Natuurmonumenten: Waterkwaliteit in Nederlandse natuurgebieden ver onder de maat
De waterkwaliteit in Nederlandse natuurgebieden staat ernstig onder druk. Dat blijkt uit onderzoek van Natuurmonumenten. „Heel zorgelijk.”

Hydrologen en ecologen hebben de toestand en trend van de waterkwaliteit van elf natuurgebieden beoordeeld. Hun conclusies liegen er niet om: van de zeven natuurgebieden is de toestand slecht, van de andere vier matig. De waterkwaliteit van zes natuurgebieden holt bovendien steeds verder achteruit.
Heel zorgelijk, stelt hydroloog Corine Geujen, die meewerkte aan het rapport. „Water is van levensbelang voor de natuur. Niet alleen de kwaliteit van het water, maar ook de grondwaterstand moet daarom op orde zijn.”
Geujen denkt dat de elf natuurgebieden een goede weerspiegeling vormen van de natuur in de rest van Nederland. Meerwaarde van het rapport is volgens haar dat het de aandacht vestigt op de waterkwaliteit in natuurgebieden, terwijl de focus meestal ligt op de kwaliteit van sloten, rivieren en beken.
Oeverkruid is sterk achteruitgegaan door droogvallen van vennen
Veel soorten planten, vogels, vlinders en libellen hebben te lijden onder de problematiek. Zo is oeverkruid, een zeldzame plant die groeit op oevers van vennen, sterk achteruitgegaan door het droogvallen van vennen in Natura 2000-gebied de Brabantse Wal. De geoorde fuut, een schaarse watervogel, is sinds 2018 niet meer in het gebied waargenomen.
Boetes dreigen
De onderzoekers zien meerdere verklaringen voor de achteruitgang van de natuurgebieden. Overmatige afvoer van water en grondwateronttrekkingen leiden tot lage grondwaterstanden. Door uitspoeling van bestrijdingsmiddelen en meststoffen raakt oppervlaktewater vervuild, wat desastreus is voor onder meer het waterleven. Klimaatverandering en weersextremen doen daar een schepje bovenop.
Volgens de Kaderrichtlijn Water moet het oppervlakte- en grondwater in 2027 in goede toestand zijn. Als dat niet lukt, dreigen boetes van tientallen miljoenen per jaar vanuit Brussel. Juristen zijn daarom beducht voor een toestand zoals de stikstofcrisis, waarbij er een streep ging door veel bouwprojecten.
Hoewel Nederland de doelen van de kaderrichtlijn waarschijnlijk niet haalt, vindt hydroloog Geujen wel dat we daarnaar moeten streven. Volgens haar zijn veel partijen, ook bijvoorbeeld de bouwsector en het bedrijfsleven, doordrongen van het belang van verbetering.
Watermanifest
Wat kan de overheid doen? „Laat ze intensieve veehouderij weghalen uit de buurt van kwetsbare natuurgebieden, zoals beekdalen”, adviseert ze. Nu gebeurt het volgens haar geregeld dat mest doorsijpelt in oppervlaktewater, met alle gevolgen van dien. Problematisch vindt ze dat het huidige kabinet veel minder geld heeft gereserveerd voor het uitkopen van boeren.
Met het oog op de klimaatverandering en de daaraan gerelateerde droge zomers is het volgens Geujen belangrijk om water vast te houden. Verder doet ze de oproep om in kaart te brengen waar lozingen in het oppervlaktewater plaatsvinden. Dat is ook een van de tien maatregelen die een brede coalitie van partijen steunt in een vorig jaar gepubliceerd watermanifest.
Ook burgers kunnen volgens de hydroloog een steentje bijdragen. „We gebruiken met z’n allen te veel drinkwater. Als elk huishouden 20 procent minder water zou gebruiken, kan de drinkwaterwinning ook flink omlaag. Dat werkt meteen door in natuurgebieden.”
Het is niet voor het eerst dat deskundigen waarschuwen voor de slechte waterkwaliteit in Nederland. Onderzoekers van de Wageningen Universiteit wezen er eind 2022 op dat slechts 1 procent van het water voldoet aan de Europese richtlijn. Nederland komt daarmee op de laatste plaats van de 27 lidstaten, volgens gegevens uit 2019. De Wageningse onderzoeker Peter Schipper noemt Nederland het „afvalputje van West-Europa”, omdat vervuild water via rivieren uit het buitenland het land binnenkomt.