BinnenlandTweede Wereldoorlog

Herdenking van de gruwelen van Auschwitz: Op blote voeten door de sneeuw, naar de gaskamer

Zwarte rook. De stank van verbrand vlees. Bange, naakte vrouwen. Kinderen die naar de gaskamer werden gedreven. Het zijn herinneringen die de overlevenden van kamp Auschwitz nooit zijn kwijtgeraakt. „Ons volk is zo wreed vermoord.”

L. Vogelaar
27 January 2025 21:06Gewijzigd op 28 January 2025 08:35
Herdenking rond de treinwagon onder de poort van Auschwitz-Birkenau. beeld ANP, Remko de Waal
Herdenking rond de treinwagon onder de poort van Auschwitz-Birkenau. beeld ANP, Remko de Waal

Het zijn vooral de overlevenden die aan het woord komen als maandagmiddag in het vroegere vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau de bevrijding van tachtig jaar geleden wordt herdacht. De datum waarop dat gebeurde, 27 januari, is sinds 2005 de Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust. Opdat de wereld niet vergete.

Dit jaar –met wellicht voor het laatst nog tientallen overlevenden erbij– wordt dat groots aangepakt. Wegafzettingen tot in de wijde omtrek, zwaailichten, gillende sirenes, lange autocolonnes met hoogwaardigheidsbekleders, het hoort er allemaal bij. Bij het zonovergoten kampterrein rijden auto’s en bussen af en aan. Een buurtbewoonster van vierhoog kijkt over de rand van haar balkon; haar hondje –kop tussen de spijlen– geeft luidkeels te kennen dat de ongewone drukte hem verontrust.

De zon schijnt uitbundig. Voor 1,1 miljoen gevangenen ging hier echter de zon onder. Ze overleefden de deportatie niet. Auschwitz, het grootste concentratie- en vernietigingskamp in de nazitijd, werd symbool voor de Shoah, de immense massamoord die zes miljoen Joden het leven kostte. Eén miljoen van hen stierven hier. Ook duizenden andere gevangenen werden hier uitgedelgd alsof ze onkruid waren.

Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Amalia plaatsen een kaars bij de wagon tijdens de herdenking van de tachtigjarige bevrijding van het voormalige Duitse concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. beeld ANP, Remko de Waal

Racisme

Vertegenwoordigers van 55 landen zijn naar het zuiden van Polen gekomen om dat te herdenken. De koningsparen van Nederland, België, Denemarken en Spanje komen de grote, witte tent binnen die rond de poort is opgezet. De Britse koning is er, de Noorse kroonprins en de Zweedse kroonprinses. De erfgroothertog van Luxemburg en zijn vrouw. De president van Frankrijk en zijn vrouw. De presidenten van Oekraïne en Oostenrijk. De Duitse bondskanselier en de Canadese premier. En tal van anderen meer.

Prinses Amalia is met haar ouders meegekomen. Ook premier Schoof en staatssecretaris Karremans (Welzijn) vertegenwoordigen ons land. Maandagmorgen sprak de koning op Paleis Huis ten Bosch met de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. ’s Middags hoorde hij in Auschwitz wat de extreme gevolgen van discriminatie en racisme kunnen zijn.

De ceremonie zou anderhalf uur duren. Het worden er bijna tweeënhalf. De bejaarde overlevenden zitten op de voorste rijen. Ze dragen blauw-witgestreepte sjaaltjes, als symbool van de kampkleding die ze hier moesten dragen.

Moordmachine

Vier overlevenden houden een lange toespraak, en elk krijgt een staande ovatie. Zoals de Poolse historicus Marian Turski (98). Er wordt, zegt hij, al tweeduizend jaar gesproken over de apocalyps. Hier in Auschwitz waren er de voortekenen van: pestilentie, honger, dood. Turski citeert een dichteres en een rabbijn. Over zijn eigen ervaringen heeft hij het niet.

De Poolse historicus Marian Turski (98), de eerste van vier overlevenden die het woord voerden. beeld ANP, Remko de Waal

De krasse spreker wil een moment stilte voor de slachtoffers, en het is ook werkelijk een moment: iedereen staat nog maar nauwelijks als hij bedankt en zijn betoog vervolgt. Over hedendaags antisemitsme, over Holocaustontkenner David Irving, over Hamas, over Joden in complottheorieën, over haatspraak tussen etnische groepen en het bloedvergieten dat daaruit voortkomt.

Janina Iwanska (94) beschrijft de geschiedenis van het kamp, de barre winter waarin de barakken van Birkenau werden gebouwd, de moordmachine die op stoom kwam toen de gaskamers en crematoria klaar waren. Het precieze aantal slachtoffers weet geen mens.

Iwanska noemt de vierduizend Roma en Sinti die in één etmaal naar de gaskamer werden gejaagd toen dokter Mengele hen niet langer nodig had voor zijn experimenten die de superioriteit van het Arische ras moesten aantonen. Iwanska kwam zelf in Auschwitz terecht toen de wijk in Warschau waar ze woonde in augustus 1944 in opstand kwam tegen de Duitse bezetter.

Rook en stank

De Amerikaans-Joodse auteur Tova Friedman (86) was vijfenhalf toen ze vanuit haar schuilplaats in een werkkamp zag dat haar leeftijdgenootjes werden weggevoerd, ondanks de smeekbeden van de ouders. Ze dacht daarna dat ze nog het enige Joodse kind in het kamp was.

Later werd het gezin alsnog weggevoerd, vader naar Dachau –voor het eerst zag Tova hem huilen–, moeder en dochter naar Auschwitz. Nóg ziet ze de ogen van de Duitse soldaten die haar naakte lijf bekeken. Zo jong als ze was, begreep ze waar de rook vandaan kwam, en de stank.

Tova zag meisjes uit de barak naast hen huilend naar de gaskamer gaan –sommigen met blote voeten door de sneeuw– en ze vroeg zich af of hun barak daarna aan de beurt zou komen.

„We waren slachtoffers van een moreel vacuüm”, zegt Friedman. „We moeten gedenken, maar ook waarschuwen. Onze wereld verkeert weer in een crisis. De Joods-christelijke waarden worden overschaduwd door extremisme. Israël, de enige democratie in het Midden-Oosten, moet vechten voor zijn bestaan. We rouwen om de soldaten, om de gijzelaars. We bidden om kracht, weerbaarheid en hoop.”

„We werden gereduceerd tot wegwerpartikelen”Leon Weintraub, overlevende Auschwitz

Leon Weintraub (99) beschrijft hoe zijn studieplannen in duigen vielen toen de Duitsers Polen in 1939 overvielen. Hoe hij als gevangene werd beroofd en kaalgeschoren. „We werden gereduceerd tot wegwerpartikelen.” Hij –maar zoveel anderen niet– overleefde een driedaagse dodenmars, waarbij Duitsers uitgemergelde gevangenen voortdreven omdat de bevrijders dichterbij kwamen. Toen de Fransen Weintraub bevrijdden, was hij tyfuspatiënt en woog hij nog maar 35 kilo.

Na zijn studie werd hij arts in Polen, totdat hij in 1969 door antisemitisme zijn baan als afdelingshoofd in een ziekenhuis kwijtraakte. Toen emigreerde hij naar Zweden.

Onverschilligheid

In het POLIN Museum in Warschau –over de geschiedenis van de Poolse Joden– werd zondag het startsein gegeven voor een Europees Holocaustonderzoeksnetwerk. De hoofdzetel wordt gevestigd in het kantoor van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam, dat in 2010 het initiatief nam voor dit netwerk. De Nederlandse onderwijsminister Bruins was bij de startbijeenkomst.

De meeste Joden uit ons land gingen eerst naar Westerbork. Op het terrein van dit vroegere doorgangskamp in Drenthe zijn de achterliggende zes dagen –en vijf nachten– de namen en leeftijden van meer dan 100.000 Nederlandse slachtoffers voorgelezen. De eerste en de laatste namen werden gelezen door mensen die Westerbork zelf overleefden.

In Auschwitz klinkt deze maandagmiddag ook een citaat van een overlevende: „Wij willen niet dat ons verleden de toekomst van onze kinderen is.” De man die het zei, overleed in 2021, maar zou huilen als hij de situatie van 2025 zag, zegt Ronald S. Lauder (80), die namens de sponsors van Museum Auschwitz spreekt. „Vijftien maanden geleden zijn opnieuw kinderen afgeslacht, alleen omdat ze Joods waren. Toen het Rode Leger tachtig jaar geleden door deze poort kwam, zagen de soldaten stapels lijken. Maar de massamoord was langzaam begonnen, met uitsluiting en boycot van Joden.” Volgens Lauder is het vooral onverschilligheid van anderen waardoor de Holocaust heeft kunnen gebeuren.

Staande luisteren de aanwezigen naar het Joodse Kaddisj en Psalm 42. Met blauw keppeltje: koning Willem-Alexander. beeld ANP, Remko de Waal

Psalm 42

Het christelijk geloof en antisemitisme zijn onverenigbaar met elkaar, verklaarde de Evangelische Kerk in Duitsland aan de vooravond van de Holocaustherdenking. Nu staan geestelijken van verschillende religies naast elkaar achter de microfoons en lezen Psalm 42, nadat een Joodse rabbijn de Kaddisj heeft gebeden.

Half onder de poort staat sinds vijftien jaar een treinwagon, als symbool van de gevangenentransporten. Een lange rij mensen plaatst kaarsjes op de tafel ervoor, eerst de overlevenden, daarna de staatshoofden en regeringsleiders.

Het wordt donker op het kampterrein. De gasten vertrekken; de overlevenden als eerste. Ze hebben hun boodschap gebracht. Nog lang klinken er sirenes door de stad Oswiecim.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer