OpinieOpinie

Wij kunnen Dirigent van levensconcert wel degelijk kennen

Een onbegrepen god als godsbeeld biedt vrijheid, maar je bent daarmee geheel aan jezelf overgeleverd. De God van de Bijbel echter laat je niet als kaal individu in een leeg universum staan. Dat moet de overheid ook beseffen.

Diederik van Dijk
18 February 2025 17:01
„De overheid kan burgers niet werkelijk vervullen en verlossen.” beeld iStock
„De overheid kan burgers niet werkelijk vervullen en verlossen.” beeld iStock

Een onbegrepen God. Dit is vandaag een vrij populair godsbeeld, als ik mij niet vergis. Een god die je niet scherp kunt omschrijven of typeren. Niet zomaar kunt plaatsen of definiëren. Van wie je ook niet zomaar kunt zeggen wat hij precies wil, voorstaat of van jou vraagt. Dat geeft ruimte voor een eigen invulling. Een onbegrepen god schept de mogelijkheid om hem te kneden en te vormen. Een god naar jouw eigen beeld, ten behoeve van jouw eigen project en persoonlijke behoeften.

Een onbegrepen god schept de mogelijkheid om hem te kneden en te vormen

Bijvoorbeeld een god die geen ruimte laat voor een eeuwig oordeel. En geen enkele intieme relatie of vorm van seksualiteit uitsluit. Welke keus jij ook maakt, jouw god gaat met je mee. De theoloog Reinhold Niebuhr omschreef dit godsbeeld ooit als „een God zonder woede die mensen zonder zonde brengt naar een koninkrijk zonder oordeel door de bemiddeling van een Christus zonder kruis”.

En wee degene die over jouw godsbeeld een kritische vraag stelt. Geloven is immers een persoonlijke zoektocht.

Bekendgemaakt

Overigens kan dit godsbeeld in de behoudende flank van de kerk even goed functioneren. Een onbegrepen god met wie je het nooit zeker weet. Van wie je niet weet of hij echt jouw behoud op het oog heeft, terwijl je maar moet afwachten of zijn genadige oproepen ook voor jou gelden. Laat staan dat je zeker kunt zijn van de zaligheid.

Ook dit godsbeeld geeft ons alle ruimte om de levende God van de Bijbel op afstand te houden. Sinds Genesis 3 zit dat bij ieder van ons er als vanzelf in, hoe orthodox we onszelf ook presenteren.

God is de geheel Andere en plaatst al onze ideeën onder het oordeel

Gelukkig laat de God van de Bijbel Zich wel degelijk kennen. En hoe! Exodus 34: „HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid, en overtreding, en zonde vergeeft; Die de schuldige geenszins onschuldig houdt.”

En deze God heeft Zich in het bijzonder bekendgemaakt in Christus, tot op het kruishout, om verloren en schuldige mensen te redden. In die zin is er volstrekt geen sprake van een onbegrepen God.

Alles op zijn tijd

Deze God is echter wel Gód, de geheel Andere, Die al onze ideeën onder het oordeel plaatst. Kenmerkend voor de weg die God met mensen persoonlijk gaat, is dat die doorgaans het meest haaks staat op ons comfort. Het is een kruisweg.

Soms is Gods werk onmiskenbaar en kun je Zijn hand in de geschiedenis bijna tasten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het ontstaan van de Joodse staat Israël in 1948. Een Godswonder. Maar heel vaak past ons grote voorzichtigheid om Gods handelen precies na te rekenen.

De mens heeft besef van tijd en is bezig met de tijd

We weten wel zeker, zegt Prediker 3:11, dat deze God alles op Zijn tijd mooi heeft gemaakt en de eeuw in ons hart heeft gelegd. „De eeuw in het hart gelegd”, een prachtige uitdrukking! Met voorbijgaan van alle exegetische moeilijkheden kun je twee dingen eenvoudig zeggen: de mens heeft besef van tijd en hij is bezig met de tijd.

Als we weten dat het besef van tijd hand in hand gaat met de boodschap dat alles er op zijn tijd moet zijn, zullen we om te beginnen weer meer liefde moeten hebben voor ritme en regelmaat. Het ritme van werken en rusten, rusten en werken. Een tijd om de longen uit je lijf te werken en een tijd om op te ademen. Een tijd om gezamenlijk onze christelijke feesten te blijven vieren.

De filosoof Marli Huijer vroeg zich af of we niet een ministerie van tijdsordening nodig hebben, naast dat van ruimtelijke ordening. Dat is helemaal zo’n gekke gedachte niet.

Waarden en tradities

Er leeft en gromt echter iets in onze tijd waardoor we die richting nog zeker niet in lijken te gaan. Want wat moeten we met onze tijd als we als kaal individu in een leeg universum staan? En wat doen we met de vele dingen die we niet begrijpen –ook het werk van God niet– en de zinloosheid die ons soms aangrijnst? Gaan we door die schrik onbewust steeds harder op de loop? Halen we daarom alles uit de kast om de tijd te doden?

De kerken moeten hun deuren en harten openen en tijd en ruimte bieden om God te ontmoeten

Hier staat de overheid duidelijk met lege handen. Zij kan burgers niet werkelijk vervullen en verlossen. Het is daarom tijd dat de kerken hun deuren en harten openen. Tijd en ruimte bieden om God te ontmoeten. En laat de overheid dan vooral niet doen alsof die aanwezigheid alleen maar achter de voordeur een plek mag krijgen. Ook het publieke domein roept om een hoopvolle boodschap die verder strekt dan de kale moraal van het individu. We snakken naar een correctie op de seculiere tijd.

Het is echt te hopen en te bidden dat overheden ook iets meer van de eeuw in hun hart krijgen. Dat ze besef hebben en krijgen van waarden en tradities die de tijd hebben doorstaan. Barmhartigheid, gerechtigheid, liefde. Werkelijke vrijheid en bescherming van het leven. Oog voor wat vertrapt dreigt te worden. Voor diegenen voor wie de tijd buiten de baarmoeder nog moet beginnen en voor hen die bijna uit de tijd zijn. Oog voor de christelijke cultuur en traditie.

Wonderlijk genoeg rekenen alle overheden op aarde ondanks de secularisatie nog steeds met God. Onze tijd draait nog steeds om de geboorte van Christus. Volgens de Bijbel was dat hét moment van de geschiedenis, het moment dat de tijd gevuld werd.

De hervormde theoloog A.A. van Ruler zei het ontroerend: „God heeft tijd voor ons gehad, het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.” Christus is de zin van de geschiedenis.

Vrolijke wetenschap

„Van het concert des levens krijgt niemand het program”, zo zei men vroeger. Een wat mistroostige opmerking. Immers, wij kennen wél de Dirigent van dit levensconcert. Wij kunnen deze God wel degelijk kennen. Wie de Zoon gezien heeft, heeft de Vader gezien.

Met die vrolijke wetenschap in ons hart kunnen we de tijd weer in en kunnen we de tijd weer aan. Hoe seculier die vandaag ook mag zijn. Want alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde heeft eeuwigheid.

De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de SGP. Dit artikel is gebaseerd op de toespraak die hij op 18 februari hield (naar aanleiding van Prediker 3:11) tijdens de residentiepauzedienst in de Waalse Kerk in Den Haag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer