„Een verdrag met Israël? Dat is echt het beste voor Saudi-Arabië”
Zonder Saudi-Arabië was er geen oorlog uitgebroken tussen Hamas en Israël. Het tekent de enorme invloed die het Saudische koninkrijk uitoefent, tot ver voorbij zijn eigen grenzen. Als het regent in Riyad, druppelt het in Dubai.
Had Hamas dood en verderf gezaaid in Israël op 7 oktober 2023 als Saudi-Arabië er niet geweest was? Het antwoord is: hoogstwaarschijnlijk niet. Dat zegt Hamas in elk geval zelf. Een van de belangrijkste redenen voor de aanval op Israël was dat een Palestijns horrorscenario realiteit dreigde te worden: Saudi-Arabië was buitengewoon dicht bij het tekenen van een normalisatieverdrag met Israël. Om dat te verstoren koos Hamas voor de heftigste aanval op Israël in tientallen jaren – ook al groeven de leiders daarmee hun eigen graf.
Golf van Akaba
Buren zijn Saudi-Arabië en Israël niet. Toch liggen de grenzen van beide landen heel dicht bij elkaar. Hoe dicht, blijkt in Haql: een klein Saudisch grensstadje aan de Golf van Akaba. Vanaf hier is het een spreekwoordelijke steenworp naar de grens met Jordanië – en een paar steenworpen verder ligt het Israëlische Eilat.
Het vissersstadje Haql is uitgestorven. Op de vele rotondes staan verweerde monumenten die vissen of andere zeedieren moeten voorstellen. Op de helling van een grote heuvel staat in enorme letters een gezegde van de vroegere koning Abdulaziz te lezen, over dat een leven met de Koran het beste leven is. Erboven prijkt het zwaard dat ook op de Saudische vlag staat. Te midden van de verlatenheid doet het wat Noord-Koreaans aan.
Even verderop is een parkje aan de kust van de Golf van Akaba. Er zijn een paar vrouwen en kinderen, de vrouwen allemaal in nikab. Het zwarte gewaad laat alleen de ogen vrij, verder niets.
Ook hier hangt dezelfde ietwat drukkende sfeer. Een paar kinderen spelen dicht bij het water, maar geluid maken ze nauwelijks – alsof dat verboden is hier, zo dicht bij de grens.
De kinderen hebben geen idee, maar als ze om zich heen kijken zien ze vier landen. Iets naar het noorden zijn de hijskranen van de haven van Akaba in Jordanië te zien, met daarachter de lage bergen op Israëlisch grondgebied. En wie recht over het water kijkt, naar de overkant, ziet Egypte. De grote, majestueuze bergen van het Sinaï-schiereiland reiken tot in zee.
Omfloerst
De rust die hier heerst, zal niet blijven duren. Dit gebied gaat in de komende jaren volledig op de schop. Hier worden megalomane projecten verwezenlijkt, waarvan de futuristische stad Neom de grootste is.
Nu al wordt er in de buurt van Haql stevig gebouwd, al staan de projecten nog in de kinderschoenen. Her en der zijn grote bouwplaatsen en vrachtwagens vol grind en stenen rijden af en aan.
Pal naast een bouwplaats geniet een gezinnetje van het uitzicht op de Golf van Akaba. Hier springen over een paar jaar toeristen de zee in om het koraal te verkennen.
Althans, als het allemaal gaat volgens de planning. Eén van de projecten, The Line –een hypermoderne stad die als een langgerekte streep door de woestijn moet lopen– is al een paar keer afgeschaald in omvang. Het was te ambitieus, bij nader inzien.
De locatie voor deze projecten, in de noordelijke uithoek van het land, is goed gekozen. Vanuit het noorden heeft Saudi-Arabië niets te vrezen. Jordanië is een bondgenoot, en Israël is dat bijna. Althans, totdat Hamas de oorlog begon.
En toch heeft Israël de hoop niet opgegeven. Nu er een bestand met Hamas is overeengekomen, komt er weer meer ruimte voor datgene wat de regio blijvend moet veranderen: een verdrag tussen Saudi-Arabië en Israël.
