Oskar Schindler: redder van 1200 Joden en begraven op de berg Sion
”Oskar Schindler, de onvergetelijke levensredder van 1200 vervolgde Joden”. Zo is het op zijn grafsteen te lezen. In de Poolse stad Krakau staat de fabriek waar hij bewoners van het Joodse getto veiligheid bood.
Binnen, net naast de entree, bevindt zich een halfronde wand met portretten. Ernaast een citaat uit de Talmoed dat ook op de buitenmuur al te lezen was: „Iemand die één leven redt, redt de hele wereld.” Daaronder: „En hoeveel levens heeft Oskar Schindler gered? Als hij er niet was geweest, was ik er niet geweest, en mijn gezin niet, en mijn nakomelingen niet.” Het citaat is van een van de overlevenden van wie de zwart-witportretten hier op de muur zijn aangebracht.
Het moet zijn Joodse boekhouder Stern zijn geweest die de fabrikant het citaat uit de Talmoed voorhield. Schindler (1908-1974) was eerst spion voor het Duitse leger geweest. Hij was lid van de nazipartij en had er geen moeite mee om voor een gunstige prijs deze onteigende Joodse emaillefabriek aan te kopen. Hij nam Joden in dienst, maar alleen omdat ze goedkope arbeidskrachten waren.
Het werd echter steeds duidelijker dat de nazi’s erop uit waren de Joden uit te roeien. Toen ging er bij de fabriekseigenaar een knop om. Hij besloot zoveel mogelijk mensen te redden.
Schindler sliep vaak in zijn kantoor, zodat hij snel kon ingrijpen als de nazi’s een inval zouden doen
Eerbetoon
Schindler zette Joden die nog niet waren weggevoerd, op zijn werknemerslijst. Bij bejaarden en kinderen vervalste hij de geboortedatum, zodat ze voor arbeidskracht konden doorgaan.
Hij liet de Joden in een barakkenkamp wonen. In dit kamp werd niemand mishandeld of vermoord. Samen met zijn vrouw voorzag Schindler de bewoners van voedsel en medicijnen. Vaak sliep hij in zijn kantoor, zodat hij snel kon ingrijpen als de nazi’s een inval zouden doen.
Door zijn contacten en door mensen om te kopen, kreeg de fabrikant veel voor elkaar. In 1944 wist hij zijn werknemers naar Tsjechië over te brengen, in de veronderstelling dat ze daar veiliger waren. Zelf zat hij een week gevangen, maar daarna zette hij zijn reddingswerk voort. De 1200 Joden overleefden de oorlog.
In 1962 werd Schindler geëerd met een boom bij Holocaustherinneringscentrum Yad Vashem in Jeruzalem. Hij mocht die zelf komen planten. Over zijn levenswandel –gokken, drinken, overspel, zwarte handel– is het nodige gezegd en geschreven, maar de Joden die hun leven aan hem te danken hadden, bleven hem dankbaar.
De vroegere industrieel stierf in Duitsland. Zijn graf –betaald door geredde Joden– bevindt zich echter in Jeruzalem, op de roomse begraafplaats op de berg Sion. Postuum werden zijn vrouw en hij in 1993 erkend als ”rechtvaardigen onder de volkeren”, een onderscheiding die hij tijdens zijn leven niet kreeg omdat hij in het begin van de oorlog onteigend Joods bezit had overgenomen.
Zijn fabriek in Krakau doet nu dienst als museum. ”Fabryka Schindlera”, staat er op de buitenmuur. In de hal hangen foto’s van Schindler en er staat een machine uit zijn tijd. „Never again” (nooit meer), noteerde iemand in het gastenboek, denkend aan de Holocaust. Er hangt een foto van een aantal geredde Joden die in 2007 het graf van hun weldoener bezochten.
Getto
Onder de spoortunnel door kom je al snel bij het vroegere getto in de wijk Podgórze. De Duitsers gaven 3000 mensen daar opdracht hun huizen te verlaten. Vervolgens werden 15.000 Joden naar binnen gedreven.
Toen de Duitsers Polen in september 1939 binnenvielen, telde de stad nog 68.000 Joden. De meesten waren al gedeporteerd toen de bezetter in 1941 het getto inrichtte. Daar zaten de Joden opeengepakt in 320 gebouwen, met in totaal 3167 kamers.
Er kwam een muur om het getto te staan met vier bewaakte poorten. Zo werden de Joden uit de samenleving gehaald, waar de nazi’s hun geen plek meer gunden. Het was een opstapje naar erger: de meeste bewoners werden alsnog weggevoerd of op straat vermoord. Her en der in de wijk vertellen gedenkplaten wat hier tijdens de Duitse bezetting is gebeurd.
Van de gettomuur staat nog een stukje overeind. Het heeft de vorm van een rij grafstenen die aan elkaar verbonden zijn.
Op een plein (Plac Bohaterow Getta) staat het gettomonument: een aantal lege stoelen, ver bij elkaar vandaan. Ze staan symbool voor de leegte die achterbleef, toen het getto in maart 1943 werd ontruimd.
Op sommige stoelen liggen steentjes, een Joods symbool van herdenken. Aan verschillende stoelen zijn portretten bevestigd van Joden die in 2023 door Hamas zijn gegijzeld.
Aan het plein staat Apteka Pod Orlem, de apotheek –nu een klein museum– van Tadeusz Pankiewicz. Hij weigerde te vertrekken, woonde hier als niet-Jood tussen de Joden, verstrekte hun medicijnen en hielp hen ook door waardevolle spullen te verstoppen, voedsel te smokkelen en boodschappen over te brengen naar mensen buiten het getto. Hij beschreef hoe de Joden werden gedeporteerd „onder constant geschreeuw, te midden van meedogenloos slaan, schoppen en schieten. Er vallen veel doden, er zijn veel gewonden”. Het staat in schril contrast met de rust die hier nu in de straten heerst.
Ook Pankiewicz’ inzet werd door Yad Vashem erkend. Zelf schreef hij dat hij alleen maar zijn plicht had gedaan.
Gijzelaars
Aan de andere kant van de rivier de Wisla kun je in de vroegere Joodse wijk Kazimierz een route lopen langs synagogen, begraafplaatsen en een cultureel centrum. In de Oude Synagoge –de oudste van het land– is het vroegere Joodse leven in beeld gebracht. Het gebouw oogt als een vestingwerk, met schietgaten. In elke ruimte zit een bewaker verveeld voor zich uit te kijken.
De stad in het zuiden van Polen ligt maar even ten oosten van het vroegere vernietigingskamp Auschwitz. Bij de Tempelsynagoge hangt nu een spandoek: ”80 jaar na Auschwitz een Joodse toekomst opbouwen in Krakau”. Portretten van Joden die als gijzelaar naar Gaza zijn gedeporteerd, gaan vergezeld van de eis dat ze nú worden thuisgebracht.
Er staat een rij mensen voor het Joodse gemeenschapscentrum naast de synagoge. Bordjes op het hek spreken van groei, leven en hoop. Het hek gaat steeds een klein stukje open. Dan mag er één bezoeker naar binnen, maar die moet wel even de inhoud van zijn tas laten zien.