Rond het kabinet hangt een zware crisissfeer nadat minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing woensdagavond is afgetreden. Zijn partijgenoten in het kabinet, minister Brinkhorst van Economische Zaken en staatssecretaris Van der Laan van Cultuur, hebben hun positie in beraad. Zij blijven alleen aan als onderhandelingen met CDA en VVD bevredigend resultaat opleveren.
Pas als er overeenstemming is tussen de coalitiepartners over hoe het nu verder moet met bestuurlijke vernieuwing en andere beleidsthema’s komt D66 met een opvolger voor De Graaf. Volgens D66 leider Dittrich kan „over enkele dagen” duidelijk zijn of D66 door wil met dit kabinet en wie in dat geval de lege plaats van De Graaf inneemt. Of de nieuwe onderhandelingen openbreken van het regeerakkoord betekenen, is nog onduidelijk.
Het aftreden van De Graaf kwam woensdagavond na een dag van koortsachtig overleg binnen de coalitie. D66 eiste van CDA en VVD de spijkerharde garantie dat De Graafs plan voor een nieuw kiesstelsel onverkort zou worden uitgevoerd. Die garanties kreeg de partij niet. Het is met name de VVD die grote bezwaren heeft tegen het gemengde districtenstelsel dat ex minister De Graaf wilde invoeren. In dat stelsel krijgt elke burger twee stemmen: een om uit te brengen op een landelijke lijst en een om uit te brengen op een regionale kandidaat.
Het overeind blijven van het kabinet lijkt nu dus vooral af te hangen van de vraag of CDA en VVD aan D66 voldoende compensatie kunnen bieden voor de geleden schade. Die compensatie zal allereerst gezocht worden in de portefeuille Bestuurlijke Vernieuwing, maar wellicht ook daarbuiten. Het reguliere kabinetsberaad zal donderdag grotendeels gewijd zijn aan de crisis. Het is niet uitgesloten dat Brinkhorst en Van der Laan donderdagavond al hun conclusies trekken en opstappen. Dat zou de val van het kabinet betekenen.
De Graaf hield het in elk geval woensdag al voor gezien. Tijdens een persconferentie kregen de media een afschrift van zijn brief aan premier Balkenende. Daarin schrijft De Graaf dat het blokkeren van de gekozen burgemeester door de senaatsfractie van de PvdA bij hem meteen de vraag deed rijzen of zijn aanblijven nog wel geloofwaardig is. Maar bij zijn uiteindelijke besluit tot opstappen speelde evenzeer dat „er binnen de coalitie te weinig draagvlak is voor het kiesstelsel.” De Graaf: „Ik wil niet ’s morgens in de spiegel kijken en zeggen: Ik ben minister van … (stilte) en van Koninkrijksrelaties.”
De Graaf wilde zich woensdag niet uitspreken over de vraag of het voor D66 als geheel nog wel geloofwaardig is om in het kabinet te blijven. In het kamerdebat dat woensdag over de kwestie werd gevoerd gaf partijleider Dittrich aan dat hij er vertrouwen in heeft dat de post Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties de komende dagen nog op een zinvolle manier kan worden ingevuld.
Oud D66 voorman Van Mierlo suggereerde woensdag dat zijn partij een congres bijeen kan roepen over de vraag of voortgezette deelname aan de coalitie wenselijk is. Het partijcongres van D66 kon twee jaar geleden slechts met veel moeite ertoe worden overgehaald het zegel te hechten aan de coalitie. Ook tijdens het laatste congres in november vorig jaar was de kritiek op het kabinetsbeleid niet van de lucht. Het was vooral De Graaf die het congres er toen van wist te overtuigen dat het zinvol was om door te gaan.
Behalve Dittrich gaf ook premier Balkenende aan het volste vertrouwen te hebben in een goede afloop van de onderhandelingen tussen de coalitiepartners. D66 partijvoorzitter Pechtold daarentegen toonde zich donderdagmorgen in het radioprogramma De Ochtenden uiterst somber over de toekomst van de coalitie.