Kerk & religieChristelijke Gereformeerde Kerken

Plan interim-classes in CGK aangepast

Het plan om binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) tot interim-classes te komen, waarin gemeenten met vrouwen in het ambt een plek moeten krijgen, is door de commissie toekomst kerkverband op enkele punten aangepast.

27 January 2025 20:11Gewijzigd op 28 January 2025 17:26Leestijd 5 minuten
Overzicht van de generale synode van de CGK, in november 2024 in Nunspeet. beeld RD, Anton Dommerholt
Overzicht van de generale synode van de CGK, in november 2024 in Nunspeet. beeld RD, Anton Dommerholt

Dat blijkt uit een nadere rapportage van deze commissie, die maandagmiddag op de website van de CGK is gepubliceerd. De commissie komt met ten minste drie wijzigingen van het in november gelanceerde plan om cgk’s die vrouwen in het ambt hebben voor een periode van negen jaar onder te brengen in tijdelijke classes, ook wel interim-classes genoemd.

Homoseksuelen

Een van de wijzigingen is dat gemeenten die, tegen synodebesluiten in, praktiserende homoseksuelen toelaten aan het avondmaal en/of in de ambten, maar die geen vrouwelijke ambtsdragers kennen, in de reguliere classes blijven. Op die wijze „blijven kerkenraden vatbaar voor revisieverzoeken, appel en vermaan in de kerkelijke weg”, schrijft de commissie. „Daardoor grijpt ook het interim-model (…) nog weer minder in het geldend kerkrecht in.”

Prof. dr. H.J. Selderhuis. beeld RD, Henk Visscher

Deze „belangrijke aanpassing” van haar voorstel heeft de commissie aangebracht na met name een gesprek met prof. dr. H.J. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).

Een andere wijziging die de commissie aan de generale synode –die dinsdag aan haar tweede vergaderweek begint– voorlegt, is dat zij de synode vraagt om de herindeling van de classes „verplichtend” te maken. In november, tijdens de eerste vergaderweek van de synode, uitte de commissie nog twijfels over de vraag of een verplichte plaatsing van kerken in reguliere en interim-classes „de toets van het gereformeerde kerkrecht zou kunnen doorstaan”.

Harten winnen

Het pleidooi voor verplichting dat de commissie nu voert, is ingegeven door de gedachte dat er een belang kan zijn „dat het belang van de plaatselijke kerk overstijgt”. Waarbij het nog steeds raadzaam is, schrijft de commissie, „dat de synode alles zal doen wat mogelijk is om voor de instelling van interim-classes vooral harten te winnen, zodat toch maximaal sprake zal zijn van vrijwillige toetreding”.

Commissie wil na deze week consultatieronde houden onder alle cgk’s

Een derde wijziging is dat de commissie haar in november al geuite suggestie om over het plan van de interim-classes een consultatieronde te houden onder alle ruim 180 cgk’s, nu heeft uitgewerkt tot een concreet besluitvoorstel. Deze consultatieronde zou plaats moeten vinden na de huidige vergaderweek van de synode en voor de derde vergaderweek, die gepland staat van 25 tot en met 28 maart. De commissie is beschikbaar om deze consultatieronde te organiseren.

„Een belangrijke overweging bij dit voorstel is”, schrijft de commissie, „dat een dergelijk besluit alle kerken aangaat, terwijl er soms toch een behoorlijke afstand tussen de eigen plaatselijke kerk en de generale synode wordt ervaren”. Overigens heeft zo’n consultatieronde naar het oordeel van de commissie „alleen maar zin als het interim-model (of eventueel een alternatief) inmiddels voldoende door de synode wordt gesteund. Met andere woorden: als de commissie naar de kerken kan met een principebesluit.”

Zonde

In het maandag gepubliceerde rapport gaat de commissie ook in op „het gewichtige punt van medeverantwoordelijkheid voor de zonde in de kerken”. De commissie merkt daarover op dat „zolang er niet is uitgesproken dat kerkelijke tucht aan de orde is, ambtsdragers binnen een gemeente niet verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor zonden in een andere gemeente”.

De commissie wil de indruk wegnemen als zou zij de zonde in het kerkverband willen relativeren en afwijkende kerken in bescherming nemen. „Kerken die een plaats krijgen in de interim-classes worden niet onttrokken aan het vermaan. Zij nemen dat mee bij hun vertrek uit de reguliere classis en blijven eronder staan, tot zij terugkeren van hun afwijken.”

Rapport bestrijdt gedachte dat commissie vrouwelijke ambtsdragers legitieme plek geeft in kerkverband

Ook verdedigt zij zich tegen de gedachte dat vrouwelijke ambtsdragers via de constructie van de interim-classes een wettige plaats in het kerkverband zouden krijgen. Vrouwelijke ambtsdragers, schrijft de commissie, „zijn niet om pragmatische, maar om principiële redenen van afvaardiging naar de particuliere en generale synode uitgesloten”.

Overzicht van de synode van de CGK, in november 2024 in Nunspeet. beeld RD, Anton Dommerholt

Dat in de periode van negen jaar de ontwikkelingen in een deel van de CGK nog weer verder zullen gaan, bijvoorbeeld ten aanzien van kinderen aan het Heilig Avondmaal, het dopen van kinderen van homoparen of het laten voorgaan van vrouwelijke predikanten uit een ander kerkverband, onderkent de commissie als een reëel gevaar. Op het laten voorgaan van vrouwelijke predikanten in de interim-classes (en wellicht het beroepen van vrouwelijke voorgangers) hoopt de commissie in een volgend rapport terug te komen.

Amendementen

De commissie bespreekt in haar rapport ook een drietal ingediende amendementen. Het amendement-Bezemer c.s. beoogt onder meer een waarnemerstatus voor afgevaardigden vanuit de interim-classes naar meerdere vergaderingen. De commissie vindt dat dit voorstel „wezenlijke onderdelen van het interim-model geweld aandoet”. In een ander amendement, dat van Hijmissen c.s., ziet zij vooral „een onderstreping van het eigen voorstel”. Het amendement-Klaver c.s. sorteert volgens de commissie te veel voor op „een verdergaande ontvlechting” van het kerkverband.

Het heeft de commissie overigens „teleurgesteld en met zorg vervuld” dat zij in de met talloze kerkgenoten gevoerde gesprekken „van een ”gezamenlijk zich in het stof verootmoedigen” nauwelijks iets heeft bespeurd”. De commissie vreest daarom „ook in de synode een geest van zelfrechtvaardiging, en zelfgenoegzaamheid, en daarbij een verharding van toon”. Zij vraagt zich af „of de synode tot een besluit kan komen zonder deze vrees te bespreken, beoordelen, en, indien nodig, weg te nemen”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer