Pierre wist de autosleutels uit de rioolput te halen – nadat hij had gebeden
Wekelijkse blik op de kerkelijke bladen en blogs, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
Terdege
„De geschiedenis van Paulus op de Areopagus toont voor evangelist Henk Bor dat een christen op alle mogelijke plekken het Woord van God kan uitdragen. „Ooit ben ik gevraagd te spreken bij een crematie. Dat heb ik toen niet gedaan. Nu zou ik het wel doen. Ik promoot daarmee geen crematie, maar ik kom om mensen iets mee te geven vanuit Gods Woord. Vragen ze me in een café, dan ga ik ook.”
Opvallend vindt Bor dat Paulus zich niet liet verleiden tot discussies. „Dat is vooral in een gesprek met intellectuele mensen een verleiding, maar je komt er geen stap verder mee. De kern van de Bijbelse boodschap laat zich niet logisch verklaren. Ik heb geleerd me eenvoudig aan het Woord te houden. Dit is wat God Zelf zegt en hierin lees je Wie Hij is.”
De snelheid waarmee Paulus zijn gehoor op de Areopagus en later Felix confronteerde met het toekomende oordeel, verklaart de evangelist uit Barendrecht uit de situatie. „Paulus wist niet of hij de kans nog een keer zou krijgen. Probeer bij ontmoetingen die waarschijnlijk eenmalig zijn in ieder geval een tekst door te geven waarin de kern van de Bijbelse boodschap is vervat. Een valkuil bij evangelisatie is dat we de confrontatie mijden om het gezellig te houden.”
Door zijn werk ging hij anders naar mensen kijken. „Ik ben opgegroeid in het christelijke gereformeerde kerkje van Ameide. Daar heb ik veel meegekregen, maar je had wel het gevoel: wij zijn het. Als je hoorde dat iemand in de hervormde gemeente tot bekering was gekomen en kort erna getuigend was gestorven, had je daar je vragen bij.”
In België dacht hij er nog weleens aan terug. „Daar heb ik mensen tot verandering zien komen op een wijze die niet in onze schema’s past. Een van hen was Pierre, een man die in het vreemdelingenlegioen een ernstig trauma had opgelopen. Hij kon enorm tieren. Op een gegeven moment strandde zijn huwelijk en belandde hij op straat. Op een dag kwam een vriend van me bij ons spreken. Bij het parkeren liet hij de autosleutels in een rioolput vallen. We zijn met elkaar aan het graven geslagen, zonder resultaat. Ineens kwam Pierre eraan. Hij vroeg wat we deden en informeerde of we al hadden gebeden. Dat konden we niet beamen. „Zijn jullie nou mannen Gods”, zei Pierre. „Haal een stok met wat spijkers eraan.” Nadat die stok was gehaald, zette hij zijn pet af en begon minutenlang te bidden. Daarna stak hij de stok in de put, één keer. Dat was voldoende. Aan een van de spijkers hing de sleutelbos.
Tijdens de diensten liepen de tranen soms over zijn wangen. Even later kon hij weer verschrikkelijk tekeergaan. Niet zo lang terug hoorde ik dat hij was overleden. Zittend op de rand van mijn bed zag ik hem voor me. „Heere, waar is zo’n jongen nou”, bad ik. Op hetzelfde moment ontving ik met kracht de woorden: „In het huis van Mijn Vader zijn vele woningen.” Ik kreeg te geloven dat die woesteling boven is. Iedereen had hem afgeschreven. God niet.””
Familieblad Terdege interviewde de 79-jarige Henk Bor, voormalig evangelist in Gent, naar aanleiding van zijn boekje ”Bruggen slaan. Hoe bereik ik de ander met het Evangelie?”.