Dag twee synode CGK ten einde, lees hier belangrijke besluiten terug
De landelijke vergadering van de Christelijke Gereformeerde Kerken spreekt deze week over de toekomst van het kerkverband. Volg het nieuws in dit liveblog.
Advertentie
De generale synode buigt zich donderdag en vrijdag over de toekomst van het kerkverband. Er wordt dan gesproken over het plan om binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken tot interim-classes te komen, waarin gemeenten met vrouwen in het ambt tijdelijk een plek moeten krijgen. Op tafel ligt ook een „alternatief interim-voorstel” van ds. W.E. Klaver, J. Mauritz en ds. G.J. Post. Zij pleiten voor een „tijdelijk kerkmodel” dat bestaat uit twee onderscheiden afdelingen binnen het kerkverband. „De kerken in de ene afdeling zijn niet verantwoordelijk voor het afwijken van synodebesluiten” over homoseksualiteit en vrouw en ambt „door kerken in de andere afdeling”. Door samen zo lang mogelijk in een kerkverband te blijven „zonder elkaars geweten te binden, wordt de grootste spanning uit ons kerkverband gehaald”.
„Met dit besluit zijn we op een belangrijk punt in ons kerkelijk leven gekomen”, zegt preses ds. P.D.J. Buijs na afloop van de stemming. Hij noemt het een „kerkelijk eindpunt”. Sommige kerkenraden zullen „opgelucht en dankbaar” zijn nu de synode vasthoudt aan de oude lijn, denkt hij. Andere kerkenraden zullen „teleurgesteld” zijn. Zij, en gemeenten die op de synode-uitspraak hadden gewacht, worden opgeroepen geen vrouwen in het ambt te bevestigen. Ondanks de verschillende standpunten, moeten de kerken samen met elkaar verder, aldus ds. Buijs.
Prof. dr. A. Versluis leest Psalm 123:1 en 2. Hij gaat voor in gebed. De vergadering zingt vers 8 en 9 van het Gebed des Heeren. Daarmee zit de achtste zittingsdag van de synode erop.
De synode besluit met stemmen 31 voor, 18 stemmen tegen en 2 onthoudingen om de revisieverzoeken rond vrouw en ambt af te wijzen. De indieners van de bezwaren hebben bij verschillende onderdelen „geen nieuw element” ingebracht, dat niet al bij de totstandkoming van het „primaire besluit” over vrouw en ambt „is meegewogen”. De classes worden opgeroepen „geduldig en in liefde het gesprek aan te gaan en vermaan toe te passen als kerken op het gebied van ”vrouw en ambt” eigen wegen gaan”. Met het oog op de toekomst van het kerkverband wordt gekeken „op welke wijze over de onderwerpen hermeneutiek en visie op de kerk binnen de kerken doorgesproken kan worden”.
De besluittekst wordt enigszins aangepast en de overige amendementen worden doorgeschoven naar de bespreking over de toekomst van het kerkverband. Daarover hoeft nu dus niet gestemd te worden.
De synode besluit eerst over het minderheidsrapport, dat de revisieverzoeken rond vrouw en ambt wil honoreren. Daarin staat onder meer dat de „revisanten aantonen dat het binnen een gereformeerde Schriftbeschouwing mogelijk is om te komen tot de visie dat de ambten kunnen worden opengesteld voor vrouwen”. Met stemmen 17 voor, 31 stemmen tegen en 3 onthoudingen wordt het besluit verworpen.
De synode gaat nu stemmen over het meerderheidsrapport, dat de revisieverzoeken rond vrouw en ambt afwijst.
J.E. Bulten opent het avondgedeelte met het lezen van Psalm 87. Dan wordt er gezongen: Psalm 87 vers 3 en 4.
Synodeleden dienen zogenoemde amendementen in om de besluittekst op onderdelen aan te passen. Een ervan luidt: „Dat met de kerkrechtelijke afwijzing van de revisieverzoeken het gesprek over vrouw en ambt nog niet is afgesloten.” Daarover moet de synode zich straks uitspreken.
Ds. L.A. den Butter adviseert de revisieverzoeken niet op een andere manier te behandelen, zoals de minderheid van de commissie wil. „Dan leidt dit tot kerkrechtelijke ongelijkheid.” De synode moet zich realiseren, zegt de predikant, dat als er een nieuw „primair besluit” wordt genomen, er opnieuw revisieverzoeken ingediend kunnen worden.