Dat de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman zo’n verdrag wil, is een publiek geheim. Zijn vader, koning Salman, staat weliswaar bekend als voorvechter van de Palestijnen, maar die heeft weinig meer in te brengen.
Het enige probleem is dat Mohammed bin Salman aan zijn geloofwaardigheid moet denken. Want vrede met Israël, na alles wat er is gebeurd in Gaza en in Libanon, dat is hier een onderwerp waar je alleen maar omfloerst over kunt praten.
Vreemd is dat niet. Saudi-Arabië is niet zomaar een land. Het wil leider zijn van de soennitische wereld – voor minder doet de kroonprins het niet. Zijn land is er uitermate geschikt voor. Het is groot, het is rijk, en bovenal: het heeft de twee heiligste steden van de islam op zijn grondgebied: Mekka en Medina.
Veel concurrentie is er bovendien niet. Egypte, dat speelde ooit een leidende rol in het soennitische huis, net als Syrië. Maar die dagen zijn voorbij. De belangrijkste tegenstrever is Turkije, maar een niet-Arabisch land als leider van de soennieten? Dat nooit, vinden ze hier.
Qahwa
Niet ver van Haql bevindt zich een kleine legerpost. Ook hier is het rustig. De grootste dreiging komt van drugstransporten uit de Sinaï, zo wijst de commandant Abu Ibrahim naar de overkant van de Golf van Akaba. Een snelle speedboot van het leger ligt in de kleine haven, klaar om de drugskoeriers te onderscheppen. „Niet op de foto zetten”, waarschuwt Abu Ibrahim zijn bezoek. „Dat is geheim.”
Abu Ibrahim vindt het geweldig om een gast te ontvangen; het doorbreekt de eentonigheid van de dag. „Nataqahwa ma’ ba’ad”, zegt hij. „We gaan met elkaar koffie drinken.” Hij geeft een seintje en een ondergeschikte komt direct Arabische koffie en dadels brengen.
Het blijft niet bij het drinken van qahwa. Abu Ibrahim staat erop dat zijn gast blijft voor het avondeten. De zon gaat onder en dezelfde ondergeschikte is al bezig met het aanleggen van een vuurtje op het strand.
Een andere commandant, Omar, komt er ook bij zitten. Ze maken van hun hart geen moordkuil. Een verdrag met Israël? Het is echt het beste voor Saudi-Arabië, verzekeren ze. Alleen zo kunnen ze aan de wereld laten zien dat Saudi-Arabië een land is van vrede en voorspoed.
Natuurlijk leeft er ook weerstand tegen zo’n verdrag, dat weten de militairen maar al te goed. Een objectieve peiling in dit land is nauwelijks mogelijk, maar omliggende landen laten steeds eenzelfde beeld zien: de meerderheid van de Arabische bevolking is mordicus tegen vrede met Israël – zeker nu, na al het bloedvergieten. Maar dat is iets wat je voor jezelf houdt, of alleen bespreekt met betrouwbare vrienden.
Intussen wordt het eten gebracht: een grote schaal met rijst en vlees, waar iedereen omheen gaat zitten. Bestek gebruiken de mannen niet – waarom zouden ze? En inderdaad, nodig is dat niet. Een handjevol rijst nemen, een beetje vlees erbij, een balletje kneden en proberen niet te veel te knoeien. Een kind kan de was doen.
Strijdbijl
Het is niet alleen Israël waarmee Saudi-Arabië eindelijk eens volwassen moet omgaan, vinden de militairen aan de Golf van Akaba. Datzelfde geldt voor dat andere land, die grote vijand van Israël: Iran. De eeuwenoude strijdbijl met Iran moet ook maar eens begraven worden, zo spreken ze de kroonprins na.
Dat vinden ze ook aan de andere kust van het land, hemelsbreed 1500 kilometer verderop. Daar, aan de Arabische of Perzische Golf, wonen vanouds de meeste sjiitische moslims, in een land dat voor de overgrote meerderheid een traditionele opvatting van het soennisme aanhangt.
Vooral het kleine eilandje Tarout, voor de kust van de oliestad Dammam, is een historisch sjiitisch bolwerk. Hier waren in de jaren van de Arabische Lente stevige opstanden tegen het Saudische regime, en van tijd tot tijd heerst er nog steeds spanning.
In het centrum zitten drie oudere mannen op een bankje, pratend over wat was. Ze zijn sjiieten, knikken ze. Eén van hen, Mohammed, staat erop om de straatjes van het nauwe centrum te laten zien – en dan vooral één smal steegje dat het Pad der Vreugde wordt genoemd. Hier komen de mannen samen, elke week, om zich over de eeuwenoude sjiitische geschriften te buigen onder leiding van een imam.
Mohammed kent er bijna iedereen en gaat een van de huizen binnen. Langs de muur zit een vijftal mannen op kussens te praten, tussen een keur van oude foto’s aan de muur. Ook voor deze mannen is het geen vraag of de verhouding met Iran verbeterd moet worden. Natúúrlijk moet dat – liever vandaag dan morgen.
Datzelfde vindt de vrolijke twintiger Yahya, die in Dammam in zijn lievelingsrestaurant zit, waar hij bijna elke dag luncht. Zijn familie is volledig sjiitisch, en Yahya zelf is dat ook – al doet hij er niet veel aan. Sjiitisch zijn in Saudi-Arabië, dat kan prima, is zijn opvatting. „We worden hetzelfde behandeld als de soenni’s. Je kunt hier alles worden. Zelfs de directeur van oliebedrijf Aramco is een sjiiet.”
Toch blijkt gaandeweg wel dat hij wel degelijk bepaalde gevoelens koestert over de meerderheid in dit land. Yahya maakt een weids armgebaar. „Vroeger hoorde al dit land in de omgeving van Dammam bij de Al-Ahsa-oase van de sjiieten”, vertelt hij. „Nu niet meer. Ze hebben het van ons afgepakt.”
„Ze”, dat zijn de soennitische machthebbers. Ze doen op zich wel goede dingen, benadrukt hij, maar het duurt lang allemaal.
Bovendien hadden ze de verhouding met Iran nooit zo ver moeten laten ontsporen, vindt hij. „Ik was in Iran toen het helemaal misging”, zo haalt hij een herinnering op aan 2016. Toen werd de sjiitische geestelijke Nimr al-Nimr onthoofd in Saudi-Arabië, samen met 46 anderen.
Hun dood zorgde voor een storm van protest onder sjiieten in binnen- en buitenland en leidde een periode van bevroren betrekkingen in tussen Saudi-Arabië en Iran.
Intussen zijn de verhoudingen verbeterd en in 2024 hebben beide landen aangegeven weer samen te willen werken, onder andere door ambassades in elkaars land te openen. „Maar ik kan er nog steeds niet heen”, verzucht Yahya. ****
Balanceeract
En zo balanceert Saudi-Arabië op een dun koord. Voor de één gaat de internationale politiek van ontdooiing en verzoening veel te snel, voor de ander nog lang niet snel genoeg. Voor de één verkwanselt Saudi-Arabië de rechten van het Palestijnse broedervolk, voor de ander is rust en stabiliteit het enige dat telt.
Als iemand zich bewust is van het belang van die balanceeract, is het de kroonprins wel. Hij weet dat hij het nooit goed kan doen. Een te snelle erkenning van Israël brengt zijn positie als leider van de soennitische wereld in gevaar, terwijl al te vriendelijk worden met Teheran boze ogen veroorzaakt bij de nieuwe Amerikaanse president Trump.
Toch wil hij beide. Want de visie voor zijn land vereist het. Wil hij Saudi-Arabië blijvend veranderen in de politieke en economische krachtpatser van het Midden-Oosten, wil hij werkelijk op grote schaal buitenlandse investeerders aantrekken, en willen de toeristen straks inderdaad massaal een duik nemen in de Golf van Akaba, dan moet er links en rechts rust in de tent zijn. Zelfs al is het een afgedwongen rust.