Wandel mee door het negentiende-eeuwse Parijs met Charlotte Dematons en dakloze Georges
Je moet wel een kenner van impressionistische schilderijen zijn om ze meteen te zien, zwerver Georges en zijn vriend Jacques. Ze kuieren langs de Seine, tussen andere mensen, op het schilderij ”Quai de Louvre” van Claude Monet (1867). Alleen: het was niet de beroemde Franse schilder die de twee schilderde. De vaak bekroonde illustrator Charlotte Dematons voegde de heren toe.

Ze prijken op de omslag van het boek ”Een wandeling door impressionistisch Parijs met Georges en Jacques” dat ze maakte op verzoek van het Kunstmuseum in Den Haag. Achter hen huppelt een zwarte kat die –net als Georges– ook op elke dubbele pagina van het boek terug te vinden is, net als een grijze luchtballon en een gele ballon.
Soms tekent de illustrator –die in Frankrijk opgroeide– die vier items in een negentiende-eeuws schilderij, zoals hier. Ze kunnen ook zomaar opduiken in de paginabrede tekeningen van Dematons die als een lang lint onderaan de pagina’s lopen. Daarin en in de beknopte tekst vertelt ze het verhaal van de aan lager wal geraakte Georges. Het begint in de Jardin des Tuileries, hartje Parijs. De dakloze man zit ineengedoken op een bankje, een alpinopetje op. Maar waar zijn de kat en de luchtballon? Goed kijken loont: een Dematons bevat nou eenmaal grapjes en zoekelementen. De gele ballon –die in veel van Dematons’ boeken een rol speelt– zweeft duidelijk zichtbaar op het op dezelfde pagina afgebeelde schilderij van Monet: ”Tuin van de Tuilerieën” (1876, hier is het origineel afgebeeld, zonder de ballon).

Op het schilderij ”Avenue de l’opera” van Camille Pissarro houdt een van de figuren zo’n gele ballon in de hand. Een geel stipje, meer is niet zichtbaar – echt niet alle voorwerpen zijn zomaar te vinden. Wie de tijd neemt ontdekt nog veel meer: een jochie dat met een bootje speelt bijvoorbeeld, maar zelf in het water belandt. Zijn keurige moeder houdt een paar platen verderop een doorweekt jasje in haar hand.
Het idee om een dakloze als hoofdpersonage te nemen ontstond toen Dematons met haar dochter Julie door Parijs dwaalde, als voorbereiding op het boek dat hoort bij de tentoonstelling ”Nieuw Parijs: van Monet tot Morisot” (te zien tot en met 9 juni, Kunstmuseum Den Haag). Ze ziet, tussen de trappen van de wijk Montmartre, stukjes niemandsland waar daklozen een verblijfplek hebben gebouwd of zelfs een hometrainer neerzetten. Ze doen niet mee met de maatschappij, maar observeren. Een prima perspectief voor het boek, vindt de tekenaar: kijken vanaf de zijlijn.

Via het verhaal van Georges voert Dematons je door Parijs en langs de hoogtepunten van het Franse impressionisme. Veel Monets, en evengoed schilderijen van onder anderen Gustave Caillebotte, Édouard Manet en Auguste Renoir komen voorbij. Scènes uit de Frans-Pruisische oorlog door de ogen van Manet bijvoorbeeld, de oorlog die Georges’ liefde Jeanne het leven kostte. Maar ook ”La Grenouillère” (Claude Monet, 1869), de vijver net buiten Parijs, waar Parijzenaren graag een dagje naartoe gingen – en waar het verhaal van Georges en Jacques eindigt. Samen op een bankje, lachend en gebarend, de zwarte kat op schoot.


Parijs. Een wandeling door impressionistisch Parijs met George en Jacques, Charlotte Dematons; uitg. Leopold (i.s.m. Kunstmuseum Den Haag); 32 blz.; € 16,99