Dan zou ook de hele discussie over vrouwelijke ambtsdragers weer gevoerd moeten worden. Prof. dr. H.J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, adviseert „rap tot een besluit te komen” en zich te buigen over de toekomst van het kerkverband. „Mensen thuis willen weten hoe het verder moet met de CGK.”
Rector prof. dr. M.J. Kater wijst op een besluitvoorstel in het meerderheidsrapport, om „met het oog op de toekomst van het kerkverband te bezien op welke wijze over de onderwerpen hermeneutiek en visie op de kerk binnen de kerken doorgesproken kan worden”.
Ds. J.R. Bulten sluit het middaggedeelte af met het lezen van Psalm 63 en met gebed. Vanaf 18.30 uur vergadert de synode weer verder. Ze neemt dan een besluit over de revisieverzoeken. De toekomst van het kerkverband komt deze dag niet meer aan de orde.
Dan gaat ds. R.G. den Hertog, rapporteur van het minderheidsrapport, in op vragen van synodeleden. Hij zegt onder meer dat „veruit de meeste kerkenraden” die vrouwen in het ambt hebben benoemd, dat „met pijn in hart” hebben gedaan, „met oog op het welzijn van hun gemeente”. „Dat kan door anderen ervaren worden als scheurmakerij, maar dát moet weerspoken worden.”
Tegen ds. S.M. Buth: „Ik vind het jammer om te horen dat u ontgoocheld bent, want u heeft de rapporten over ”vrouw en ambt” en de revisieverzoeken ook kunnen lezen. Ik proef uw verlangen trouw te zijn aan de Schriften. Dat wil ik ook: niet met een nieuwe hermeneutiek, maar binnen een gereformeerde Schriftbeschouwing.”
Ds. F.W. van der Rhee, rapporteur van het meerderheidsrapport, gaat in op de vragen van synodeleden. Hij zegt dat niet de indruk mag ontstaan dat er bij de toetsing van de revisieverzoeken rond vrouw en ambt alleen is gekeken naar de noodzakelijke „nieuwe elementen”. Er is ook getoetst op Schrift, belijdenis en kerkorde, aldus de predikant.
Ds. Van der Rhee, die het belang van duidelijkheid en geestelijk leidinggeven onderstreept, zegt tegen ds. A.C. van der Wekken dat „alle geluiden” uit de kerken „wel degelijk zijn gehoord”. Hij wijst op de vijftig revisieverzoeken die „allemaal zijn geclusterd en inhoudelijk behandeld”.
Hoe dient zijn voorstel het geheel van de kerken? „Daarmee overvraagt u ons. We hebben de revisieverzoeken gewogen; dat was onze taak.”
Is in de revisieverzoeken het Schriftgezag in het geding? Ds. Van der Rhee, voorzichtig: „In ons verslag stellen we drie keer de oprechte vraag: is hier het Schriftgezag in het geding? Dat is geen retorische vraag. Naar ons oordeel staan er dingen in revisieverzoeken waarbij we ons afvragen of er geen grens wordt overgegaan. Neemt de mens hier geen positie in boven wat de Schrift ons aanreikt? Daar wordt volgens ons, wellicht, afbreuk gedaan aan het Schriftgezag.”
Ds. S.M. Buth, tegen de opstellers van het minderheidsrapport: „Is het écht waar dat de Schrift geen uitspraak doet over vrouwen in het ambt? Of raakt dit toch veel meer aan het Schriftgezag dan we voor lief willen nemen? Dit raakt me; ik ben erdoor in verwarring. Misschien moet ik wel het woord ”ontgoocheling” gebruiken.”
Ds. M. Groen: „Het gaat niet alleen over visie en meningen, maar ook over mensen.” Zij „lijden” onder de discussie, vindt hij.
W. Hijmissen vraagt aandacht voor de peiling na het convent vorig jaar, waarin de meerderheid van de kerkleden geen scheuring over vrouw en ambt wil. Ook wijst hij op de apostel Paulus, die zich volgens hem liet leiden door de vraag wat bijdraagt aan de voortgang van het Evangelie. „En dat kan per plaats verschillen.”
Ds. J.G. Schenau vraagt aan rapporteur ds. F.W. van der Rhee naar de verhouding tussen Schriftverstaan en Schriftgezag. En is er in de revisieverzoeken van kerkenraden iets zichtbaar van een andere visie op Schriftgezag? Tegen rapporteur ds. R.W. den Hertog: „Is ”vrouw en ambt” nu principieel of niet?”
Ds. J. Oosterbroek wijst op „de werkelijkheid in onze kerken” en op het grote aantal revisieverzoeken: vijftig. „Het gaat niet om de macht van het getal, maar dit is nog nooit gebeurd in onze geschiedenis. Ze vragen om een zekere verdiscontering.”
Het is pauze. Daarna worden de vragen beantwoord.
Advertentie
Dan komt er een tweede ronde, waarin synodeleden vragen mogen stellen. P. Raven pleit voor een „ordentelijke” behandeling van de revisieverzoeken. Hij vraagt aan ds. R.G. den Hertog, de woordvoerder van het minderheidsrapport: „Stel dat de revisieverzoeken gegrond worden verklaard, is er dan sprake van een nieuw besluit, waarbij ook weer –als een carrousel– revisieverzoeken ingediend kunnen worden? En mogen gemeenten dan vrouwen in het ambt bevestigen?”
R.A. Bijzet geeft een „gewetensverklaring” af: hij heeft moeite met de manier waarop volgens hem de meerderheid van de commissie met de revisieverzoeken omgaat. Die is, zegt hij, „weinig pastoraal”, een „kwestie van vinkjes zetten”. „We mogen de revisieverzoeken niet afwijzen op puur formele gronden. De macht van het getal mag geen rol spelen. De helft plus een heeft niet altijd gelijk.”
Ds. W.E. Klaver vraagt naar de „principes” van het minderheidsrapport. „Er ligt een besluit. U beoordeelt niet alleen de revisieverzoeken, maar ook het besluit. U gaat een deel van het werk opnieuw doen, namelijk een weging. Zolang niet is bewezen dat het besluit over vrouw en ambt tegen Schrift en belijdenis is, blijft dát staan. En dan doet u ook de kerken te kort die géén revisieverzoek hebben ingediend.”
Ds. H.C. Bezemer zegt dat als de synode het minderheidsrapport aanneemt, er deels een nieuw besluit wordt genomen „en dat het dan in de vrijheid van de kerken ligt om vanavond, of morgen, vrouwen in het ambt te bevestigen”. „Ik ben daar geen voorstander van.”
Ds. R.G. den Hertog legt uit dat het verschil tussen het meerderheids- en het minderheidsrapport hierin bestaat dat het meerderheidsrapport sterk heeft meegewogen of er in de revisieverzoeken “nieuwe elementen” zijn aangevoerd. “Was dat niet het geval? Dan werden de revisieverzoeken afgewezen.”
De schrijvers van het minderheidsrapport vinden “dat op die wijze geen recht wordt gedaan aan deze revisieverzoeken”.
Ds. Den Hertog geeft aan dat hij het “totaal niet eens” is met wat het moderamen in rapport 2 schrijft over de aard en de kenmerken van revisieverzoeken. “Ook met wat de hoogleraar kerkrecht (prof. dr. H.J. Selderhuis, AdJ) hierover gisteren zei, ben ik het beslist niet eens.”
De predikant zegt dat bij bepaalde revisieverzoeken er misschien geen nieuwe argumenten zijn ingebracht, maar dat je bij de beoordeling van een revisieverzoek ook moet kijken of bij eerdere besluitvorming over de betreffende thematiek “bepaalde elementen misschien onvoldoende zijn meegewogen”.
Ds. Den Hertog gelooft niet dat een pleidooi voor vrouwen in de ambten zomaar teruggevoerd kan worden op een nieuwe hermeneutiek. “Er is, althans bij mij, geen sprake van nieuwe hermeneutiek. Op grond van dezelfde hermeneutische uitgangspunten als die van 1998 kun je tot andere conclusies komen.”
De predikant van de Amstelgemeente benadrukt dat hij het betreurt dat de CGK al zo lang bezig is over het punt van vrouw en ambt “te dimdammen”, terwijl het er de kerk eigenlijk om zou moeten gaan “hoe wij als christenen met onze prachtige boodschap relevant kunnen zijn in ónze cultuur en ónze tijd.”
