelovigen uit Iran. Tot het midden van de jaren zeventig woonden er 75.000 Assyrische christenen. Ongeveer de helft van hen waren leden van de (Assyrische) Kerk van het Oosten. Ze verhuisden voornamelijk naar Californië (VS), waar al een Perzisch-Iraanse diaspora aanwezig was. In de jaren tachtig en vooral op het einde van de Irak-Iranoorlog verlieten vele Iraanse Assyriërs het land.
Begin jaren negentig hielpen de VS en het International Rescue Committee (IRC) Assyrische christenen om Iran te verlaten. Iets later hielp de Hebrew Immigrant Aid Society (HIAS) Armeens- en Assyrisch-christelijke vluchtelingen om via Europa naar de VS te emigreren. Niet minder dan 4000 Assyrische christenen uit Iran kwamen zo in de VS terecht.
Theologische faculteit
Sinds 1990 is de grote meerderheid van de leden van de Kerk van het Oosten naar het Westen vertrokken. Momenteel woont 90 tot 95 procent van de leden in de diaspora.
Hoe kunnen de leden van de Kerk van het Oosten hun kerkelijke en etnisch-nationale identiteit bewaren? Hoe kunnen zij dit alles doorgeven aan toekomstige generaties? In de lokale kerken worden het traditionele geloof en de Assyrische cultuur en taal gelukkig zo getrouw mogelijk doorgegeven. Dit onder andere door zondagsscholen, basisscholen en een theologische faculteit. Voor de jeugd worden er wekelijks Bijbelstudies gehouden. Ook voor jongvolwassenen is er aandacht.
De Kerk van het Oosten wil alle gevaren die zijn voortbestaan mogelijk in de weg staan recht in de ogen te kijken. Dat is trouwens de uitdaging van alle Midden-Oosterse kerken waarvan de voorouders uit hun land van herkomst zijn weggerukt.
Gelukkig is er tegenwoordig wel wat meer religieuze vrijheid te vinden in Erbil, het deel van Irak waar vele kerken te vinden zijn en waar tegenwoordig zo goed mogelijk wordt omgegaan met religieuze minderheden.
Godsdienstvrijheid?
Godsdienstvrijheid is immers een mensenrecht, officieel ook in landen in het Midden-Oosten. Spijtig genoeg wordt dit mensenrecht daar echter niet altijd in praktijk gebracht. Vaak wordt de godsdienstvrijheid van mensen met andere religieuze opvattingen en van etno-religieuze minderheden niet gerespecteerd en blijven overeenkomsten dus dode letters. Ondanks de toenemende globalisering wordt dit alleen maar erger. Vanwege de toenemende communicatiemiddelen is het nu wel gemakkelijker om lokale schendingen van mensenrechten internationaal aan de kaak te stellen.
In het Westen worden etnische of religieuze minderheden gerespecteerd, maar in het Midden-Oosten probeert men nogal eens een homogene etnische of religieuze groep te vormen. Dan wil de religieuze of etnische meerderheid druk uitoefenen op de minderheden.
Een voorbeeld is artikel 26 van de Nationale Identiteitswet van Irak. Hierover schrijft de European Union Agency for Asylum dat in Irak iemand het recht heeft zich tot de islam te bekeren maar niet het recht heeft zich af te keren van de islam. Een document van de Amerikaanse overheid bevestigt dit en voegt eraan toe dat, vanwege een wet uit 1972, minderjarige kinderen van ouders die zich tot de islam bekeren automatisch moslim worden. Ook wordt in dit document de vraag gesteld of in Irak de godsdienstvrijheid voor christelijke en niet-christelijke minderheden –onder hen de Assyriërs, Chaldeeërs, Syriërs en Jezidi’s– wel gewaarborgd is. Echte godsdienstvrijheid is in het Midden-Oosten dus nog ver te zoeken.
De auteur is theoloog en voorganger van de evangelische kerk van Balen in België. Dit artikel is grotendeels een samenvatting van de lezing die Mar Awa III, de Katholikos-Patriarch van de (Assyrische) Kerk van het Oosten, op 24 februari hield aan de Katholieke Universiteit (KU) Leuven.