Weer een mollentelling dit jaar: ‘Valentijnseditie’
Hoeveel mollen leven in Nederland en waar zitten ze precies? Daarover wil de Zoogdiervereniging meer te weten komen. De organisatie houdt daarom jaarlijks een mollentelling. Dit jaar noemt de vereniging het „de Valentijnseditie”. Op Valentijnsdag, en op zaterdag en zondag, kunnen mensen hun waarnemingen van molshopen doorgeven.
In februari begint het paarseizoen van de mol. „Mannetjes zijn in de maanden februari, maart en april op zoek naar vrouwtjes om zich voort te planten”, vertelt projectleider Elze Polman van de Zoogdiervereniging. „Mollen graven hun eigen gangenstelsel en willen normaal gesproken geen andere mollen in hun eigen gangen, maar tijdens de paartijd maken de vrouwtjes een uitzondering voor het mannetje.”
Het is volgens de vereniging het perfecte moment voor de mollentelling. De mannetjes leggen momenteel grote afstanden af. „Dit doen ze heel dicht aan de oppervlakte waardoor er zogenoemde ‘mollenritten’ ontstaan; een soort langgerekte molshopen.” Dat is dus goed te zien. Mensen kunnen het doorgeven als ze molshopen zien in de tuin via de tuintelling. Ook is er een mollenmeldpunt voor mensen die ergens anders mollensporen aantreffen.
Vorig jaar zagen deelnemers wel 80.000 molshopen. In tuinen ging het om 12.000 molshopen. „We kunnen hiermee alleen zien waar de mol voorkomt”, zegt Polman. „Mollen leven onder de grond dus we kunnen niet achterhalen hoeveel het er precies zijn.” Maar ze vindt de mollentelling ook belangrijk om het imago van het graafdiertje op te krikken. „Mensen zijn vaak niet blij met molshopen in de tuin, maar hierdoor kunnen ze zien hoe interessant het beest eigenlijk is.” Ze ziet dat de laatste jaren steeds meer mensen meedoen aan de mollentelling.