Hoe ik van mening veranderde over de wolf
Mijn hart zat niet in mijn keel, maar opgewonden was ik zeker. Op een zonovergoten septembermorgen mocht ik op reportage. Richting landgoed Den Treek in de Utrechtse gemeente Leusden.
Het natuurgebied ging voor het eerst in zes weken weer open voor het publiek. De gemeente had het landgoed gesloten, omdat er in juli een meisje door een wolf was gebeten.
Zou ik deze morgen een exemplaar tegen het lijf lopen? Stiekem hoopte ik het. Want dat zou een bijzondere ervaring voor mezelf betekenen en een mooi ingrediënt voor het artikel.
Polarisatie
Een ontmoeting met het roofdier bleef die morgen uit. Wel sprak ik met legio mensen. Wolventoeristen. Buurtbewoners. Wandelaars. Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) die toezicht hield. En een campingeigenaar van wie onlangs een schaap was doodgebeten.
De geïnterviewden verschilden van inzicht over het beest. Zoals gebruikelijk. De wolf is echt zo’n onderwerp waar iedereen in Nederland een mening over heeft. De een juicht zijn komst toe. „De wolf was hier eerder dan de mens.” De ander is mordicus tegen. „Straks doodt zo’n dier een kind.” We vechten elkaar in Nederland er bijna de tent over uit. Polarisatie ten top.
De reportage zette mij ondertussen wel aan het denken. Voorheen was ik onverbloemd vóór de komst van het dier. De wolf heeft als schepsel toch net zoveel recht om op dit stukje aarde rond te lopen als de mens?
Nuance
Struinend over de heide en door de bossen van Den Treek kreeg ik een ingeving. Eentje die nuance schept. Nederland is, zo besefte ik, namelijk wezenlijk anders dan Duitsland, Polen of Frankrijk. Als wolven in die landen rondlopen, ontmoeten ze vast ook weleens mensen. Maar in tegenstelling tot genoemde landen is Nederland zo’n beetje de meest dichtbevolkte natie ter wereld. Zeker als je eilandstaten niet meerekent. We wonen gewoon met ontzettend veel mensen op een kluitje. Daarnaast tref je in Nederland weinig uitgestrekte natuurgebieden aan.
Oftewel, ons land lijkt meer op een grote stad met daaromheen wat akkers, weilanden en plukjes natuur. Als zich veel wolven vestigen in zo’n land maakt dat de kans op ontmoetingen én incidenten groot. Oftewel: als er één land op aarde is waar de vestiging van de wolf wringt, dan is dat Nederland. Dus met probleemwolven, zoals Bram in Den Treek, moeten we zeker wat.
Onbalans
Ik ben nu trouwens niet opeens tegen de wolf. Het dier blijft razend nuttig. De voedselpiramide in Nederland is verstoord. Een ecosysteem zonder toppredator –zoals de wolf– klopt niet. Als grote jagers verdwijnen, beïnvloedt dat uiteindelijk elk ander dier of elke andere plant in het systeem. Dat begint al bij de prooidieren: de Veluwe barst uit zijn voegen qua zwijnen en herten.
Welke invloed wolven uitoefenen bleek bij de herintroductie in Yellowstone National Park in de Verenigde Staten. Het roofdier droeg zelfs bij aan het omleggen van rivieren. De wolf zorgde voor minder elanden. Minder elanden betekende minder vraat van jonge boompjes. Wat weer zorgde voor meer volwassen wilgen langs de rivieren en uiteindelijk meer bouwmateriaal en huisvesting voor bevers in de rivieren.
Nuance. Dat wil ik graag brengen. Maar hoe het precies verder moet met de wolf in Nederland? Volgens deskundigen zal de populatie vanzelf stabiliseren. Met probleemwolven zullen we wat moeten. Wat precies? Daar brand ik mijn vingers niet aan. Laat experts zich daarover buigen.