De hele woensdag spreekt de generale synode van de CGK over een vijftigtal revisieverzoeken tegen het in 2022 genomen besluit om vrouwen niet toe te laten in de ambten van diaken en ouderling. Maar wat is eigenlijk een revisieverzoek?
In het zogeheten rapport 2 schrijft het moderamen dat „belanghebbenden”, als zij bezwaar hebben tegen een door een kerkelijke vergadering genomen besluit, een verzoek tot revisie kunnen indienen. Die belanghebbenden kunnen zowel kerkenraden als individuele cgk-leden zijn.
De belanghebbende bezwaarde moet in zo’n revisieverzoek bewijzen dat een eerder genomen besluit „in strijd is met Gods Woord, de belijdenis of de kerkorde”. Bij het behandelen van het revisieverzoek is „de kerkelijke vergadering niet gehouden om het gehele besluitvormingsproces opnieuw te doorlopen”, schrijft het moderamen.
Een belangrijke zin in zijn rapport is ook: „De generale synode dient daarbij te beoordelen of in de revisieverzoeken nieuwe gezichtspunten naar voren komen, die nog niet eerder zijn gewogen (…)”. En ook deze zin: „Wanneer revisanten gronden aanvoeren die bij het oorspronkelijke besluit zijn meegewogen, maar niet zijn gehonoreerd, kunnen deze gronden niet slagen als revisiegrond.”
Dus, samengevat: wie kans wil maken met een revisieverzoek moet: 1) belanghebbende zijn, 2) aan tonen dat een besluit strijdt met de Bijbel, de belijdenis of de kerkorde, 3) nieuwe gezichtspunten naar voren brengen.
Tot slot beantwoordt ds. Van der Rhee, als woordvoerder van de schrijvers van het meerderheidsrapport, nog enkele eerder gestelde vragen. Zoals deze: wat betekent het als alle revisieverzoeken zouden worden toegekend? Is er dan volop ruimte voor vrouwen in het ambt? Nee, zegt de predikant. „Dan nog zijn de besluiten inzake vrouw en ambt uit 1998 en 2001 van kracht, want die zijn geldend kerkrecht.” Wel zou het toekennen van de revisieverzoeken betekenen „dat er in de kerk opnieuw over het thema gesproken moet worden”.
Herkent de rapporteur het „gevoel van vervreemding” dat in een deel van de kerken bestaat over het thema vrouw en ambt? Jawel, zegt ds. Van der Rhee, „maar de vraag is waar dat gevoel vandaan komt. Uiteindelijk gaat het toch om wat de Schrift zegt.”
De predikant erkent dat de generale synode van de CGK nooit heeft uitgesproken dat wie voor vrouwen in het ambt is, een “ketterij” begaat. „Wel heeft de synode gezegd: op basis van de Schrift zien wij geen ruimte voor vrouwen in het ambt.”
Dat bij discussies over vrouw en ambt wel degelijk soms het Schriftgezag in het geding is, bleek bij revisieverzoeken waarin gesteld werd „dat 1 Timotheus 2 tijdgebonden is”, aldus ds. Van der Rhee.
Een al te snel beroep op Handelingen 15 is niet terecht, vervolgt ds. Van der Rhee zijn betoog. „Je kunt niet stellen dat de apostelen de gemeenten uit de heidenen zoveel mogelijk vrijlieten. De drie punten inzake afgoderij, hoererij en bloed zijn niet limitatief. Als dat zo zou zijn, kom je in botsing met de rest van de Schrift en met wat Paulus elders nog meer schrijft.”
Op de vraag of het punt van vrouw en ambt een “wezenlijk” punt is, zegt de predikant: „Bij dit thema is mógelijk behalve het Schriftverstaan ook het Schriftgezag in het geding. Dat laatste kun je niet bij voorbaat uitsluiten. Het thema ráákt aan Schrift en belijdenis. Bij sommige revisieverzoeken zijn op het punt van het Schriftgezag wel degelijk vragen te stellen.”
Op de vraag van ouderling W. Hijmissen of je als kerkgenootschap gemeenten wel mag binden aan zaken die niet wezenlijk zijn, antwoordt ds. Van der Rhee: „Ja, dat mag. Je bindt elkaar bijvoorbeeld ook bij de kerkelijke omslag. Elkaar binden op diverse punten behoort tot de grondslagen van het presbyteriaal-synodale kerkstelsel.”
Als eerste krijgt, als woordvoerder van het meerderheidsrapport, ds. F.W. van der Rhee het woord. Hij geeft aan wat zijn taxatie is van het grote aantal revisieverzoeken (vijftig!) dat tegen het synodebesluit van 2022 inzake vrouw en ambt in ingediend. „Dit laat zien dat hierover in ons kerkverband zeer verschillend wordt gedacht”, zegt de predikant. Daarna merkt hij op dat „veel revisieverzoeken woordelijk dezelfde tekst bevatten. Dat kun je er óók over zeggen”, aldus ds. Van der Rhee.
Hij benadrukt „dat niet het beeld moet ontstaan dat door het grote aantal revisiesverzoeken er wel iets mis móét zijn met het eerder genomen besluit. De macht van het getal mag in de kerk namelijk niet bepalend zijn. Luther stond op de Rijkdag alleen en zei: Hier sta ik, ik kan niet anders. Het gaat niet om het getal, het gaat om wat de Schrift zegt.”
Op een eerder gestelde vraag wat het afwijzen van de revisieverzoeken voor de CGK precies zou betekenen, zegt ds. Van der Rhee: „Dan is het thema inderdaad van tafel. Dan moet het besluit van de vorige synode als “vast en bondig” worden beschouwd. En dat besluit is dan niet meer voor vatbaar voor revisieverzoeken.”
Nu om 11.25 uur de pauze voorbij is, kunnen de schrijvers van de twee rapporten de door de synodeleden gestelde vragen gaan beantwoorden. Het meerderheidsrapport, dat de revisieverzoeken tegen het besluit uit 2022 inzake vrouw en ambt afwijst, is geschreven door ds. F.W. van der Rhee, ds. G.J. Post en ouderling J. den Besten.
Het minderheidsrapport, dat de revisieverzoeken juist wil honoreren, is geschreven door ds. R.G. den Hertog en ouderling H. Storm.
De zesde betrokkene, ds. J.R. Bulten kan zich in geen van beide rapporten geheel vinden. Hij legde daarover, al eerder vanmorgen, een stemverklaring af.
Volgens afgevaardigde W. Hijmissen zijn de beide rapporten over de revisieverzoeken het op één belangrijk punt eens: „Beide rapporten stellen dat bij de kwestie vrouw en ambt het Schriftgezag niet meteen in het geding is”. Waar gaat het volgens de rapporteurs van het meerderheidsrapport dan wel om? Hijmissen: „Ik lees twee belangrijke argumenten: 1) dat er eenduidigheid in het beleid nodig is, 2) dat het hier wel om een principieel of wezenlijk punt gaat.”
Die vaststelling brengt Hijmissen tot de volgende vraag aan de rapporteurs van het meerderheidsrapport: „Wezenlijke punten zijn zaken die het zielenheil van mensenraken. Vinden jullie dat echt bij het punt van vrouw en ambt? Zo nee, mogen wel elkaar dan wel binden aan één bepaald standpunt hierover?”
Het brengt hem ook tot een vraag aan de schrijvers van het minderheidsrapport: „Waarom vinden jullie vrouw en ambt géén principiële zaak?”
Hijmissen verwijst verder naar het apostelconvent uit Handelingen 15, waar aan de christenen uit de heidenen slechts enkele eisen worden gesteld: je onthouden van zaken die door afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed. „Als dat toen voldoende was, waarom moeten we elkaar, volgens de schrijvers van het meerderheidsrapport, dan nu méér lasten opleggen?”
In de eerste vragenronde over de twee rapporten over de revisieverzoeken worden door de afgevaardigden tal van vragen gesteld. Een vraag die vanmorgen diverse malen op de schrijvers van het meerderheidsrapport afkomt (het rapport waarin de revisieverzoeken worden afgewezen), is: „Hoe beoordelen de schrijvers van het meerderheidsrapport het feit dat er zo véél revisieverzoeken zijn ingediend? Wat vinden zij van dat grote aantal? Wat zegt dat volgens hen?”
Dat er over vrouw en ambt zeer verschillende opvattingen bestaan, is op de synode van de CGK niet de enige tegenstelling. Ook over de vraag hoe de vijftig ontvankelijk verklaarde revisieverzoeken nu eigenlijk beoordeeld moeten worden, bestaat verschil van mening. Daarom liggen er vandaag op de synode twee rapporten op tafel inzake de revisieverzoeken: een meerderheidsrapport en een minderheidsrapport.
En dat is nog niet het enige; ds. J.R. Bulten, een van de rapporteurs, kan zich in geen van beide rapporten geheel vinden. Daarom legt hij dinsdagmorgen een stemverklaring af waarin hij zijn “worsteling” weergeeft met de problematiek.
Terwijl de 52 synodeleden vergaderen over de toekomst van het kerkverband, wordt er overal in het land voor hen gebeden. Tientallen christelijke gereformeerde vrouwen zijn een „landelijke gebedsketting” gestart.
De hele vergaderweek (dinsdag, woensdag en donderdag van 9.00-21.00 uur en vrijdag van 9.00-16.00 uur) zijn er overal in het land vrouwen die persoonlijk of in verenigingsverband een uur of langer „dit belangrijke werk met gebed omringen”, aldus het bestuur van CGK-Vrouw. „Beseffend dat we in alles, en zeker wat de vraagstukken betreft die op de vergadertafel liggen, diep afhankelijk zijn van Gods Geest. Maar ook gelovend dat Hij –om Jezus’ wil– hoort naar het gebed.”
Alle uren zijn ingevuld. Dinsdagavond bad, bijvoorbeeld, de vrouwenvereniging van de christelijke gereformeerde kerk in Harderwijk voor de synode.
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland roept donderdag in het blad De Waarheidsvriend ook op tot voorbede voor de CGK-synode. Net als drie jaar geleden. „Sindsdien lijkt het gesprek over het lezen en toepassen van het Woord van God ten aanzien van diverse ethische thema’s –met name rond vrouw en ambt en de visie op homoseksualiteit– niet geleid te hebben tot een ontvangen eenheid, tot overeenstemming over de weg die de Heere hierin van de kerk vraagt. Waar een scheuring –landelijk of plaatselijk– tot grote schade van de kerk van Christus is, belijden we in afhankelijkheid en ootmoed de almacht van God.”
Kerkenraden worden gevraagd „tot de troon van de genade gaan” te gaan voor degenen die in de CGK geroepen zijn tot leidinggeven: „een gebed om zachtmoedige wijsheid (Jakobus 3:13), een gebed voor de kerk om zich in liefde aan de waarheid te houden (Efeze 4:15), ook wanneer dit onbegrip en lijden met zich meebrengt. En, wat we voor onze kerkelijke naaste bidden, kunnen we zelf evenmin missen.”
Precies om 9.15 uur opent de preses, ds. P.D.J. Buijs, de vergadering. Hij laat zingen Psalm 119 vers 3 en 9. Daarna leest hij 2 Thessalonicenzen 2:13-17, waar de apostel Paulus onder meer schrijft: „Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief”.
Rond 9.00 uur stroomt de kerkzaal van de Nunspeetse Oenenburgkerk langzamerhand weer vol met afgevaardigden. Het lijkt een pittige dag te gaan worden.
Op de agenda staat, zowel voor de ochtend, de middag, als de avond, de bespreking van een vijftigtal (!) revisieverzoeken. Die gaan allemaal over het in 2022 door de generale synode van de CGK genomen besluit dat vrouwen in het kerkverband geen ouderling of diaken kunnen worden. Op dat besluit zijn veel bezwaren ingediend. Zes zijn er niet ontvankelijk verklaard; maar dan nog blijven er vijftig over die vandaag besproken gaan worden.
De revisieverzoeken zijn overigens, noch voor belangstellenden, noch voor de pers, openbaar. De bespréking ervan kan vandaag wél door iedereen gevolgd worden, te weten via de livestream.
De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn diep verdeeld over de vrouw in het ambt. Tegen de synode-uitspraak dat volgens de Bijbel alleen mannen predikant, ouderling of diaken mogen zijn, kwamen uit de kerken tientallen revisieverzoeken. Die liggen deze woensdag op de synodetafel. Mogelijk wordt er ook gesproken over de toekomst van het kerkverband en de plannen om gemeenten die vrouwelijke ambtsdragers hebben benoemd, tijdelijk onder te brengen in zogenoemde interim-classes.
Advertentie