Clara Wichmann baseert zich op onderzoek samen met de ngo Global Witness. Daaruit bleek volgens de organisaties dat advertenties voor stereotype vrouwenbanen zoals receptioniste voor het overgrote deel aan vrouwen werden getoond en advertenties voor bijvoorbeeld een baan als monteur aan vrijwel enkel mannen. De advertenties zelf zouden genderneutraal zijn opgesteld.

Daarmee is sprake van zogenoemd indirect onderscheid, stelt het college. Dat wil zeggen dat een manier van handelen die neutraal lijkt, toch personen met bepaalde kenmerken raakt. In dit geval dus door de werking van het algoritme, dat reageert op het klikgedrag van de gebruikers.

„Omdat het algoritme leert aan de hand van het klikgedrag van de Facebookgebruikers, kan een eenzijdig beeld ontstaan van die gebruiker met als gevolg dat het algoritme, zonder monitoring en eventuele maatregelen, stereotypering kan bevorderen.” Meta, het moederbedrijf van Facebook, doet onvoldoende om dit tegen te gaan, stelt het college.

Onlangs kondigde Meta-topman Mark Zuckerberg aan te stoppen met de inzet van onafhankelijke factcheckers in de VS en ook wil hij de moderatie van content beperken. Zuckerberg zei ook het interne beleid voor gelijke kansen voor mensen uit ondervertegenwoordigde groepen terug te schroeven.

Toch is het volgens Clara Wichmann „een belangrijke dag” voor Nederlandse Facebook-gebruikers. Algoritmen die discrimineren werken door in de samenleving en „belemmeren diversiteit” op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt, zegt juriste Berty Bannor van de organisatie. Bannor verwacht dat Meta het oordeel van het College serieus zal nemen, ook al is het niet bindend. Clara Wichmann overweegt om ook een rechtszaak aan te spannen bij de Nederlandse rechter, maar zegt eveneens open te staan voor „een constructieve dialoog” met Meta over een eerlijker systeem.

Meta was dinsdagmiddag niet bereikbaar voor een reactie.