Mens & samenlevingAchtergrond

Het onderdrukken van boosheid zou weleens in de reformatorische genen kunnen zitten

Boosheid is een ongemakkelijke emotie die vragen oproept. Is het goed om haar te verwelkomen? Komt boosheid niet van de boze? Voor veel refo’s is het een worsteling.

24 January 2025 20:27Gewijzigd op 24 January 2025 21:04
beeld RD, Daan van Oostenbrugge
beeld RD, Daan van Oostenbrugge

In het recent verschenen boek ”Mantel van angst” van Inge Bosscha komt kerkverlater Janna aan het woord. Janna, opgegroeid in reformatorische kring, is ontzettend boos op alles wat typisch refo is. Het lukt haar alleen niet om die boosheid te uiten. Het is alsof er een rem op zit.

Janna denkt dat dit een restverschijnsel is van haar opvoeding. Boosheid werd in haar omgeving benoemd en ervaren als iets lelijks. Janna’s ouders dachten waarschijnlijk dat boosheid van de duivel komt en leerden hun kind niet om boosheid te uiten. Als Janna stout was geweest en aan haar moeder vroeg of ze boos op haar was, zei die altijd: „Ik ben niet boos, maar wel verdrietig.”

Het onderdrukken van boosheid zou weleens in de reformatorische genen kunnen zitten

Veel refo’s zullen hier iets van herkennen. Hoe mensen emoties uiten en beleven wordt sterk bepaald door de cultuur waarin ze opgroeien. Het onderdrukken van boosheid zou weleens in de reformatorische genen kunnen zitten. We zijn en blijven zondaars, maar we doen ons best zo netjes mogelijk te leven. Boosheid doorbreekt die nette buitenkant. Het kan zomaar tot (grove) zonde leiden, je geeft de boze een kans. Als zulke ouders al boosheid voelen, slikken ze die haastig in. Gooi je als kind van zulke ouders je woede eruit, dan word je naar boven gestuurd om af te koelen en na te denken (en soms om vergeving te vragen). Je leert het af om boosheid te mogen voelen en uiten.

Huiselijk geweld

Aan de andere kant kennen helaas ook veel kinderen de keerzijde van dat altijd maar onderdrukken: explosies van huiselijk geweld. Te lang binnengehouden boosheid over wat dan ook, die ten slotte overkookt binnen het gezin. Ook dat kan ervoor zorgen dat boosheid een moeilijk toe te laten emotie wordt; je weet maar al te goed wat eruit voort kan komen. Je bevriest al als je eraan denkt.

In haar boek ”Night vision” beschrijft Mariana Alessandri, hoogleraar filosofie in Texas, hoe ze als moeder te maken kreeg met heftige woedegevoelens toen ze haar eerste kind kreeg. Een echte huilbaby. Voor het hanteren van deze emoties ging ze te rade bij de antieke filosofie. Eerst probeerde ze de stoïcijnen (rond 300 v.Chr.). Je overgeven aan boosheid is zwakte. Geef daar niet aan toe. Je kunt alleen jezelf veranderen, dus stel je verwachtingen bij. Reken er gewoon op dat je kind veel huilt, dat je weinig slaap krijgt, dat dit even kan duren, en dat de neiging om hem uit het raam te smijten zal verdwijnen. Maar Alessandri bleef kwaad.

De methode van Aristoteles (ook circa 300 v.Chr.) werkte beter. Gevoelens zijn er nu eenmaal en die veranderen kost veel energie. Besteed die liever aan goede daden. Boosheid mag er zijn, zolang je er maar niet naar handelt. Dit leek een tijd lang te werken in haar jonge gezin.

Tot de covidperiode aanbrak. Alessandri wilde net in alle rust een boek gaan schrijven, maar zat in plaats daarvan gevangen in een zeer rommelig huis met drie kinderen die begeleid moesten worden bij hun huiswerk. Zowel de stoïcijnse als de arestotelische methode kon in de prullenbak. Van de een mocht haar agressie er niet zijn, van de ander wel, zolang haar daden maar lief en aardig bleven. Maar als Alessandri in de spiegel keek zag ze een lelijk, woedend mens.

Je eigen boosheidsbiografie onderzoeken kan helpend zijn en inzichten bieden

Elk mens heeft een eigen geschiedenis met boosheid. Je hebt er te veel van gezien, of te weinig. Je bent in aanleg zeer licht ontvlambaar, of zo goeiig dat je bijna niet boos te krijgen bent. Of je bent altijd ergens diep vanbinnen woest op alles en iedereen, maar je weet niet waarom en op wie. Je eigen boosheidsbiografie onderzoeken –zoals Janna deed, zoals Alessandri deed– kan helpend zijn en inzichten bieden.

Bijbel

Als je christelijk opgevoed bent, ligt het voor de hand om naar de Bijbel te wijzen: die zou negatief over boosheid spreken. Maar is dat wel zo? Zijn het niet eerder de filosofen van Alessandri die van de boosheid af willen?

Wat zou een stoïcijn zeggen over de Heere Jezus Die de tempel, het huis van Zijn Vader, woedend ontdoet van koophandel? Wat een zwakkeling, Die laat Zich meeslepen door Zijn woede. Wat zou Aristoteles tegen Hem gezegd hebben? Goed dat U boos bent, maar die tafels omkeren had niet gehoeven?

Jezus, het volmaakte Beeld van God, was boos. Dat lezen we op meerdere plaatsen in de Bijbel. En Hij, de zondeloze, uitte die boosheid ook.

Opkomende boosheid wil je eerlijk iets ongemakkelijks zeggen: Er is een grens overschreden, er is onrecht begaan. Doe er iets mee!

Alleen al daarom moeten we zeggen: je mag boos zijn. Woest zelfs. Boosheid hoort bij een gezond mentaal leven.  Opkomende boosheid is geen vijand maar een vriend. Hij wil je eerlijk iets ongemakkelijks zeggen: er is een grens overschreden, er is onrecht begaan. Doe er iets mee!

In Efeze 4:26 staat: „Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid.” Het is dus mogelijk om toornig te zijn én niet te zondigen. Hier lijkt te staan: doe er zo snel mogelijk iets mee, voordat het in zonde omslaat.

En dat laatste gebeurt snel, heel snel. Boosheid is zeer gevoelig materiaal –zoals kernenergie– waar je zowel goed als slecht mee kunt omgaan. Angst voor boosheid is daarom zeker niet geheel onterecht.

Jezus, Die ging er zondeloos mee om. Maar mensen? Wij slaan erop los, wij maken iemand kapot met woorden, wij blijven een leven lang verbitterd contact weigeren.

Kaïn

Kaïns boosheid leidde tot de moord op zijn broer. Waar kwam Kaïn voor op? Voor zijn eigen eer.  En daar gaat het vaak mis. We verdedigen ons beledigde ik, ons bezit of onze reputatie. Jezus verdedigde de eer van Zijn Vader. Daar zit het verschil. En daar zit de belangrijkste vraag. Wie of wat precies ben ik aan het verdedigen? Dat moet je weten voor je je boosheid uit.

Dan moet die er wel mogen zijn. Daarom: heet je boosheid welkom! Schrik niet terug voor de heftige negatieve gevoelens, voor je gebalde vuisten, strakke kaken, de neiging om iets kapot te gooien. Voel de emotie; gooi die er desnoods ongeremd uit op papier. Gelijk in brand vliegen is niet goed, maar je boosheid onderdrukken evenmin. Ze kan een bom in je buik worden die op een gegeven moment –op een heel verkeerde tijd en plaats– tot ontploffing komt. Of ze maakt je voor de rest van je leven verbitterd en depressief.

beeld RD, Daan van Oostenbrugge

Probeer te begrijpen: waar gaat mijn boosheid over? Soms is dat helemaal niet waar je denkt dat ze over gaat. Soms gaat boosheid over heel oude pijn, een blauwe plek van vroeger waar ineens op geduwd wordt door iemand die zich van geen kwaad bewust is. Raak je buiten jezelf omdat je kinderen niet naar je luisteren? Of ben je boos (verdrietig?) dat je altijd al alles alleen hebt moeten doen? Omdat je continu overvraagd wordt?

Waarom maakt de kritiek van een collega je zo boos? Vind je het lastig om onder ogen te zien dat je fouten kunt maken? Omdat je je gezicht verliest? Of is het omdat jou werkelijk onrecht wordt aangedaan?

Voor jezelf opkomen hoeft niet verkeerd te zijn, zeker niet als er werkelijk onrecht is aangedaan. Er zijn situaties genoeg te bedenken waarin je terecht boos bent op iemand die je moedwillig schade toebracht. Denk aan misbruiksituaties. Maar ook dan moet er nagedacht worden: Wanneer, bij wie en hoe uit ik mijn boosheid? Wat beoog ik daarmee? Wanneer de drang om de ander pijn te doen of terug te pakken overheerst en leidend wordt, ligt niet alleen de zonde op de loer, maar zul je zelf ook slachtoffer van je boosheid blijven.

Toonbeelden

Als de overvraagde moeder haar woede op de klierende kinderen richt, zal haar boosheid alleen maar toenemen en misschien (daardoor) ook in zelfhaat omslaan. Kinderen blijven kinderen. Ze zullen niet uit je huis verdwijnen, en zich evenmin gaan gedragen als toonbeelden van rust en gehoorzaamheid.

Deze moeder moet eerst luisteren naar haar boosheid, en die goed begrijpen, om deze op een goede manier te kanaliseren. De energie aan boosheid die in haar aanwezig is, moet ze aanwenden om het echte probleem stevig aan te pakken. Ze heeft hulp en steun nodig. Een luisterend oor wellicht. Goede boosheid pakt problemen aan, niet personen. Goede boosheid is gericht op het vernietigen van het kwade, niet van mensen. In het geval van deze moeder: de neiging om iemand van de trap te gooien moet weg, niet de kinderen zelf. Dat vraagt eerlijk zelfonderzoek en de bereidheid om daarnaar te handelen.

Bijna niemand heeft enkel verkeerde of enkel goede motieven om boos te worden

Het lastige is dat boosheid vaak zo’n troebele vijver is. Bijna niemand heeft enkel verkeerde of enkel goede motieven om boos te worden. Die zijn soms moeilijk te ontwarren. Daarom gaat het ook zo vaak fout en vervallen we toch weer in zondige boosheid. Dan is het belangrijk om opnieuw naar Jezus te kijken. Niet als ons Voorbeeld wat goede boosheid betreft, maar als Degene Die de toorn van God heeft gestild.

Al de boosheid van de Vader richtte Zich op Hem, Die onschuldig was. Hij werd vernietigd in onze plaats. Alleen wie dat ‘onrecht’ beseft en gelovig aanvaardt, zal ook bij het allergrootste onrecht in zijn eigen leven niet in (terechte!) boosheid blijven hangen. Die is niet langer uit op de vernietiging van de persoon die hem dit alles heeft aangedaan. Die breekt de macht van het kwaad, door zijn boosheid over te geven aan Hem, Die al onze boosheid gedragen heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer