Kerk & religieFranciscus Ridderus

Plagiaat in de 17e eeuw: diefstal of eerbetoon?

Franciscus Ridderus (1620-1683) pleegde plagiaat in zijn preken, ontdekte dr. Bert Koopman. Maakte de predikant zich daarmee schuldig aan diefstal of was het bedoeld als eerbetoon?

11 January 2025 09:44
Werken van Franciscus Ridderus. beeld RD
Werken van Franciscus Ridderus. beeld RD

De zeventiende-eeuwse Ridderus, die onder andere predikant was in de Laurenskerk in Rotterdam, is „schatplichtig aan de inhoud van puriteinse preken”, stelt Koopman. Hij vergeleek een bundel preekschetsen van Ridderus’ hand met de vierdelige ”Engelsche boetepredikatiën” uit de zeventiende eeuw. Het resultaat van die vergelijking publiceerde hij in het jongste nummer van het Documentatieblad Nadere Reformatie (DNR), het orgaan van de Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR).

Franciscus Ridderus. beeld Wikimedia

Koopman kwam de overeenkomsten tussen Ridderus’ preken en de Engelse boetepreken op het spoor tijdens zijn promotieonderzoek, dat zich richtte op „de voorbereidende werkzaamheden tot de wedergeboorte”. Voor dit onderzoek legde Koopman een bestand aan met zo’n 35.000 preken van oudvaders en puriteinen. Toen hij deze preken sorteerde op tekstvolgorde, viel hem op dat de preekteksten uit Ridderus’ schetsen vaak ook voorkwamen in Engelse boetepreken. „Toen ik deze preken vervolgens ging vergelijken, sprong de grote overeenkomst direct in het oog”, schrijft Koopman in het DNR.

Schatplichtig

Koopman geeft een overzicht van alle preken uit de vier bundels met Engelse boetepreken en toont daarnaast aan op welke pagina’s in Ridderus’ preekschetsen ze terug te vinden zijn. De preken van Engelse predikanten uit de zeventiende eeuw als Charles Herle, John Whincop en Matthew Newcoomen ziet Koopman allemaal terug bij Ridderus.

Bert Koopman. beeld Dirk-Jan Gjeltema

Voor een viertal willekeurig geselecteerde preken werkt Koopman uit waar en hoe Ridderus stukken uit de boetepreken over dezelfde tekst gebruikt. „De Bijbelteksten en de volgorde daarvan in de voorliggende preek zijn in de preekschets van Ridderus precies gelijk”, concludeert de auteur na een van zijn vergelijkingen. „Tevens zien we dat hij schatplichtig is aan de tekst door de spreekwoorden over te nemen.” De Nederlandse predikant gebruikt ook dezelfde verhalen en voorbeelden als de Engelse schrijvers, zonder hen als bron te noemen.

In een nog te publiceren artikel voor het documentatieblad toont Koopman aan dat Ridderus hetzelfde deed met preken van de puriteinse Thomas Adams, eveneens afkomstig uit de zeventiende eeuw. Koopman laat aan de hand van twee preken zien dat Ridderus hier hele preekstructuren overneemt. Hij volgt de Engelse preek „op de voet” en „schroomt niet om verhalen, citaten uit de klassieke oudheid en spreuken over te nemen in zijn schets”. Ridderus doet dit „frank en vrij zonder naar enige bron te verwijzen”, concludeert de theoloog. Koopman duidt deze praktijk van Ridderus als „in onze termen een ernstige vorm van plagiaat” en „pronken met andermans veren”.

Spelregels

Ing. Herman Postema schreef in 2005 een biografie over Ridderus. In ”Strijder op de middenweg” stelde hij onder andere dat Ridderus weinig puriteinen citeert. Die stelling is door het onderzoek van Koopman ontkracht. „Dat is in het artikel goed beschreven”, geeft Postema aan. „Maar het lijkt nu wel alsof Ridderus iets verwijtbaar is. Met de spelregels van de zeventiende eeuw in mijn achterhoofd betwijfel ik dat.”

Herman Postema. beeld Herman Postema

„Met de spelregels van de zeventiende eeuw in mijn achterhoofd betwijfel ik of Ridderus iets verwijtbaar is” - Herman Postema, auteur van Ridderus’ biografie

Volgens deze spelregels konden predikanten namelijk vrijelijk alle beschikbare informatie overnemen, zegt Postema. „Het werd juist als eerbetoon gezien als je anderen citeerde in je werk. Ook als dat zonder naam was.”

Genre

Bovendien neemt Ridderus lang niet altijd citaten over zonder bronverwijzing, stelt Postema. „Als hij de gedachten van een tegenstander citeert, verantwoordt Ridderus zijn bronnen tot op de bladzijde nauwkeurig. Als hij een preek maakt, doet hij dat niet. Hij maakt dus onderscheid in genre.

Bovendien is Ridderus niet de enige predikant die dit deed. Prof. dr. W.J. op ’t Hof toonde aan dat Willem Teellinck grote delen van bijvoorbeeld Thomas a Kempis overnam in zijn werk, zonder de bron te noemen. Als we dit onderzoek op andere schrijvers uit de zeventiende eeuw zouden toepassen, vinden we het overal, denk ik. En wat mij betreft duiden we dat dan positief. Als eerbetoon, niet als plagiaat.”

Inderdaad leggen we met de aanduiding „plagiaat” het oordeel van deze tijd op de zeventiende eeuw, erkent Koopman desgevraagd. De vraag is of dat terecht is. „Heel wat oudvaders grasduinden in preken van anderen”, geeft de auteur toe. „Maar Ridderus maakt het wel heel bont, door de hele preekstructuur inclusief verwijsteksten en voorbeelden over te nemen.”

Meer over
Kerkgeschiedenis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer