Zowel de blokkade van de PvdA tegen de gekozen burgemeester als de weerstand bij CDA en VVD tegen het nieuwe kiesstelsel heeft minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing ertoe gebracht zijn ontslag in te dienen bij de Koningin. „Een minister moet nooit zonder reden vertrekken, maar ook nooit zonder reden aanblijven.”
Zijn vertrek heeft alles te maken met zijn „persoonlijke en politieke geloofwaardigheid”, zei De Graaf woensdag. Hij verwees naar het stranden van zijn belangrijkste plannen, het nieuwe kiesstelsel en de gekozen burgemeester. „Dat waren voor mij de hoofdredenen om twee jaar geleden in dit kabinet te stappen.” Nu het ene plan geblokkeerd is en de uitvoering van het andere problematisch „heb ik persoonlijk mijn grens getrokken.”
De vraag naar je eigen geloofwaardigheid moet je volgens de ex-minister „voor 100 procent met ja kunnen beantwoorden.” Maar De Graaf zag het niet voor zich om ’s morgens in de spiegel te kijken en dan tegen zichzelf te moeten zeggen: „Hallo, ik ben de minister van Bestuurlijke Vernieuwing, maar ik heb overigens niets te melden.”
De D66’er gaf aan dat hij bij het nadenken over zijn eigen positie niet primair bij partijgenoten te rade was gegaan. Wat partijleider Dittrich betreft had De Graaf gewoon kunnen blijven. „Maar of je nog geloofwaardig bent kun je beter niet in eigen kring testen, maar daarbuiten.”
De ex-bewindsman haalde op zijn persconferentie woensdagavond nog eens hard uit naar de PvdA, die woensdagavond in de Senaat de gekozen burgemeester de pas afsneed. „De PvdA kwam voortdurend met nieuwe eisen, steeds nieuwe horden op de atletiekbaan. Ik heb sterk het idee dat men ’s ochtends al wist wat de einduitslag ’s avonds zou zijn. Wat mij betreft is dit het einde van een langjarig bondgenootschap tussen PvdA en D66. Maar dat is een persoonlijke ontboezeming.”
Ook toonde hij zich geïrriteerd over het verzet van coalitiepartner VVD tegen het nieuwe kiesstelsel. „Je kunt niet zeggen: alles is goed als het maar niet dit wetsvoorstel is en tegelijkertijd verzuimen zelf met werkbare alternatieven te komen.”
Volgens De Graaf is er woensdag binnen de coalitie niet serieus gesproken over compensatie voor D66, bijvoorbeeld door deze partij het onderwerp van de gekozen premier te gunnen. „Ook daarvoor is geen draagvlak. Zie alleen maar het CDA, dat geen gekozen premier wil.”
In een door de SGP-fractie aangevraagd kamerdebat steggelden de fracties woensdagavond nog een tijd lang over de vraag wie de schuld is van het vertrek van De Graaf. VVD en CDA benadrukten met alle kracht dat zonder het tegenstemmen van de PvdA in de Eerste Kamer De Graaf nu nog gewoon minister zou zijn.
PvdA en GroenLinks waren er stellig van overtuigd dat niet de burgemeesterskwestie, maar het gebrek aan steun voor het nieuwe kiesstelsel voor de bewindsman doorslaggevend was geweest bij zijn vertrek. In hun ogen hebben CDA en VVD De Graaf in de steek gelaten.