Stille getuigen van verdwenen Zeeuwse kerken
Een psalmbord, een bladzijde uit een middeleeuwse Bijbel, een glas-in-loodraam. De expositie ”Geloof zonder dak” in Middelburg toont restanten van verdwenen Zeeuwse kerken en stille getuigen van kerkelijk leven in het verleden.
Geloof zonder dak. De titel begon als grapje, vertelt Rien Sanderse, conservator munten en penningen van het Zeeuws Genootschap. Met zijn collega's Marianne Gossije, conservator historische voorwerpen, en Katie Heyning, conservator kunst en kunstnijverheid, stelde hij de tentoonstelling samen. „Met onze exposities proberen we steeds aan te sluiten bij het thema van Tijdschrift Zeeland, het blad van ons genootschap. Het decembernummer gaat over leegstand en herbestemming van Zeeuwse kerken. Geloofsgemeenschappen krimpen en verdwijnen, waardoor kerken hun oorspronkelijke functie verliezen. Dak zonder geloof, zou je kunnen zeggen. Vandaar dat we op ”Geloof zonder dak” uitkwamen.”
Objecten om de expositie te vullen waren er voldoende. Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen is een van de oudste wetenschappelijke genootschappen van Nederland. Vanaf de oprichting in 1769 verzamelden de leden voorwerpen. Eerst met het doel in kabinetten met naturalia en rariteiten de wereld in het klein te laten zien, later op veel grotere schaal. In totaal bezit het Zeeuws Genootschap nu circa 250.000 objecten verdeeld over verschillende collecties, die in bruikleen zijn gegeven aan vier instellingen: het Zeeuws Archief, het Zeeuws Museum, ZB| Bibliotheek van Zeeland en Erfgoed Zeeland.
Perkament
„Dit is wel heel bijzonder”, zegt Gossije meteen als ze de rondleiding begint bij de eerste vitrine van de expositie. Ze wijst op een stukje perkament met de microtekst van de eerste veertien verzen van het evangelie van Johannes, in zwarte en rode inkt, deels verguld. Rondom staan de symbolen van de vier evangelisten: de adelaar voor Johannes, de mens voor Mattheüs, het rund voor Lukas en de leeuw voor Markus. „Het perkamentje is uit de vijftiende eeuw, nog van voor de Reformatie. Het bleef goed geconserveerd in een ”hoofdpeluw”. Dat kussen werd rond 1840 gevonden in de omgeving van Kruiningen.”
Oud was ook een vijftiende-eeuwse zogeheten Utrecht Bijbel (1435–1440), afkomstig uit het bezit van een Middelburgse burgemeester. In mei 1940 ging vrijwel de hele Bijbel verloren, samen met veel andere oude boeken. Gossije: „Artilleriebeschietingen van Fransen en Duitsers veroorzaakten mede een stadsbrand die een groot deel van historisch Middelburg verwoestte. Ook de bibliotheek van de stad ging in vlammen op. Van de Utrecht Bijbel bleven enkele fragmenten bewaard, maar die zijn te kwetsbaar om te tonen. Bezoekers krijgen daarom alleen een foto van een perkamenten blad te zien.”
Wapenborden
In de protestantse hoek van de expositie liggen diverse attributen, zoals een achttiende-eeuws psalmbord en een collectebakje uit de zeventiende of achttiende eeuw, beide uit het hervormde kerkje van Sint Laurens (bij Middelburg). „Dat bestaat niet meer. Werd een kerkje te krakkemikkig, dan werd het vaak afgebroken, waarna op dezelfde plek een nieuwe kerk werd opgericht. Dat is ook in Sint Laurens gebeurd”, licht Gossije toe.
„Werd een kerkje te krakkemikkig, dan werd het vaak afgebroken, waarna op dezelfde plek een nieuwe kerk werd opgericht” - Marianne Gossije, conservator historische voorwerpen
De conservator attendeert vervolgens op een zogeheten klankpot. „Die werd boven in de muur of in het gewelf van een kerk aangebracht om bij het zingen een bepaalde toon te versterken. Een akoestisch hulpmiddel dus. Iedere pot diende een eigen toon. Daarom waren er altijd meerdere potten ingemetseld met de opening naar de kerkruimte toe, op enige afstand van elkaar. Dit potje werd in 1902 bij het afbreken van de hervormde kerk van Bruinisse samen met zeven andere aangetroffen op een hoogte van 6,5 à 7 meter. De andere potten sneuvelden bij de sloop.”
