Nog steeds nieuwe adoptieaanvragen in behandeling genomen, ondanks adoptiestop
Ondanks de adoptiestop worden er nog steeds nieuwe adoptieprocedures gestart. Dat blijkt uit cijfers die het Reformatorisch Dagblad opvroeg bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Het was groot nieuws op 21 mei 2024: ”Kabinet stopt acuut met interlandelijke adoptie”. Minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) liet die dag weten uitvoer te gaan geven aan de motie die een maand eerder door de Kamer was aangenomen: een stop op interlandelijke adoptie vanwege de misstanden die de commissie-Joustra aan het licht gebracht had. Er zouden geen nieuwe adoptieprocedures meer gestart worden, beloofde de minister aan de Kamer. Alleen de nog lopende procedures, 587 stuks, zouden zorgvuldig afgerond worden.
Sinds mei 2024 zijn er echter nog wel degelijk nieuwe adoptieaanvragen in behandeling genomen. Dat blijkt uit cijfers die het RD opvroeg bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Sinds het aannemen van de desbetreffende Kamermotie zijn er nog achttien zogenoemde Buitenlands Kind ter Adoptie (BKA)-nummers afgegeven. Het BKA-nummer krijgen aspirant-adoptiefouders helemaal aan het begin van de adoptieprocedure. Het wordt wel omschreven als „het startpunt van het hele proces”.
Wel zijn er wijzigingen aangebracht in de procedure. Zo neemt Fiom niet langer de adoptieaanvragen in behandeling, maar is die taak bij de Centrale autoriteit (Ca) komen te liggen. In het oorspronkelijke proces kwam de Ca pas in beeld nadat de ouders geschikt bevonden waren om te adopteren en de zogenoemde beginseltoestemming hadden ontvangen. De reden die het ministerie voor de wijziging geeft, is dat de Ca aspirant-adoptiefouders „onder meer kan informeren over de ontwikkelingen in het adoptieveld en de dalende trend van het aantal adopties”.
Naast de 18 nieuwe aanvragen zijn er sinds mei vorig jaar 24 goedkeuringen verleend door de Ca. Zo’n goedkeuring is een matchingsvoorstel tussen een adoptiekind en een aspirant-ouder en vindt plaats in de afrondende fase van het proces. Woensdagmiddag is er in de Tweede Kamer een commissiedebat over de afbouw van adoptie.
Ontmoedigingsbeleid
Reinout van Haperen, woordvoerder van de Landelijke Vereniging van Adoptiegezinnen (LAVA), ziet dat het ministerie worstelt met de nieuwe adoptiewerkelijkheid. De vereniging kreeg meldingen van diverse stellen die na 21 mei 2024 een nieuwe adoptieaanvraag deden. „Die aanvragen werden aanvankelijk afgewezen door de uitvoeringsinstantie. De reden was dat er geen nieuwe procedures opgestart zouden worden. Daar hebben die stellen toen bezwaar tegen gemaakt. Want op basis waarvan zouden ze afgewezen kunnen worden? De wet is namelijk nog niet gewijzigd.”
Na een aantal bezwaarprocedures realiseerde het ministerie zich dat het afwijzen van nieuwe adoptieaanvragen in strijd is met de nog ongewijzigde wet, zegt Van Haperen. „Dus nu worden er weer gewoon BKA-nummers afgegeven.” Wel benadrukt het ministerie in een brief dat het starten van een nieuwe procedure allerminst een garantie is voor een daadwerkelijke adoptie. „Ontmoedigingsbeleid”, noemt Van Haperen dat. „Het ministerie wil de deur eigenlijk dichtdoen, maar omdat dat niet kan vanwege de juridische ruimte die er nog is, worden aspirant-adoptiefouders ontmoedigd om aan het proces te beginnen.”
Het RD kreeg inzage in zo’n brief. Als je je aan het begin van het proces bevindt, is de kans klein dat er ook daadwerkelijk een adoptie plaatsvindt, zo wordt in verschillende zinnen beklemtoond „Ook met een beginseltoestemming is het niet gezegd dat er een match tussen u en het adoptiekind plaatsvindt voor 1 mei 2030”, valt er te lezen. En: „Gezien het lage aantal adopties dient u er rekening mee te houden dat de procedure niet leidt tot een daadwerkelijke adoptie.” Naast de beperkte kans, wordt ook onderstreept dat het adoptietraject een „emotioneel en financieel kostbaar proces” is. „Daarbij is het niet mogelijk om de kosten die u maakt, terug te krijgen.”
Afbouwplan
Staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) presenteerde in december 2024 een afbouwplan voor interlandelijk adoptie. In 2030 moet het definitief afgelopen zijn met adoptie. In de tussenliggende periode worden de al lopende procedures afgerond en kunnen herkomstlanden en adoptiebureaus zich voorbereiden op de nieuwe situatie, zo schreef Struycken aan de Kamer. Ook wordt er nieuwe wet- en regelgeving voorbereid die de huidige Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) moet vervangen. Die nieuwe wet treedt uiterlijk aan het einde van de afbouwtermijn in werking.
Volgens Van Haperen, van LAVA, is het vervangen van de huidige Wobka echter niet zo makkelijk, omdat die wet gebaseerd is op internationale verdragen. „En internationale wetgeving gaat boven nationale.” Het klopt dat de Wobka de nationale uitvoeringswet is van het Haags Adoptieverdrag, zegt Ian Sumner, hoogleraar familierecht en internationaal privaatrecht aan Tilburg University. „Meer dan honderd landen hebben zich aan dat verdrag gecommitteerd. Wil je de Wobka in de ijskast zetten, dan zul je dus ook het verdrag moeten opschorten of opzeggen.”
Volgens Sumner schorten landen vaker verdragen op. „Oekraïne heeft dat recent met alle internationale kinderverdragen gedaan. Door de oorlog kunnen ze geen uitvoering aan die verdragen geven.” Zou het kabinet alleen de Nederlandse wet wijzigen, dan is de kans groot dat aspirant-adoptiefouders rechtszaken beginnen, zegt de hoogleraar. „Zij kunnen zich dan beroepen op het feit dat Nederland zijn internationale verplichtingen niet nakomt.”