De hervormer Ulrich Zwingli had invloed in de Nederlanden, zowel in de doorwerking van de Reformatie als in het ontstaan van het gezelschapsleven. In Zürich herinnert de soberheid van Zwingli’s kerk nog altijd aan de hervormingen die hij bijna vijf eeuwen geleden doorvoerde.
Smalle steegjes leiden omhoog naar de Lindenhof, het plein dat een weids uitzicht biedt over het oude hart van Zürich, aan weerszijden van de rivier de Limmat. De Zwitserse stad siert zich –net als andere plaatsen in Zwitserland– met dubbele schoonheid: fraai in zijn bouwstijlen en gevelschilderingen, maar ook schoon door het ontbreken van vuil en verloedering.
Een wandelroute vanuit het monumentale treinstation leidt door sfeervolle straatjes. Gildehuizen uit de 17e en de 18e eeuw geven een beeld van de rijkdom van de gilden die Zürich tot 1789 bestuurden.
Bij de Münster Brücke staan drie kerken: westelijk de Fraumünster –met pal ernaast het stadhuis–, aan de oostkant van de brug de Wasserkirche en de Grossmünster. Voor de Wasserkirche staat een standbeeld van Zwingli, de Zwitserse hervormer, met een zwaard in zijn hand. In de pastorie is zijn studeerkamer zo veel mogelijk in originele staat bewaard.
Karel de Grote
Een folder omschrijft de Grossmünster als „de belangrijkste kerk van Zurich en startpunt van de Reformatie van Duitstalig Zwitserland onder Huldrych Zwingli (1484-1531) en Heinrich Bullinger (1504-1575).” Bij de ingang hangen houten borden met uitleg in verschillende talen. Bezoekers kunnen deze meenemen tijdens hun wandeling door het bedehuis.
De bouw van de kerk begon in 1100 en duurde een eeuw. Twee trappen leiden naar de crypte onder het koor. Daar zijn wat lege nissen en er staan houten klapstoeltjes. Verder valt vooral het beeld van Karel de Grote op. Volgens de legende bouwde hij hier de eerste kerk ter ere van Felix en Regula. Deze broer en zus werden –volgens een andere legende– in de derde eeuw vervolgd vanwege hun christelijk geloof en vluchtten daarom van het zuiden van Zwitserland naar Zürich. Daar werden ze echter onthoofd op de plaats waar nu de Wasserkirche staat. Na de executie zouden ze hun hoofd hebben opgepakt en veertig stappen hebben gezet naar de plaats waar ze begraven wilden worden. Het paard van Karel de Grote struikelde daar. Op die plaats liet deze keizer vervolgens de Grossmünster bouwen. Felix en Regula zijn op het stadszegel afgebeeld. Door hun legende werd Zürich een bedevaartsoord.
Sober
Opvallend is de soberheid van de Grossmünster: tijdens de Reformatie werden altaren, beelden, het orgel en een aantal schilderingen verwijderd. De overgebleven muurschilderingen zijn soms nauwelijks meer herkenbaar. Pas in 1876 werd er weer een orgel geplaatst. Het huidige instrument dateert uit 1960. Ook de glas-in-loodramen in het koor dateren uit de vorige eeuw.
De benoeming van Ulrich Zwingli tot priester van de Grossmünster in 1518 luidde een periode van ingrijpende veranderingen in. Op 1 januari 1519 –zijn 35e verjaardag– hield hij er zijn eerste preek. Vooraf deelde hij mee dat hij niet over voorgeschreven teksten zou preken. Hij behandelde gehele hoofdstukken en Bijbelboeken. Daarbij liet hij de Schrift spreken, ook als dat tegen kerkelijke dogma’s inging.
Ontwikkeling
Zwingli keerde zich tegen de aflaathandel, waarbij mensen tegen geld vergeving voor hun zonden dachten te krijgen. Uit verontwaardiging over de misstanden in de kerk weigerde hij nog langer een jaargeld van de paus aan te nemen.
Meer en meer leerde hij zijn eigen zondige bestaan en de rijkdom van Gods genade kennen. Daartoe werd ook de ernstige ziekte tijdens het eerste jaar in Zürich gebruikt: de pest waarde rond, en die kostte 2500 van de 7000 inwoners het leven. Zwingli was ook ernstig ziek, maar herstelde. „Uw wonderheên, daar ik weer beet’ren mocht, die loven U, Die met Uw bloed mij kocht...”, luiden enkele regels uit de vertaling van het gedicht dat hij toen vervaardigde.
