EconomiePensioenen
„Ook nieuwe pensioenstelsel zal internationaal hoog scoren” 

Het Nederlandse pensioenstelsel hoort bij de beste van de wereld, blijkt keer op keer uit internationaal onderzoek. Volgens pensioenspecialist Marc Heemskerk komt die positie door de komende vernieuwing van het stelsel niet in gevaar.

Een werknemer met een netto inkomen van 40.000 euro houdt hier na zijn pensionering gemiddeld zo’n 93 procent van over, aan AOW plus aanvullend pensioen. Daarmee staat het Nederlandse pensioenstelsel wereldwijd aan de top. beeld ANP, Koen Suyk
Een werknemer met een netto inkomen van 40.000 euro houdt hier na zijn pensionering gemiddeld zo’n 93 procent van over, aan AOW plus aanvullend pensioen. Daarmee staat het Nederlandse pensioenstelsel wereldwijd aan de top. beeld ANP, Koen Suyk

Dinsdag brachten het Amerikaanse adviesbureau Mercer en beleggersorganisatie CFA Institute de ranglijst van 2024 naar buiten. In hun opdracht hebben onderzoekers van de Monash universiteit in het Australische Melbourne voor de zestiende keer pensioenvoorzieningen met elkaar vergeleken, inmiddels uit 48 landen.

Nederland staat bovenaan, gevolgd door IJsland, Denemarken en Israël. De afgelopen jaren eindigde Nederland wel vaker op de eerste plaats. Vorig jaar was dat ook het geval. In 2022 scoorde IJsland net iets beter. Onderaan de lijst staan India, Indonesië en Argentinië.

Actuaris Marc Heemskerk. beeld Abel Ponger

Marc Heemskerk is actuaris bij Mercer en gespecialiseerd in pensioenen. Een actuaris rekent in de verzekeringswereld risico’s door. Heemskerk heeft veel vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel en blijft optimistisch, ook nu dat stelsel op de kop gaat.

Waardoor doet Nederland het zo goed?

„De onderzoekers toetsen op drie aspecten: adequaatheid, duurzaamheid en integriteit. Met andere woorden: welk deel van het laatst verdiende inkomen behoudt iemand na zijn pensionering, in hoeverre lukt dat over tien jaar ook nog en is de pensioenregeling te vertrouwen? Wij staan wat adequaatheid betreft met stip bovenaan. Een werknemer met een netto inkomen van 40.000 euro houdt hier na zijn pensionering gemiddeld zo’n 93 procent van over, aan AOW plus aanvullend pensioen.

In IJsland, de nummer twee op de ranglijst, is die vervangingsratio met 52 procent een stuk lager. Maar daar hebben ze weer andere pluspunten. Bijvoorbeeld dat zzp’ers ook allemaal pensioen opbouwen, wat bij ons niet zo is.”

U rekent erop dat Nederland ook na de hervorming van ons pensioenstelsel aan de top blijft meedoen. Waar baseert u dat op?

„Die adequaatheid, het punt waar wij vooral op scoren, blijft gewoon hoog. De AOW verandert niet. Als we met elkaar evenveel premie in blijven leggen voor onze pensioenen, blijft ook daar de output min of meer gelijk. Ik heb geen signalen dat sociale partners op dit punt andere keuzes maken.”

Wat is het grootste risico bij de overgang van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel?

„Dat doet zich voor als de beurs juist in die tijd in elkaar zou storten en beleggingen opeens fors minder waard worden. In dat geval hebben fondsen misschien onvoldoende vermogen om over te gaan met behoud van de bestaande pensioenaanspraken. Als dat gebeurt, verwacht ik dat de transitie wordt uitgesteld. Je wilt natuurlijk niet dat je deelnemers meteen moet gaan korten.”

Oudere werknemers moeten bij de transitie worden gecompenseerd. Waarom is dat?

„Het is in het huidige stelsel zo dat jongere deelnemers de ouderen als het ware sponsoren. Iedereen betaalt namelijk dezelfde premie en krijgt daarvoor dezelfde aanspraak op pensioen. Maar de inleg van zo’n jongere kan nog tientallen jaren worden belegd en levert over die periode dus veel meer rendement op dan de premie van een oudere, die nog maar een paar jaar kan renderen.

Presentatie van het Pensioenakkoord in juni 2019 door toenmalig minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees en SER-voorzitter Mariette Hamer. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Bij de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel wordt het vermogen van een pensioenfonds in één keer verdeeld over individuele potjes. Ouderen worden dan niet meer ‘gesponsord’ en moeten dus wat extra vermogen op hun naam krijgen om hun huidige pensioenaanspraken te kunnen behouden. Hoe die compensatie precies uitpakt, verschilt per leeftijd en per fonds.”

Bij de totstandkoming in 2019 van het Pensioenakkoord tussen kabinet en sociale partners riepen optimisten dat iedereen er in het nieuwe stelsel op vooruitgaat. Kun je dat wel stellen?

„Nee, dat kun je niet zo in het algemeen stellen. Fondsen hoeven straks geen hoge buffers meer aan te houden, maar waar geen buffer is, is niets extra’s te verdelen. Verder hangt het van het rendement op beleggingen af hoe hoog pensioenen in de nieuwe situatie uitpakken.

Dat laatste is trouwens in het huidige stelsel ook al zo. Ook daarin is de uitkering niet 100 procent gegarandeerd en moet er soms gekort worden op de pensioenaanspraken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Pensioen

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer