Diederik Boomsma (NSC): Voor onze partij was de verkiezingsuitslag gewoon suboptimaal
Regeren met de PVV? Natuurlijk heb je dan af en toe ruis op de lijn, zegt Diederik Boomsma (Nieuw Sociaal Contract). „Maar hoe erg is dat nou eigenlijk?”
Hoewel Diederik Boomsma het CDA vorig jaar zomer verliet, beschouwt hij zichzelf nog steeds als christendemocraat. „Mijn overtuigingen zijn niet veranderd. Het gaat om de ideeën, niet om het label. In die zin was mijn overstap naar NSC geen enorme breuk”, zegt het Tweede Kamerlid, dat van 2016 tot 2023 als eenpitter in de Amsterdamse gemeenteraad zat. Daar maakte de afgestudeerd ecoloog onder andere furore door de negatieve uitwassen van het Amsterdamse erfpachtsysteem aan de kaak te stellen. Het leverde hem de bijnaam ”de Amsterdamse Omtzigt” op.
Mijn overtuigingen zijn niet veranderd; het gaat niet om het label” - Diederik Boomsma, Kamerlid NSC
Ziet u uw tijd in de gemeenteraad achteraf als een oefenschool?
„Niet in de zin dat het alleen een soort opstapje was en dat je loopbaan als politicus pas echt begint wanneer je in de Tweede Kamer zit. Ik heb er natuurlijk wel heel veel dingen geleerd die van nut zijn en waar ik nu veel aan heb. Dat is ook het mooie van een democratie: dat je je oefent in het reflecteren op grote, morele vraagstukken, in het maken van ingewikkelde afwegingen en probeert die goed te verwoorden en mensen mee te krijgen met jouw argumenten. Dat is politiek en dat is iets schitterends.”
Hoe bevalt uw nieuwe rol in de landspolitiek u?
„Ik denk niet dat je je eigen activiteiten in eerste instantie zou moeten bevragen vanuit het criterium: bevalt dit mij wel? Het is veel beter om je af te vragen: draag ik iets bij aan de samenleving? Als Tweede Kamerlid is je potentie daartoe enorm. Als NSC willen we een aantal belangrijke doelstellingen realiseren, zoals het terugwinnen van het vertrouwen van burgers in de overheid.”
„Dat het af en toe knettert, vind ik helemaal niet zo vreemd; het kan ook niet zoveel kwaad, denk ik” - Diederik Boomsma
Het kabinet zat er nog niet zo lang toen NSC en PVV het met elkaar aan de stok kregen over het noodrecht. Vrij recent scheerden de regeringspartijen nog langs de rand van de afgrond toen staatssecretaris Nora Achahbahr vertrok. Keken we hier naar opstartproblemen of zit er gewoon een weeffout in het kabinet en de coalitie?
„Dat laatste denk ik niet. Het hoort nu eenmaal bij politiek dat je het met elkaar oneens bent en dat je voortdurend onderhandelt. Ja, ook in deze coalitie komt dat voor.
Feit is wel dat de huidige samenwerking, met de PVV als grootste coalitiepartij uniek is; net als de extraparlementaire verhouding tussen Kamer en kabinet. Daar komt bij dat de verschillen tussen de coalitiepartijen groot zijn, zowel in inhoud als in stijl. Dat het dan af en toe knettert, vind ik helemaal niet zo vreemd. Het kan ook niet zoveel kwaad, denk ik.”
Toch kost het wel veel tijd. Had uw partij de controverse rond het staatsnoodrecht niet kunnen voorkomen door al in de formatie te zeggen: Dit willen we niet?
„Vooropgesteld, dat beroep op bijzondere omstandigheden uit het hoofdlijnenakkoord was niet zo drastisch als wel is voorgesteld. Bij de opvang van Oekraïners is dat ook gedaan. Je hoeft daar geen noodtoestand voor uit te roepen. Velen deden het voorkomen alsof de coalitie zo ongeveer de hele democratie om zeep wilde helpen, maar het activeren van het noodrecht via de vreemdelingenwet is een wettelijke mogelijkheid die de Kamer niet buitenspel zet. Bij de formatie stemden we in, maar die weg is juridisch alleen houdbaar met een dragende motivering. Die bleek echter lastig te vinden. Daarnaast dreigde de Senaat het hele plan te blokkeren. Juist ook omdat wij resultaten willen, ben ik blij dat we uiteindelijk voor een normale Kamerbehandeling hebben gekozen.”
Anderhalf jaar geleden werd u actief voor NSC en verliet u het CDA. Wat trok u zo aan in de partij van Pieter Omtzigt?
„De ruimte om heel fundamenteel na te denken over dingen die zijn scheefgegroeid in het openbaar bestuur. Grote groepen mensen zijn de afgelopen decennia vermorzeld door de bureaucratische machinerie van de overheid, ook op lokaal niveau. In Amsterdam zag ik bijvoorbeeld hoe de gemeente van het erfpachtstelsel een soort woekerpolis had gemaakt. Achter explosieve stijgingen van erfpacht zitten financiële constructies die geen mens kan overzien.”
„Ontzettend veel mensen hebben hun hoop gevestigd op onze partij, maar de realiteit is weerbarstiger” - Diederik Boomsma
Is er met de komst van NSC naar Den Haag meer ruimte gekomen in de Tweede Kamer voor fundamentele, minder technocratische debatten?
„Die indruk heb ik wel. Al zeg ik er wel bij: het is alsof je een olietanker in beweging moet krijgen.
Concreet denk ik aan het migratiedebat. Met name Pieter Omtzigt heeft ervoor gezorgd dat de discussie daarover werd verbreed naar studie- en arbeidsmigratie. Ook op het gebied van stikstof zijn we volgens mij echt bezig met een koerscorrectie. Zo moet er een rekenkundige ondergrens komen van minimaal één mol per hectare per jaar. Projecten die onder dat minimum zitten, hebben dan geen stikstofvergunning meer nodig.”
Een van de grootste crises die u voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen noemde, was het gebrek aan vertrouwen in de overheid. Vindt u het niet cynisch dat uw partij nu zelf aan vertrouwen inlevert? In de peilingen is NSC teruggezakt van twintig zetels naar drie.
„De verkiezingsuitslag liet zien dat ontzettend veel mensen hun hoop hebben gevestigd op onze nieuwe partij. En uiteindelijk kom je dan toch… Uiteindelijk is de realiteit gewoon weerbarstiger. Je begint aan een formatie, je geeft dingen op. Dat dit teleurstelling teweegbrengt, is ergens heel logisch. De verkiezingsuitslag was voor ons als nieuwkomer gewoon suboptimaal.”
Suboptimaal?
„Ja, als NSC behaalden we meteen twintig zetels en kwamen we direct in een ingewikkelde formatie terecht met de PVV als grootste formatiepartner. Dat vergt veel van een nieuwe partij.”
U voert voor NSC het woord op asiel en migratie, een hoofdthema binnen deze coalitie. Wat maakt de visie van uw partij hierop zo uniek?
„Wat ik al eerder zei: we richten ons naast asielmigratie ook op studie- en arbeidsmigratie. Daarnaast proberen we het migratievraagstuk heel fundamenteel aan te vliegen. We zijn verplicht mensen in nood te helpen. Dat zijn ook onze naasten. Tegelijkertijd moeten we waken voor wat Charles Dickens ”telescopische liefde” noemde. In Bleak House schetst hij een vrouw die haar eigen landgoed en huishouden laat verpauperen, omdat ze alleen bezig is met liefdadigheidsprojecten in Afrika.
We moeten fundamenteel kijken naar de perverse aspecten van het huidige asielstelsel. We claimen humaan te zijn, maar feitelijk mogen mensen hier pas asiel aanvragen als ze zich melden aan de buitengrenzen van Europa. Zo bepalen criminele mensensmokkelaars wie hierheen komen en sterven duizenden mensen op zee, terwijl de meest kwetsbaren achterblijven.”
Welke bestanddelen uit het beleid van het kabinet Schoof moeten straks de door NSC beoogde verandering brengen in het asielbeleid?
„Het gaat uiteindelijk om het geheel aan maatregelen, maar de grote slagen zullen in Brussel gemaakt moeten worden. Concreet denk ik aan het Europese migratiepact dat in 2026 volledig moet zijn geïmplementeerd. Maar we moeten ook verder kijken.”
Het is mijn taak de zorgen in de samenleving serieus te nemen, ook als die bot, ruw, of onhandig worden verwoord - Diederik Boomsma
En de asielnoodmaatregelenwet van minister Faber en haar wet die de invoering van het tweestatusstelsel moet regelen? Daarvan verwacht u minder resultaat?
„Nee, ook die zijn belangrijk. Het is een totaalpakket.”
Sinds kort voert u namens NSC ook het woord over integratie. Wordt het debat daarover in Nederland op een juiste manier gevoerd?
„Ik denk dat weinig debatten in Nederland op dit ogenblik op een goede manier worden gevoerd. Er is veel hysterie. In debatten worden mensen heel snel beticht van slechte en zelfs kwade intenties. Die drang om mensen in morele hokjes te plaatsen, staat een constructief debat in de weg. Dit zag je concreet tijdens het debat over de Jodenjacht in Amsterdam. De discussie ging voor een groot deel over de vraag hoe kwetsend premier Schoof en staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) wel niet waren geweest in hun uitspraken, kort na de straatrellen. Ik denk dan: wat als je nu eens uitgaat van de goede intenties en de oprechte zorg van de ander? Dat zet dat soort uitspraken in een heel ander licht. Je krijgt dan ook een veel constructiever debat.”
Twee NSC-Kamerleden hielden het na het vertrek van Achahbar eveneens voor gezien. Volgens een van hen zou discriminatie een gezicht hebben gekregen in de manier waarop Achahbar in de ministerraad zou zijn bejegend. De twee wilden een grens trekken. Wat is uw grens?
„In principe is het mijn taak als volksvertegenwoordiger om de zorgen die spelen in de samenleving serieus te nemen. Dus ook de zorgen van PVV’ers; ook als die bot, ruw, of onhandig worden verwoord. Dat mag nog geen reden zijn om dan maar heel kribbig je neus op te halen en te zeggen: Nou nou, dat zijn slechte mensen, daar wil ik niks mee te maken hebben. Van die besmettingsangst moeten we af. Zo krijgt de politiek wel heel religieuze trekjes.”
Religieus, in welke zin?
„Religieuze emoties over goed en kwaad, zuiver en niet-zuiver, zonde en zuiverheid, die normaal worden gekanaliseerd in de kerk, worden nu vertaald naar de politiek. Dat zie je sterk bij veel linkse partijen; een zekere hunkering of gretigheid om te veroordelen. Dan richt politiek zich vooral op het etaleren van de eigen goede bedoelingen. Al het kwaad wordt geprojecteerd op ”de populist”. Die preoccupatie met de eigen zuiverheid is ergens gewoon heel narcistisch. Laten we een beetje de verbinding zoeken met elkaar.”
Nog even terug naar dat laatste fractieberaad voordat uw twee oud-fractiegenoten opstapten. Klopt het dat alle NSC’ers daarin expliciet moesten bevestigen dat de samenwerking met de PVV wat hen betreft niet ter discussie stond?
„Onze fractieberaden zijn vertrouwelijk, maar de mensen die destijds niet zijn opgestapt willen dus door met die samenwerking. Dat geldt dus zeker ook voor mij.”
Stel dat u het politieke jaar 2024 in één zin zou moeten samenvatten, wat komt er dan bij u op?
„Ik denk dat het een jaar was waarin wij als NSC een voorzichtige koerscorrectie hebben proberen tot stand te brengen, die noodzakelijk is in de Nederlandse politiek. En de eerste stappen daartoe hebben gezet.”