Brussel wil ook invoerrechten op goedkope pakketjes uit China
Het is binnenkort gedaan met online bestelde producten van buiten de Europese Unie waarover geen invoerrechten hoeven worden betaald, als het aan de Europese Commissie ligt. Het dagelijks bestuur van de EU wil dat ook voor pakketjes onder de 150 euro die het landenblok binnenkomen importbelastingen worden betaald, terwijl die nu nog zijn uitgezonderd van zo’n heffing. Dat moet een einde maken aan oneerlijke concurrentie bij de steeds grotere stroom goedkope pakketjes die vooral vanuit China de EU binnenkomen.
Om de uitzonderingsregel voor goedkopere pakketjes op te heffen, moeten de Europese douaneregels worden aangepast. De Commissie roept lidstaten en het Europees Parlement op om dat mogelijk te maken.
Mede door de groeiende populariteit van Aziatische webshops Temu en Shein is de toestroom van goedkope pakketjes uit China de afgelopen jaren hard gegroeid. Vorig jaar kwamen 4,6 miljard pakketten met een waarde onder de 22 euro de EU binnen, stelt de Commissie. Dat is twee keer zoveel als in 2023 en drie keer zoveel als in 2022.
Volgens de Commissie hebben Europese winkeliers en webshops daarbij last van oneerlijke concurrentie. Zo voldoen veel producten die de EU binnenkomen niet aan de veiligheids- en kwaliteitseisen waar Europese verkopers wel aan moeten voldoen. Ook is de toestroom van goedkope producten vaak niet duurzaam, onder andere doordat de laagwaardige materialen slecht te recyclen zijn. Dit is onder andere een probleem voor inzamelaars van tweedehandskleding.
Niet alleen het heffen van invoerrechten voor goedkopere pakketjes van buiten de EU moet die stroom aan laagwaardige import beperken. De Europese Commissie roept lidstaten en het Europees Parlement ook op om een extra toelage in te voeren om al het extra controlewerk mee te betalen dat nodig is voor alle online bestelde producten van buiten de EU. Winkeliers of onlineplatforms zouden die vergoeding moeten betalen, stelt de Commissie voor.
Daarnaast doet de Commissie een oproep voor meer samenwerking tussen nationale marktautoriteiten en douanes om illegale producten te weren. Zij zouden informatie over onderschepte illegale producten ook moeten gebruiken om te bepalen bij welke verkopers of artikelen de risico’s op overtredingen van EU-regelgeving het grootst zijn, om daar extra op te controleren.