Philips was sinds 2021 bezig met een grote terugroepactie van miljoenen slaapapneu-apparaten. Bij deze apparaten kon het isolerende schuim loslaten. De kwestie leidde tot hoge juridische kosten als gevolg van claims. Vorig jaar bereikte het bedrijf een schikking van 1,1 miljard dollar, waarmee het grootste deel van de klachten tot het verleden behoort. Daarmee zijn de juridische onzekerheden rond de slaapapneu-apparaten weggenomen, stelt Jakobs.

De focus kan volgens hem nu weer volledig komen te liggen bij innovatie. En dat gebeurt al volop, onder andere op het gebied van AI, stelt Jakobs. Volgens hem investeert Philips jaarlijks 1,7 miljard euro in onderzoek en ontwikkeling, waarvan ongeveer 700 miljoen euro in Nederland. Ongeveer de helft van alle innovatiemiddelen gaat naar AI en software voor zorgtechnologie.

„Een goed voorbeeld is onze nieuwste MRI-scanner, waarin AI volledig is geïntegreerd. Deze scanner is uitgerust om een aanzienlijke impact te maken bij de diagnose, behandeling en monitoring van Alzheimer”, aldus Jakobs. Zo wordt AI ingezet om de beelden die met MRI-scanners worden gemaakt te analyseren.

Toch beschouwt nog niet iedereen de slaapapneu-kwestie als afgewikkeld. Twee weken geleden werd bekend dat een groep van ruim honderd institutionele beleggers een schadevergoeding van ruim 800 miljoen euro claimt. Volgens hen heeft Philips jarenlang de gezondheidsrisico’s van de apparaten verzwegen. Toen de problemen in 2021 bekend werden, is het aandeel flink gedaald en maakten aandeelhouders grote verliezen.

Philips ontkende daarop aansprakelijk te zijn en meldde zich „krachtig” te zullen verdedigen tegen de beschuldigingen. Het bedrijf liet weten investeerders altijd „tijdig en adequaat” te hebben geïnformeerd.