Een opmerkelijk bezit is een verzameling van ruim zestig afbeeldingen van wapens van de families Thibaut en Van den Brande op rouwborden die in 1798 aanwezig waren in de kerken in Middelburg, Aagtekerke, Vlissingen, Tholen en Zierikzee. De Middelburgse burgemeester Jacob Hendrik Schorer, later gouverneur van Zeeland, liet ze natekenen. Aanleiding was de Bataafse Revolutie. Familiewapens moesten toen uit de kerken worden verwijderd. Schorers opeenvolgende echtgenotes behoorden tot die families.
Elders op de expositie is een tekening te zien van het wapenbord, uit het koor van de hervormde kerk in Tholen, van Pieter van Berchem, overleden 6 mei 1606, gehelmd afgebeeld als een hofnar. Om het middenwapen heen staan zijn familiewapens.
Poppetjes
Een tekening geeft de afbraak weer van de veertiende-eeuwse Noordmonster of Sint-Pieterskerk in Middelburg. „Voor de Reformatie nog korte tijd de kathedraal van de stad”, aldus Sanderse. Nadat het gebouw in de Franse tijd gediend had als kazerne, raakte de kerk, die niet meer werd gebruikt, steeds verder in verval. In 1834 volgde de sloop. Collega Gossije: „Let op de minuscule poppetjes boven op het dak, die de kerk aan het afbreken zijn.”
Verderop hangt een afbeelding van een grote koperen fundatieplaat, vermoedelijk uit de kerk van Sint Pauwels (Oost-Zeeuws-Vlaanderen). In 1806 door het genootschap gekocht op de markt in Middelburg, meldt Gossije. „Wat eerder in de middeleeuwen op perkament werd beschreven, is hier in opdracht van een rijke familie helemaal in koper geslagen. Onder meer is vastgelegd hoeveel missen er zouden worden opgedragen. Wij vermoeden dat Franse soldaten rond 1795 deze plaat van een altaar hebben afgehaald. Simpelweg omdat koper net als nu waarde had.”
Glas-in-lood
Achter de foto van een gebrandschilderd raam uit de hervormde kerk van Schoondijke gaat een heel verhaal schuil. Van de glas-in-loodramen die bij de bouw in 1656/1657 werden geschonken was begin negentiende eeuw alleen nog dit ene raam over. In 1853 werd het uitgebroken, de restanten werden op een zolder opgeborgen en later naar het museum van het genootschap overgebracht. Een halve eeuw geleden werden ze vastgelijmd op plexiglas. „Helaas verschillen de uitzettingscoëfficiënten van glas-in-lood en perspex”, zegt Gossije. „Het raam brak aan alle kanten, vandaar al die ontbrekende stukjes. Op aquarel is een reconstructie gemaakt, waarvan wij niet zeker weten of die klopt. Maar ze hangt hier wel omdat de scherpe details zo prachtig zijn. Mooie kleuren, zo'n gezicht, dat jongetje, het Lam Gods, een eenhoorn, een engeltje.”
Brand
In Zeeland zijn tientallen dorpen verdronken. Ze gingen door overstromingen in het water op. Ook kerken verdwenen zo. Tekeningen tonen verschillende voorbeelden, zoals de kerk van Nieuwlande, net ten noordwesten van Goes. De ruïnes van de kerk zijn nog zichtbaar.
Brand kon ook het einde van een kerk betekenen. In 1819 werd de Koorkerk in Middelburg ’s nachts door de bliksem getroffen, waardoor een plank op het dak begon te branden. Met gevaar voor eigen leven wist een loodgieter het stuk hout los te rukken en het vuur te doven. Als dank kreeg hij een zilveren tabaksdoos met inscriptie, een pijpenpeuter en een penning met een voorstelling van de kerk. Deze voorwerpen zijn nu onderdeel van de Zeeuwse expositie. Door nazaten aan het genootschap geschonken. In de fles die ernaast staat worden verbrande houtresten bewaard van het hoogaltaar van de in 1568 uitgebrande Abdijkerk in Middelburg.
Een kopergravure verbeeldt het afbranden in 1832 van de imposante vijftiende-eeuwse Sint Lievensmonsterkerk in Zierikzee. De markante toren, die een hoogte van circa 130 meter had moeten krijgen maar op 50 meter was blijven steken, bleef behouden. Gossije en Sanderse: „Onvoorzichtigheid van loodgieters, die met open potten vuur in de goten werkten, was waarschijnlijk de oorzaak van de brand. Zoiets komt vaker voor. De Notre-Dame in Parijs is geen uitzondering.”
”Geloof zonder dak” is tot en met 25 januari tijdens openingsuren te bezichtigen in het Zeeland Paviljoen (eerste verdieping) van ZB| Bibliotheek van Zeeland in Middelburg, Kousteensedijk 7.