Brede steun in Tweede Kamer voor nieuw Wetboek van Strafvordering
Het nieuwe Wetboek van Strafvordering kan rekenen op brede steun in de Tweede Kamer. Tijdens een eerste debat klonken veel complimenten over het werk dat is verzet om de enorme wetswijziging voor te bereiden. Kritiek was er wel, maar niet op fundamentele punten.
In het wetboek staan alle regels waaraan onder meer politie, rechters en advocaten zich moeten houden bij het opsporen, vervolgen en berechten van misdaden. Alle organisaties die ermee te maken krijgen, hebben tien jaar meegewerkt aan de nieuwe wet. Het resultaat is een wettekst in acht boeken, met meer dan 1400 pagina’s aan toelichting en nog eens vijfhonderd pagina’s met beantwoorde vragen uit de Kamer.
Voor zwaar bewaakte verdachten moeten videoverbindingen de norm worden tijdens strafzaken, vindt Ulysse Ellian (VVD). Vervoer van en naar de zitting levert volgens hem risico’s op. PVV-Kamerlid Emiel van Dijk was juist kritisch op digitalisering. Hij uitte zijn zorgen over datalekken en vroeg het kabinet of er genoeg aandacht is voor mensen die niet met elektronische apparaten overweg kunnen. „Waarom wordt de elektronische weg vooropgesteld en in sommige gevallen zelfs verplicht bij berichten tussen burgers, officier van justitie en de rechter?”
In de wet staat ook een zogenoemde ‘beweging naar voren’, wat inhoudt dat het onderzoek in een strafzaak zoveel mogelijk klaar moet zijn voordat de zaak in de rechtszaal komt. Kamerleden zeiden dat ze daar blij mee zijn, maar er klonken ook zorgen dat verdachten niet genoeg tijd meer hebben om voorstellen over het onderzoek te doen. D66-Kamerlid Joost Sneller kwam met een voorstel om de termijn voor zulke voorstellen op te rekken van vier naar zes weken, Willem Koops (NSC) dacht aan twee maanden.
Discussie was er ook over mediation, waarbij de verdachte en het slachtoffer van een misdrijf met elkaar in gesprek gaan. Songül Mutluer (GroenLinks-PvdA) heeft samen met Michiel van Nispen (SP) een voorstel ingediend om het gebruik van zulke mogelijkheden aan te moedigen. „Ik geloof zeker bij kleinere zaken dat mediation kan leiden tot herstel van het leed van slachtoffers en recidive kan voorkomen.”
PVV’er Van Dijk vroeg zich af of het niet vervelend zou zijn voor bijvoorbeeld een verkrachtingsslachtoffer om met de verdachte te worden geconfronteerd. „Wat als het slachtoffer daar absoluut geen behoefte aan heeft?” Beide kanten moeten met zo’n gesprek instemmen, reageerde Mutluer. „Anders heeft het geen zin.”