Reservist paraat bij bewaking tunnels en bruggen om toenemende dreiging Russen
Reservisten bewaken bruggen en tunnels bij de toenemende dreiging van de Russen. „Nederland is een belangrijk doelwit.” Bataljons kampen echter met een tekort aan manschappen en materieel.

Vrijdag. 7.49 uur. Twee Scanialegertrucks en twee Amarokterreinvoertuigen rijden het terrein van Alstom in Rhoon op, een onderhoudsbedrijf voor locomotieven, ingeklemd tussen een spoorwegemplacement en de snelweg A15 ten zuiden van Rotterdam.
Dik dertig reservisten stappen uit. Stijgen uit, in jargon. Helm op. Geweer in de aanslag. „Ontplooien”, commandeert een groepscommandant van de Alfacompagnie. Gedisciplineerd zwermen de militairen uit over het terrein en nemen strategische posities in.
Het Korps Nationale Reserve oefent in Rhoon op de bewaking en beveiliging van vitale infrastructuur in oorlogstijd. „Defensie voert via deze locatie brandstof en reservedelen aan naar de gevechtsbrigades op de oostflank van het NAVO-gebied”, zegt commandant Peter van Velthuijsen (61) over het oefenscenario.
Rhoon is vandaag cruciaal in de strijd tegen de Russen. „Zonder aanvoer van brandstof staan onze tanks en pantservoertuigen in Polen en Litouwen stil”, zegt kapitein Van Velthuijsen – twintig jaar reservist én eigenaar van een marketingbureau. Het oefenscenario is volgens hem realistisch. „Kijk wat er in de wereld gebeurt.”
Twee dagen is de Alfacompagnie van 20 Infanteriebataljon Bewaken en Beveiligen Korps Nationale Reserve (IBB KNR) in touw. Onmogelijk lange naam. Wie bedenkt zoiets? „Waarschijnlijk een generaal”, zegt sergeant-majoor Dennis Berger (50), reservist én productiemanager bij Alstom.

Op de motorkap van de Amarok instrueert sergeant-majoor Bart Belder (34) vier groepscommandanten. „Daar richten we een commandopost in”, zegt de plaatsvervangend pelotonscommandant, wijzend op een kaart van de omgeving. De vier noteren de locatie in hun boekje.
Sergeant-majoor Belder dient twaalf jaar als reservist. Soldaatje spelen? „Nee”, zegt hij resoluut. „Als er echt onrust ontstaat in de wereld bewaken en beveiligen wij Nederland. En wij zorgen ervoor dat onze gevechtseenheden de oorlog ter plekke kunnen voortzetten. En winnen.”
NAVO-top
De oefening in Rhoon is belangrijk voor de training van het bewaken en beveiligen van vitale objecten, zegt luitenant-kolonel Roland Slegers, sinds februari commandant van het Korps Nationale Reserve. „De oefening is ook een generale repetitie voor de NAVO-top van eind juni.” Reservisten helpen dan een legertje regeringsleiders en staatshoofden in Den Haag te beveiligen.
De NAVO houdt daar overleg op hoog niveau. Want de dreiging neemt toe. Poetin kan binnen twee jaar een Baltische staat binnenvallen en binnen vijf jaar een ander West-Europees land, waarschuwde de Deense inlichtingendienst recent. Rusland is al bezig met hybride oorlogsvoering, met bijvoorbeeld sabotageacties tegen civiele infrastructuur in het Westen.

Door de Russische dreiging moet defensie zich weer richten op hoofdtaak één: bescherming van het grondgebied van Nederland en bondgenoten. Het belang van reservisten neemt daarbij snel toe. Bij een Russische aanval op een NAVO-land treedt artikel 5 van het bondgenootschap in werking: een aanval op één is een aanval op allen. „Als Nederlandse militairen moeten vechten aan de oostflank van het NAVO-gebied, wie zijn dan van de bewaking en beveiliging van Nederland?”, zegt luitenant-kolonel Slegers. „Wij. Het Korps Nationale Reserve.”
Nederland is bij Russische sabotageacties, aanvallen met raketten en drones een belangrijk doelwit, legt de overste uit. Nederland is namelijk een cruciaal doorvoerland voor militair materieel, maar ook een knooppunt van internetverkeer en energiedistributie.
„Het slopen van een tegenstander om een oorlog te winnen, richt zich op militaire en civiele knooppunten, op snelwegen, spoorwegen, energiecentrales, havens en luchthavens”, weet Slegers, die onderzoek heeft gedaan naar bedreigingen voor het zogeheten voortzettingsvermogen van de krijgsmacht.
Reservisten richten zich juist op de bewaking en beveiliging van die vitale objecten. „Ze staan hun mannetje”, benadrukt de korpscommandant. „Ik tref veel ervaring, vakmanschap en enthousiasme aan bij de bataljons.”
Onverwachts krijgen de militairen van de Alfacompagnie van 20 Infanteriebataljon in Rhoon de nodige incidenten voor hun kiezen. Een koppel demonstranten, gewapend met spandoeken, rukt op naar de poort van Alstom. De meute roffelt met stokken op zwarte Gamma-emmers om hun eis kracht bij te zetten. Dreigend. Gezichten bedekt. Activist tegenover reservist. „Weg ermee, weg ermee”, scanderen de schreeuwers. Waarmee, weet niemand. Maar in een oefening kan dat.
De militairen acteren snel. „Alarm, poort sluiten.” De reservisten trekken zich terug achter manshoge barrières. „Blijf de linie behouden”, commandeert de groepscommandant. „Roger?” De manschappen mompelen instemmend. De agressie van de activisten neemt toe. „Oprotten, oprotten.”
Uitdaging
Het Korps Nationale Reserve telt dik 3000 manschappen, verdeeld over drie eenheden: 10 Infanteriebataljon Bewaken en Beveiligen KNR (onderdeel van 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte) voor Noord-Nederland, 20-bataljon (onderdeel van 11 Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen) voor het midden van het land en 30-bataljon (onderdeel van 13 Lichte Brigade in Oirschot) op de zuidelijke provincies.
De bataljons staan voor grote uitdagingen om beter voorbereid te zijn op de Russische dreiging. Het korps kampt met tekorten aan manschappen en materieel. „Het is niet zo dat we op een driewieler met twee lekke banden rijden”, reageert luitenant-kolonel Slegers. „Maar er is nog het nodige werk aan de winkel.”

De grote vraag is of de reservisten voldoende zijn opgeleid. „Nog niet”, zegt Slegers. De overste constateert verschillen tussen de drie bataljons, gelegerd in Havelte, Schaarsbergen en Oirschot. De geoefendheid verschilt. Welk bataljon het minst gereed is, kan de commandant niet zeggen.
Ook de militaire uitrusting van reservisten vertoont tekortkomingen. Bij het ene bataljon ontbreken nachtzichtkijkers, bij het andere ontbreekt voldoende communicatieapparatuur. Slegers benadrukt juist de noodzaak van hoogwaardige uitrusting. „Wij hebben bijvoorbeeld drones en sensoren nodig om met minder mensen een groter gebied te kunnen beveiligen.”
Tekorten zijn te wijten aan de decennialange bezuinigingen op de krijgsmacht. „We zijn er lange tijd van uitgegaan dat er zich toch geen oorlog in Europa meer zou voordoen. Daarom zijn de bataljons ook jarenlang ingezet voor allerhande hand-en-spandiensten in het land.”
De toenemende agressie van de Russen drukt de krijgsmacht met de neus op de feiten. Nederland richt zich daarom defensiebreed op militaire paraatheid. Daarbij moet ook de kwantiteit en de kwaliteit van het korps reservisten omhoog. „Het aantal reservisten moet groeien. Daar passen zes in plaats van drie bataljons bij.”
Om reservisten beter klaar te stomen, gooit Defensie het roer om. Elke reservist krijgt voortaan een basisopleiding van tien weken in plaats van twee. Een vervijfvoudiging. „Daarmee kan een reservist direct volwaardig meedraaien in een bataljon.”
„Hier Charlie…”
Bij de poort van spoorbedrijf Alstom in Rhoon overlegt de groepscommandant via de radio over de actievoerders. „Bravo, hier Charlie. Over. De demonstranten weigeren te vertrekken.” Even later treedt de opgetrommelde marechaussee op. Een voor een worden de activisten ingerekend en afgevoerd. Opgeruimd staat netjes.

