Mens & samenlevingMoederschap

De eenzame weg van een moderne moeder

Een vrouw kan zo veranderen als ze een kind krijgt dat ze bang wordt van zichzelf. Dat is de ervaring van de Britse wetenschapsjournalist Lucy Jones. Is ze hierin uniek of herkent elke moeder er op z’n minst iets van?

3 January 2025 16:36Gewijzigd op 4 January 2025 08:20
beeld RD, Joanne van de Riet
beeld RD, Joanne van de Riet

Als moeder van zes kinderen kan ik me de periodes van zwangerschap en babytijd nog goed voor de geest halen. Een tijd van pijntjes en kwaaltjes, en tranen om niets. Toch kijk ik er niet negatief op terug. Ik werkte een tandje minder hard, zat wat vaker met de benen omhoog en was vooral thuis met de baby. Die rustige modus bedacht ik niet, die overkwam me gewoon en het gezin voer er wel bij.

Met de huidige kennis van zaken valt te verklaren hoe dat komt. Het onderzoek van Elseline Hoekzema, als neurowetenschapper en hoofd van het Pregnancy and the Brain Lab verbonden aan het Amsterdam UMC, levert daar een grote bijdrage aan. Zij laat zien dat niet alleen de hormoonhuishouding verandert, ook de structuur van de hersenen wijzigt ingrijpend en langdurig. Die veranderingen bevinden zich met name in het sociale deel van het brein en in de gebieden die het sterkst reageren op het zien van het eigen kind.

Het moederschap is een taak die de eigen identiteit en behoeften niet volledig aan de kant schuift, maar wel vraagt om voorrang

Op de schop

Het effect is niet louter positief. Als je dat ergens leert, is het in ”Moederteit”, geschreven door wetenschapsjournalist Lucy Jones. De titel van het boek is een knipoog naar de puberteit, ook een periode waarin lichaam en geest op de schop gaan.

Al tijdens de zwangerschap probeert Jones grip op haar situatie te krijgen door uit te zoeken wat er bekend is over de biologische veranderingen. Ze verwerkt de uitkomst in een boek dat meer is geworden dan een zoektocht naar de geboorte van een moeder. Het is ook een persoonlijk verslag. Rauw, emotioneel en soms zelfs platvloers. Daarnaast is het een aanklacht tegen de huidige maatschappij, waarin voor zwangerschap en moederschap weinig plaats lijkt te zijn.

Die verwevenheid van wetenschappelijke inzichten, persoonlijke ervaringen en maatschappijkritiek is vanuit het oogpunt van de auteur gezien misschien vanzelfsprekend, maar levert ook een kokervisie op. Niet elke jonge vrouw zal het moederschap zo ongekend zwaar en overweldigend ervaren als Jones beschrijft en zich slachtoffer van de huidige maatschappij voelen. Die indruk wekt ze wel en dat vertroebelt het eerlijke verhaal dat ze zo graag wil brengen.

Jones is blij met haar zwangerschap, maar ze weet zich geen raad met de stille, introverte persoon waarin ze verandert en ze wordt zelfs bang van zichzelf. Ondanks haar zwangerschapskwaaltjes en mentale problemen houdt ze haar werktempo hoog. Collega’s verwachten dat, het geld heeft ze hard nodig en ze wil ook gewoon vooruit.

Haar bevalling ervaart ze als traumatisch. Ook de periode daarna, helemaal alleen met een huilbaby, is ongelooflijk zwaar. Ze hunkert naar steun, zowel van zorgmedewerkers als van collega’s, vrienden en familie, maar door gebrek aan inlevingsvermogen aan beide kanten krijgt ze die nauwelijks.

Wederzijds onbegrip

Dat wederzijds onbegrip zie je ook in de relatie met haar man. Op een dag gaan ze naar het strand en krijgt hij haar zover dat ze gaat zwemmen. Dat deed ze immers altijd zo graag. Ze geniet intens van het moment alleen in de golven, maar zodra ze haar kind op het strand hoort huilen, zwemt ze naar de kant en trekt het uit de armen van de vader. Op zulke momenten voel je hoe ongezond de moeder-kindrelatie is en gun je haar een echtgenoot die zijn dochtertje niet weggeeft en zijn vrouw liefdevol maar beslist probeert weer in zee te krijgen.

Niet alleen deze, maar ook tal van andere ontboezemingen lieten me regelmatig de wenkbrauwen fronsen. Jones wekt de suggestie dat iedere moeder zo worstelt. Hierdoor zet ze een karikatuur van het moederschap neer. Het is goed dat ze eerlijk is en dat kan voor haarzelf en haar lezers ook helend en leerzaam zijn, maar dan moet wel duidelijk zijn dat lang niet iedere moeder dit meemaakt. Tussen neus en lippen door laat ze zich ontvallen dat ze achteraf denkt dat ze is getraumatiseerd door de bevalling en dat ze leed onder een postnatale depressie. Je krijgt het beeld van een oververmoeide vrouw die zowel volledige vrijheid als de volledige zorg voor haar kind wil.

Het is Jones’ doel een eerlijk beeld te schetsen van de roze wolk. De moderne maatschappij brengt jonge vrouwen in haar ogen in een onhoudbare situatie. Economische en sociale structuren zitten in de weg en er is gebrek aan echte interesse voor moeders. Oneerlijke voorlichting over zwangerschap en moederschap doet de rest. Het feminisme is hierin tekortgeschoten, constateert ze.

Dat Jones dit probleem aan de kaak stelt en aanstaande moeders wil informeren, waardeer ik positief. Toch zal ik dit boek mijn jongvolwassen dochters niet aanraden. De ondraaglijke fysieke en mentale pijn die de auteur leed en beschrijft is niet het voorland van iedere vrouw.

Liever ga ik zelf met hen in gesprek, als de tijd daarvoor rijp is. Misschien nog belangrijker is het om in doen en laten te tonen dat het leven niet maakbaar is en kinderen baren en opvoeden niet zomaar een kunstje is dat je even fikst. Het is een taak die de eigen identiteit en behoeften niet volledig aan de kant schuift, maar wel vraagt om voorrang. Daar komt bij: een eenzijdige focus op wat er allemaal mis kan gaan, doet tekort aan de wonderschone wijze waarop lichaam en geest van de vrouw worden klaargemaakt voor het moederschap.

Kennisoverdracht

Jones brengt het belang van kennisoverdracht van generatie op generatie zelf ook ter sprake. Bij haar was die minimaal, haar ouders wonen honderden kilometers verderop. In haar omgeving ziet ze dat vrouwen die horen bij een kerk of afkomstig zijn uit een land met een familiecultuur de moederrol makkelijker oppakken. Zou het komen doordat zij meer om elkaar heen staan, een gemeenschap zijn, suggereert ze. De vraag stellen is hem beantwoorden.

Ondanks de afstand die ik voel tot het geschetste beeld, ben ik ervan overtuigd dat Jones een punt heeft. Haarscherp tekent ze een maatschappij die geen eerlijk beeld geeft van wat vrouwen te wachten staat en die verwacht dat ze hun carrière in hetzelfde tempo voortzetten.

Dat ze zelf ook geen rem heeft, lees ik nergens terug. De slachtofferrol waar ze in kruipt, ontkracht haar boodschap. Jones moet op het moment dat ze moeder gaat worden niet alleen van de samenleving op dezelfde voet doorgaan, ze moet het ook van zichzelf.

De stress van de zwangerschap neemt Jones mee de bevalling in. De stress achtervolgt haar bij de borstvoeding, met een huilbaby die haar geen moment rust gunt. De voorzichtige opmerking van een hulpverlener dat ze haar eigen onrust doorgeeft aan haar kind, maakt haar woedend. Begrijpelijk dat ze die boodschap niet wil horen op dat moment en ik weet ook niet hoe het is gezegd, maar ze overweegt niet of het waar kan zijn.

Beknellend

Jones duidt bijna alle veranderingen aan haar lichaam en geest negatief. Ze voelt zich niet meer de vrouw die ze was en ervaart de band met haar kind als overweldigend en beknellend. Dat verscheurt haar innerlijk.

De eerste positieve duiding van het moederschap vind je op pagina 128 en komt niet van Jones, maar van neurowetenschapper Elseline Hoekzema. „Ik heb nog nooit zoiets heerlijks geroken als de hoofdjes van mijn baby’s”, vertrouwt Hoekzema aan Jones toe.

Jones denkt van zichzelf dat het negatieve overheerst omdat ze een aan de bevalling gelinkte depressie had. Ik leg de situatie aan Hoekzema voor. Die gedachte van de Britse moeder kan kloppen, al blijft dat speculatie, geeft ze aan. Mentaal gezien gaat het hier om een van de meest kwetsbare periodes in het leven van een vrouw. Het is dan ook geen gekke gedachte dat de zeer sterke hersenveranderingen die optreden als gevolg van de zwangerschap een rol spelen bij het ontstaan van dergelijke aandoeningen, meent de neurowetenschapper.

„Veel vrouwen voelen de druk om weer snel aan de slag te gaan, terwijl het misschien fijner zou zijn om meer tijd met elkaar door te brengen en geen werkstress te ervaren” - Elseline Hoekzema, neurowetenschapper

Hoekzema ervoer zelf vooral de roze wolk, maar de combinatie van werk en kleine kinderen leverde haar ook stress op. Veel vrouwen voelen de druk om snel aan de slag te gaan, terwijl het misschien fijner zou zijn om meer tijd met het gezin door te brengen en geen werkstress te ervaren. Dat een moeder niet lekker in haar vel zit, ziet en begrijpt haar sociale netwerk en de maatschappij niet altijd. De vrouw in kwestie voelt zich hierdoor alleen maar meer teruggeworpen op zichzelf, constateert de onderzoeker.

Alleen al uit het feit dat Jones een boek van honderden pagina’s heeft geschreven, kun je opmaken dat het uiteindelijk is goed gekomen met haar. Ze heeft nu drie kinderen en de coronatijd, waarin het gezin op zichzelf was teruggeworpen, kwam haar ten goede.

Dat laatste doet me denken aan de doopdienst van onze jongste, met als thema ”De reiniging van kraamvrouwen”, uit Leviticus 12. De praktische les die de predikant eraan verbond, staat in mijn geheugen gegrift. Hoe helend is het als een jong gezin, zoals in de tijd van de Bijbel, als gevolg van de onreinheid van de vrouw veertig of tachtig dagen op zichzelf is aangewezen. Geen kraambezoek en kraamrecepties, of na een dikke week zelf alweer bij het schoolhek staan. Als er rust is in het dagelijks leven, komt er ook plaats voor rust in het hoofd. Die gun je toch iedere moeder?

Moederteit. Over de metamorfose van zwangerschap, geboorte en moederschap, Lucy Jones; uitg. Nieuwezijds; 320 blz.; € 26,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer