Watersnood 1825 herdacht met klokgelui in Friesland en Overijssel
Met het luiden van kerkklokken en klokkenstoelen in Friesland en Overijssel wordt zondag en dinsdag de watersnoodramp van 1825 herdacht.
Door de stormvloed braken dijken door en ontstonden grote overstromingen, vooral aan de oostkust van de toenmalige Zuiderzee, het huidige IJsselmeer. Er kwamen meer dan achthonderd mensen om het leven, van wie 379 in Nederland. De andere slachtoffers vielen in Duitsland, Denemarken en Vlaanderen.
Net als tweehonderd jaar geleden luiden zondagavond in Friesland de klokken. Dat gebeurde toen om te waarschuwen voor het naderende onheil. Nu luiden de klokken gedurende 18 minuten en 25 seconden, als verwijzing naar het jaartal. In Overijssel, dat op 4 februari werd getroffen door de stormvloed, klinken de klokken dinsdag vanaf 18.25 uur met één slag voor ieder van de 305 slachtoffers die in die provincie vielen. Ook veel vee ging verloren, wat grote gevolgen had voor het levensonderhoud.
De organisatie achter de herdenking noemt de stormvloed de „vergeten watersnood”, omdat meer aandacht uitgaat naar de overstromingen die in 1953 grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en Brabant onder water zetten. Die ramp, die aan 1836 mensen het leven kostte, is zaterdag herdacht in Zeeland.