Onderwijsminister VS sloopt eigen departement in opdracht van Trump
Je zult maar benoemd worden als minister met als belangrijkste taak je eigen departement te ontmantelen. Weinig eervol, zeggen veel mensen. De vorige week beëdigde Amerikaanse minister van Onderwijs, Linda McMahon, heeft van Trump feitelijk die opdracht gekregen. En ze gaat voortvarend aan de slag.

McMahon wond er deze week geen doekjes om. Eind volgende week moet op haar ministerie een personeelsreductie van bijna 50 procent zijn gerealiseerd. Op 20 januari, de dag dat Trump aantrad, werkten er bij het federale ministerie van Onderwijs 4133 mensen. Van hen mogen er 2183 blijven. De rest is deze week op straat gezet. En volgens de kersverse minister is dat slechts een tussenstand. Naar haar mening is het vertrek van deze ambtenaren ook geen verlies. „Ze zijn overbodig, of druk met programma’ s waar het onderwijs, de kinderen en het land niet beter van worden.”
Met dat laatste bedoelt McMahon instructies, subsidies en lespakketten voor diversiteit, gelijkheid en inclusie „die vooral de idealen van de lhbti-lobby bevorderen”. In navolging van president Trump zegt de minister dat het federaal ministerie er vooral is om „jongeren te indoctrineren met ongepast raciaal, seksueel en politiek materiaal”.
Christelijke scholen
De afbraak van het onderwijsministerie is niet de enige hervorming die Trump wil. Het gaat hem er ook niet alleen om het onderwijs „te zuiveren van de lhbti-dogma’s en transgendergekte”, zoals Trump zegt. Hij wil ouders ook meer ruimte geven om zelf de keuze van de school te bepalen. Eind januari tekende hij een decreet waardoor er meer federaal geld beschikbaar komt voor ouders die hun kind naar een religieuze of particuliere school willen sturen. Zij kunnen een voucher krijgen waarmee ze het onderwijs voor hun kind kunnen betalen. Met name voor christelijke scholen, die tot nu toe geheel op particulieren gelden moeten draaien, is dit een uitkomst.
Opvallend is wel dat Trump de uitwerking van deze nieuwe regel niet opdroeg aan het ministerie van Onderwijs maar aan het departement van Volksgezondheid en Welzijn. Daarmee gaf hij een duidelijk signaal dat het ministerie van Onderwijs wat hem betreft overbodig is.
Trump is niet de enige die in politiek Washington af wil van het federale ministerie van Onderwijs. Die wens leeft ook bij de meerderheid van zijn partijgenoten. Sinds president Carter in 1979 zijn handtekening zette onder de wet waarmee het departement werd opgericht, verzetten de Republikeinen zich tegen deze instelling. Dat verzet kwam toen niet zozeer voort uit zorg over ideologische beïnvloeding van het onderwijs door het ministerie. Het had vooral te maken met de Republikeinse afkeer van overheidscontrole. Financiering van het onderwijs en toezicht op de lesprogramma’s behoren volgens hen tot de autonomie van de afzonderlijke staten. Daar moet naar hun overtuiging Washington buiten blijven.

De opeenvolgende Republikeinse presidenten en partijleiders hebben steeds weer pogingen ondernomen om het ministerie op te heffen. Waarbij in de loop der jaren de oude argumenten zijn aangevuld met bezwaren tegen de ideologische, progressieve koers van de ambtelijke staf op het ministerie. De conservatieve Republikein Newt Gingrich, die halverwege de jaren negentig voorzitter van het Huis van Afgevaardigden was, noemde het onderwijsministerie het „politbureau van het Amerikaanse onderwijsland”.
Sloop
Elke poging om het ministerie te sluiten is tot op heden mislukt omdat het Congres niet meewerkt. Zonder die steun kan een president daartoe niet besluiten. Voor opheffing is een wetswijziging nodig. Weliswaar hebben de Republikeinen nu in beide kamers van het Congres de meerderheid, maar daarmee is de race niet gelopen. Bij een eerdere stemming over een voorstel tot sluiting stemden zestig Republikeinse afgevaardigden tegen.
Ook in de Senaat zal het niet lukken. Volgens juristen is voor de opheffing een zogenoemde gekwalificeerde meerderheid nodig. Dat betekent dat er minstens zestig senatoren moeten instemmen. De Republikeinen hebben daar op dit moment 53 zetels. Het is uitgesloten dat er zeven Democratische senatoren zijn te vinden die een dergelijk voorstel zullen steunen.
Trump probeert nu de sloop van het ministerie te realiseren door ontslag van een groot deel van de ambtenaren. Het ministerie blijft daardoor formeel intact, maar wordt feitelijk lamgelegd.
Vinkentouw
Democraten en onderwijsbonden zeggen dat met die kaalslag het ministerie zijn wettelijk taken niet langer goed kan uitvoeren. De primaire rol van het ministerie van Onderwijs is het sturen van federaal geld naar openbare scholen, het beheren van financiële hulp voor colleges en het beheren van federale studieleningen. Het handhaaft verder burgerrechtenwetten op scholen en ondersteunt programma's voor studenten met een beperking. De oppositie zegt nu dat met name arme groepen door de afbraak in de knel zullen komen, omdat de studiefinanciering door de federale overheid wordt geëlimineerd. Een woordvoerder van het ministerie bestrijdt dat. Hij zei deze week dat deze taken niet in gevaar komen.

Verschillende organisaties en regeringen van een twintigtal staten met een Democratisch bestuur zitten op het vinkentouw. Zodra het ministerie taken onvoldoende uitvoert, zullen ze naar de rechter stappen. Keri Rodrigues, de voorzitter van de Nationale Oudervakbond, zei woensdag: „Geloof me als ik zeg dat er ouders in dit land zijn die dit nauwlettend in de gaten zullen houden, en op het moment dat er geen directe naleving is van de wettelijke vereisten, van de federale wetgeving, zal dat bij de rechtbank worden aangevochten.”