Levensschets van ds. István Sipos
Wim Kranendonk, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en oud-bestuurslid van Kom over en help, schreef in de serie ”Kroongetuigen” het boek ”Hard geslagen, niet gebroken. Leven en lijden van de Hongaarse ds. Istvan Sipos”.
De titel en ondertitel van deze levensschets zijn goed gekozen. Ds. István Sipos (1907-1997) werd tijdens het communisme vele keren gearresteerd (draaideurarrestant), bijna onophoudelijk geïntimideerd en tijdens ondervragingen letterlijk hard geslagen.
Deze vlot geschreven biografie tekent niet alleen een portret van deze standvastige Hongaarse hervormde predikant, die mentaal en lichamelijk leed, maar levert daarbij ook informatie over de positie en geschiedenis van de Hongaarse Hervormde (Református) Kerk, een kerk die, ingeklemd tussen de wereldlijke en geestelijke grootmachten van oosten en westen, voortdurend werd bedreigd of onderdrukt.
Dat blijkt ook uit het leven van István Sipos, als hij vanwege zijn standvastigheid eerst moet lijden onder de Duitse bezettingsmacht, om na de ‘bevrijding’ door het Russische leger te lijden onder de communistische terreur. Sipos’ houding en verzet tegen die intimiderende macht en de gevolgen daarvan, weet Kranendonk indrukwekkend te beschrijven.
De top van de Hongaarse Hervormde Kerk is niet zo moedig. „Die werkte samen met de communisten”, schrijft Kranendonk. Omdat de schrijver zich voornamelijk baseert op nagelaten aantekeningen en getuigenissen van een zoon en een kleinzoon en verder niet veel meer doet dan deze aangereikte gegevens verwerken, bevat dit relaas ook veel kleine feitjes die misschien wel voor een kleine familiekring, maar niet voor iedere lezer interessant zijn.
Onderbelicht
Kranendonk beschrijft ds. Sipos als een traditiegetrouwe, conservatieve, driemaal gepromoveerde theoloog met grote kennis van de (grond)talen, die in 1934 na zijn studie aan Princeton Seminary (VS) terugkeert naar Hongarije, terwijl hij hoogleraar aan Princeton Seminary kon worden. De lezer zou meer willen weten, bijvoorbeeld over de vorming van Sipos’ geestelijk leven, zijn worstelingen en zijn gebedsleven. Die innerlijke kant blijft wat onderbelicht en de figuur van Sipos als onwrikbare, stoere calvinist met die mengeling van geloof en Hongaars patriottisme blijft over. Dat blijkt uit de naamgeving van zijn zeven zonen, die hij geen Bijbelse namen geeft, maar naar de zeven Hongaarse, nationale (heidense) helden noemt. Jammer dat dan drie namen fout gespeld zijn: Álmos Ete Sipos wordt veel genoemd, altijd incorrect als Almos ete Sipos, Attila Előd wordt verhaspeld in Attyla Elyd en Botond wordt Bolond. Des te pijnlijker, want ”bolond” betekent ”gek”.
Dat de Hongaarse namen worden weergegeven zonder accenttekens, is ronduit onbegrijpelijk (de Duitse oud-bondskanselier Schröder kan toch geen Schroder worden?). Afgezien van de accenttekens zijn er (te) veel fouten in de Hongaarse namen. De uitgever had de tekst door een corrector die Hongaars kent moeten laten corrigeren.
Hard geslagen, niet gebroken. Leven en lijden van de Hongaarse ds. Istvan Sipos, Wim Kranendonk; uitg. De Banier; 108 blz.; € 11,95