Bijbelse gerechtigheid bepalend voor omgang met migrant
Laten we de migranten- en vluchtelingenproblematiek onbevangen tegemoet gaan, oordelen op grond van feiten en vooral de Bijbelse gerechtigheid nastreven.

Over de aanwezigheid en de komst van migranten en vluchtelingen is veel te doen. Er wordt in diverse plaatsen geprotesteerd tegen de komst van een asielzoekerscentrum. Het laatste kabinet-Rutte is om asielzoekers gevallen. Bij de Kamerverkiezingen werd de PVV er de grootste partij om. Sindsdien is het een dominant thema. De uitvoering van een opvang- en huisvestingsbeleid voor vreemdelingen is dan ook niet eenvoudig. Er spelen allerlei ideologische en feitelijke bezwaren.
De HEERE neemt in Zijn wetgeving de vreemdeling, de weduwe, de wees en de arme in bescherming
In dit artikel wil ik de Bijbelse lijn laten zien en illustreren met uitspraken van ervaringsdeskundigen. Dat is van belang voor een evenwichtig en verantwoord christelijk oordeel.
Bijbelse barmhartigheid
Als God zich aan Mozes bekendmaakt (Exodus 3) herinnert Hij hem aan Zijn verbond met de aartsvaders. Zij verbleven als vreemdeling in Kanaän. De belofte die de HEERE aan hen heeft gedaan, gaat Hij nu inlossen door hun nageslacht als asíelzoekers in het land van de belofte te brengen.
God verlost Israël, maar Hij geeft ook geboden aan hen met het oog op een goed leven. De HEERE neemt in Zijn wetgeving de vreemdeling, de weduwe, de wees en de arme in bescherming (Exodus 22:20). Dit bevestigt Hij diverse keren (Exodus 23:9; Leviticus 19:33-34). Hij verlangt barmhartigheid en hulpvaardigheid.
Mensenrechten hebben alleen kans van slagen als ze door de instituties en de samenleving worden geschraagd
Onbekend maar belangwekkend is de bepaling in Leviticus 25:35. Die houdt in dat, wanneer iemand van het volk tot armoede vervalt en zich niet kan redden, bijstand aan hem moet worden verleend. De motivering daarbij is, vrij vertaald: „zoals je ook een vreemdeling zou helpen die bij je te gast is”. Je mag niemand laten verkommeren.
In het vijfde boek van de Wet, Deuteronomium, vervloekt de HEERE wie het recht van de vreemdeling, de wees en de weduwe buigt. Dat is een uitspraak die ontzag voor Zijn gebod wil opwekken (27:19). Als christenen moeten we bereid zijn om te doen wat God in de Wet voorschrijft. Jezus komt erop terug aan het einde van Zijn aardse leven (Mattheüs 25:31-46).
Uitsluiting
Voor mijn boek over migranten vroeg ik prof. dr. Ernst Hirsch Ballin, emeritus hoogleraar op het gebied van de mensenrechten, hoe hij oordeelt over de migratie- en asielpolitiek van onze regering. Voor hem zijn de rechten van vreemdelingen mensenrechten. Die hebben alleen kans van slagen als ze door de instituties (parlement, regering, rechtswezen) en door de samenleving worden geschraagd, met argumenten worden verdedigd en in praktijk worden gebracht.
Het multiculturele naast-elkaar-leven is mislukt
In de internationale rechtsorde geldt dat de waardigheid van ieder mens een hoger goed is dan soevereiniteitsclaims van nationale staten. Niemand mag worden uitgesloten van bescherming. In een democratische rechtsstaat is iedereen daarbij ingesloten. Dat staat lijnrecht tegenover uitsluiting en discriminatie van mensen op grond van groepskenmerken. Als een meerderheid anderen van bescherming uitsluit en volledige juridische bescherming aan de leden van de eigen nationale groep voorbehoudt, worden de beginselen van de democratische rechtsstaat aangetast. Dat strijdt met de menselijke waardigheid.
Serieuze waarschuwing
Nederland kent een omvangrijke instroom van migranten. Zijn ze een bedreiging voor onze bevolking? De Amsterdamse voorganger Jurjen ten Brinke ontkent dit: „Ik ben geneigd te zeggen dat dit niet zo is.” Zijn argument is dat alle mensen zijn gemaakt naar het beeld van God en dat we de kans moeten aangrijpen om de vreemdeling in ons midden te leren kennen. Het zit volgens hem in onze samenleving om de Nederlandse cultuur superieur te achten ten opzichte van andere culturen. Maar in het licht van de Bijbelse normen en waarden ligt dit toch anders. De heersende houding van ”ik heb daar recht op” is een afgod geworden en bedreigt de gemeenschap. Dit heeft geleid tot een gezagscrisis, die de diepere oorzaak is van de integratiecrisis waarvan inderdaad sprake is. Het multiculturele naast-elkaar-leven is mislukt.
Een ideaal van onze cultuur is ”gelijke rechten voor iedereen”, maar daarin zijn we volgens Ten Brinke vastgelopen. Wat nu bijvoorbeeld niet gebeurt, is dat je een asielzoeker met een strafblad het land uitzet. Als je dit met 25 asielzoekers zou doen, zou dit als een lopend vuurtje door heel hun gemeenschap gaan en zou die gemeenschap dit als een serieuze waarschuwing opvatten. De Nederlandse overheid zou een paar keer haar gezag moeten laten gelden en zo dit gezag herstellen. Dan hoeven ordehandhavers niet meer met de kraan open te dweilen en kan de IND zich waarmaken. Je kunt dit een opvoedstrategie noemen, die migranten gewoon nodig hebben. Zo zijn ze het ook gewend in hun land van herkomst. Integratie levert overigens voor de meeste migranten geen problemen op. Problemen worden vooral veroorzaakt door migranten uit Eritrea en Somalië.
Laten we daarom de migranten- en vluchtelingenproblematiek onbevangen tegemoet gaan, oordelen op grond van feiten en vooral de Bijbelse gerechtigheid nastreven.
De auteur is gepromoveerd op een juridisch onderzoek naar de democratische rechtsstaat, een historisch onderzoek naar mensenrechten, een economisch en een theologisch onderwerp.