De ontwikkeling van zijn gedachten in reformatorische richting bleek uit zijn geschriften. Daarin keerde hij zich tegen kerkelijke verordeningen die niet aan de Bijbel ontleend waren. Zo wijdde hij in 1522 aan het gebod tot vasten de preek ”Vom Erkiesen und Fryheit der Spysen”. Op zichzelf genomen kan het vasten wel goed zijn, maar het verplichte vasten en dergelijke voorschriften zijn ten diepste afkomstig van de duivel, om een mens in uiterlijke zaken te verstrikken, stelde hij. Ook van het celibaat nam hij afstand, en hij trad zelf in het huwelijk met de weduwe Anna Reinhard.
Na een botsing tussen Zwingli en de bisschop van Konstanz hield het stadsbestuur van Zürich in januari 1523 een dispuut. Zwingli formuleerde 67 stellingen en het stadsbestuur verklaarde dat Zwingli en andere geestelijken op die wijze moesten voortgaan met de verkondiging van het Evangelie.
In 1524 werden de kloosters in de stad gesloten. Hun bezittingen werden gebruikt om armen te onderhouden en het onderwijs te bevorderen. In 1525 werd in de Grossmünster voor het eerst het avondmaal bediend, op een veel soberder wijze dan in de gebruikelijke misbediening.
Zwingli had ook grote invloed op de wereldlijke overheid. Met succes bekritiseerde hij het dienst nemen van Zwitserse soldaten als huurlingen in andere legers, omdat hij zag hoe funest dat voor de gezinnen was. Hij wist te bewerkstelligen dat Zürich, als enige van de Zwitserse kantons, weigerde een alliantie met Frankrijk te sluiten.
De reformator ondervond veel tegenstand: van aanhangers van de roomse religie, van wederdopers en ook met de Duitse hervormer Maarten Luther was er geen volledige overeenstemming.
Bijbelvertaling
In een vitrine in het koor van de Grossmünster ligt de Zürcher of Froschauer Bibel –Zwingli’s Bijbelvertaling– uit 1531 naast een exemplaar uit 2007 en een avondmaalsschaal en -beker.
Bij een andere vitrine kan er in een ingescande Froschauer Bibel ‘gebladerd’ worden door de hoeken van de pagina’s aan te raken. Een aantal Bijbelgedeelten kan regelrecht worden opgezocht: de scheppingsgeschiedenis, de Tien Geboden, Psalm 23, de Bergrede, het Onze Vader en de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
Controverse
Zwingli’s gedachtengoed vond ook buiten Zürich ingang. In Sankt Gallen beijverde burgemeester Joachim Vadian zich ervoor, in Schaffhausen dr. Sebastiaan Hofmeister en in Basel Johann Oecolampadius. Zwingli ging zelf naar Bern. Zijn gedachten kregen vorm in de Christelijke Burgerlijke Rechten, waarover Zürich overeenstemming bereikte met de steden Konstanz (1527), Bern en Sankt Gallen (1528), Biel, Mülhausen en Schaffhausen (1529).
Daarentegen bleven de kantons Uri, Schwyz, Unterwalden, Luzern, Zug en Fribourg de rooms-katholieke leer trouw. Wel wilden ze misstanden uitbannen. Het verschil in standpunt over de godsdienst leidde in 1529 tot een burgeroorlog. Er werd al snel een vredesverdrag gesloten, maar de spanningen bleven bestaan.
De rooms-katholieke kantons, die vreesden dat Zürich een te machtige positie kreeg, vielen de stad in oktober 1531 onverwacht aan. Zwingli trok met het protestantse leger mee. De veldslag bij Kappel kostte hem op 11 oktober 1531 het leven. Hij was 47 jaar geworden. Tot de honderden protestanten die omkwamen, behoorden ook tal van andere predikanten en leden van het stadsbestuur.
Invloed
Zwingli’s vijanden hakten zijn lichaam in stukken, verbrandden het en strooiden zijn as in de wind, maar daarmee konden ze zijn invloed niet tenietdoen. Het werk van de Zwitserse hervormer is van grote betekenis geweest. Tot de steden waar hij invloed kreeg behoorde ook Genève. Daarmee baande hij daar de weg voor Calvijn en was hij indirect ook van betekenis voor de Reformatie elders, zoals in de Nederlanden.
Zwingli’s invloed was in de Lage Landen ook aan te wijzen toen de Zürichse gewoonte werd overgenomen dat ambtsdragers dagelijks met gemeenteleden Bijbelgedeelten bespraken. Het is genoemd als een van de wortels van het latere gezelschapsleven.
Zwingli’s werk werd voortgezet door Heinrich Bullinger. Na de voortvarende pionier was er nu een predikant die het werk consolideerde.
„Zwingli’s en Bullingers werk baande de weg voor de Zwitserse democratie en het huidige sociale beleid”, stelt een brochure die in de Grossmünster te koop is. Ook de invloed van de reformatoren op de armenverzorging, het onderwijs, de werkhouding en de burgerlijke orde wordt genoemd. „Deze mannen luisterden naar de noden van de mensen.”
Ze wisten ook wat de grootste nood van het volk was.