Uiteindelijk hield de coalitie de gelederen gesloten. PVV en BBB stelden hun steun uit tot de onderhandelingen over de Voorjaarsnota zijn afgerond en bepalen dan of zij alsnog kunnen instemmen. Hun reserves brengen een Kamermeerderheid voor de steun niet in gevaar.

Vrijdag rond de ministerraad voltrok zich een soortgelijk ritueel als in dat debat. Bewindslieden van PVV en BBB toonden zich gepikeerd en overvallen. Ook die rimpels en plooien streek Schoof glad.

Duidelijk is dat de coalitie de woelingen van de afgelopen weken niet heeft voorzien en dat ook PVV, VVD, NSC en BBB zich afvragen wat hun te wachten staat. In het hoofdlijnenakkoord is niet opgenomen hoe te handelen als de wereldorde wordt opgeschud, in het regeerprogramma evenmin. Zo bekeken was de vraag wat te doen met de steun aan Oekraïne vorige week een serieuze test in improviseren, snel schakelen en slagvaardig handelen.

Schoof meende dat de passage in het regeerakkoord waarin staat dat zijn kabinet de steun aan Oekraïne „onverminderd” zou voortzetten hem voldoende rugdekking zou bieden, maar kwam van een koude kermis thuis. Dat roept vragen op.

Duidelijk is dat de coalitie de woelingen van de afgelopen weken niet heeft voorzien

Natuurlijk, dit kabinet is extraparlementair en dus hebben PVV en BBB meer vrijheid om zich onafhankelijk op te stellen dan in een normaal meerderheidskabinet. En nee, anders dan Rutte is Schoof geen primus inter pares, geen regeringsleider; alleen maar minister-president. Maar als het volstrekt legitieme, alleen iets te gehaast genomen besluit om de steun aan Oekraïne te prolongeren in de gelederen van coalitie en kabinet al zoveel heisa veroorzaakt, wat dan als Trump blijft doorgaan op de ingeslagen weg en het ergste nog moet komen? En als Schoof, wetend hoezeer de veiligheid van ons land afhangt van internationale machtsverhoudingen, doorlopend snel moet inspelen op nieuwe ontwikkelingen?

Gunnen PVV en BBB hem dan opnieuw geen millimeter speelruimte om iets te doen wat in hun ogen wel eens schadelijk zou kunnen zijn voor de beeldvorming?

Als deze partijen vastberaden van plan zijn het eigenbelang steeds voorrang te blijven geven, dan moesten VVD en NSC uit voorzorg maar eens nagaan hoe ver GL-PvdA, D66, CDA en ChristenUnie bereid zijn hun steun te geven; mocht dat nodig zijn. En PVV en BBB er subtiel op wijzen dat de Grondwet geen beletsel vormt om indien nodig vóór de geplande verkiezingsdatum in 2028 van coalitiepartners te wisselen, zonder dat daar vervroegde, tussentijdse verkiezingen voor nodig zijn.