Plotseling begint in de werkplaats van Alstom het brandalarm te loeien. Een locomotief in onderhoud staat in lichterlaaie. Rookwolken walmen naar buiten. Stress slaat toe. De reservisten moeten snel schakelen en hun aandacht verdelen.
Even later rijden drie brandweerwagens met loeiende sirene voor. Bhv’ers van Alstom in oranje hesjes slepen een eerste slachtoffer naar buiten. Zwartgeblakerd gezicht, kleren verschroeid. De vrouw rochelt gevaarlijk. Ademhalingsproblemen. Reservisten moeten aan de bak met hun vaardigheden bij het verlenen van eerste hulp. De brandweer redt nog vijf andere slachtoffers. Hoestend en proestend.
Enorme ambitie
Defensie maakt dankbaar gebruik van reservisten. De krijgsmacht telt in totaal ongeveer 8000 reservisten, waarvan 4500 bij de landmacht. De doelstelling is om te groeien naar 20.000 man voor de gehele krijgsmacht in 2030, waarvan 12.000 bij de landmacht, zegt generaal Peter van der Tuin in Rhoon. „Een enorme ambitie.” Want Defensie kampt op hetzelfde moment met ruim 11.000 vacatures. Voor beroeps en reservist.
De grote vraag is waar luitenant-kolonel Slegers van het Korps Nationale Reserve nieuwe manschappen vandaan hoopt te halen. „Creatief zijn”, reageert de commandant nuchter. „Onder jongeren groeit de interesse om bij te dragen aan de veiligheid van de samenleving.” Hij wijst ook op de kracht van werving. „De instroom is daardoor positief. Het personeelsbestand vertoont een stijgende lijn. Het aantal functies groeit echter ook, waardoor het aantal vacatures maar langzaam daalt.”

Slegers hoopt ook reservisten aan te trekken uit bijvoorbeeld dienjaarmilitairen, die tegen betaling een jaar meedraaien bij landmacht, luchtmacht of marine. De overste richt zijn vizier verder op beroepsmilitairen die de dienst verlaten, maar actief willen blijven als reservist.
Slegers staat echter óók voor de vraag waar het korps nieuwe kandidaten laat, hoe deze goed uit te rusten en op te leiden. „Voorlichtingsavonden zitten propvol en voor sommige bataljons zijn sollicitatiestops ingesteld. De groei kan alleen geleidelijk plaatsvinden. We moeten opleiders opleiden en gebouwen bouwen. Dat kost tijd.”
Om meer reservisten binnen te halen, zouden volgens de luitenant-kolonel de arbeidsvoorwaarden moeten verbeteren. „Een reservist zou gewoon een vast aantal basisuren gegarandeerd moeten krijgen.” Reservisten zijn pakweg zes uur per week, 300 uur per jaar kwijt. „Iemand met een fulltime baan krijgt daarmee een zesdaagse werkweek. Dat gaat ten koste van je privéleven, ten koste van je gewone baan en ten koste van defensie.”
Fluitend
Waarom zou iemand reservist willen worden? Voor Slegers geen vraag. „Defensie traint reservisten om met verschillende soorten mensen in moeilijke, oncomfortabele omstandigheden te opereren. Ze leren om niet altijd zichzelf voorop te stellen, maar het team.”
Bovendien zijn vrede, vrijheid en veiligheid niet vanzelfsprekend, benadrukt de luitenant-kolonel. „Willen we een veilig, comfortabel Nederland behouden, dan zullen we daar met z’n allen aan moeten bijdragen. Mensen moeten niet alleen vragen, maar vooral ook géven voor onze maatschappij.”
Commandant Peter van Velthuijsen van de Alfacompagnie geniet van zijn inzet als reservist. „Zo’n gezonde uitdaging voor lichaam en geest en zo’n kameraadschap vind je niet in de burgermaatschappij. Dat tref je alleen aan bij defensie”, zegt de oud-dienstplichtige. „Er is niks mooier dan ’s ochtends om 5.00 uur uit je tent in het bos te kruipen, de vogels te horen fluiten en de mist te zien optrekken. En nog betaald krijgen ook.”