„Geestelijke strijd kent geen pauze en evenmin een wapenstilstand of vakantie”
Wekelijkse blik op de kerkelijke bladen en blogs, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
Zicht op de kerk
„We kennen allemaal het ”Wilhelmus”, nou ja, hopelijk het eerste en het zesde couplet dan in elk geval. In veel kerkelijke gemeenten worden die rond Koningsdag en/of Bevrijdingsdag jaarlijks na de dienst gezongen, inclusief de slotregels van het zesde couplet: „de tirannie verdrijven/ die mij mijn hart doorwondt.”
Het lied dateert uit ongeveer 1570, uit het begin van de Tachtigjarige Oorlog dus. (…). Hoewel de tekst naar allerlei gebeurtenissen van toen verwijst, is de inhoud nog uiterst actueel. Door het Godsvertrouwen dat eruit spreekt en de aansporingen om van Hem hulp te verwachten. Maar ook doordat het de vinger legt bij de eigenlijke drijfveer om in verzet te komen tegen vervolging en onderdrukking: „de tirannie verdrijven/ die mij mijn hart doorwondt.”
Hoezo, actueel? We worden nu toch niet onderdrukt of vervolgd? We hebben in ons land toch geen tirannie, maar een democratie, een rechtsstaat? De rechten en vrijheden van de burgers, de grondrechten, zijn toch geborgd in de Grondwet? Zeker, gelukkig maar. Je moet er niet aan denken dat de overheid naar willekeur zou kunnen handelen. Maar dat betekent niet dat die grondrechten vanzelfsprekend of onaantastbaar zijn. Ze worden uiteraard niet zomaar aan de kant geschoven, maar er wordt wel regelmatig op beknibbeld. (…)
We staan alleen nog stil bij een terrein waarop de strijd al feller is geworden, de abortuspraktijk. Onder het mom van zelfbeschikkingsrecht en ”baas in eigen buik” zijn het laatste jaar 39.000 in de moederschoot groeiende mensjes gedood. 39.000! Per werkdag van acht uur wordt dus in iedere van de achttien officiële abortusklinieken die Nederland kent (ZorgkaartNederland), elk uur één menselijk leven opzettelijk gedood! Onvoorstelbare wreedheid. (…)
In de VS is de proabortusbeweging inmiddels al veel verder opgerukt. En in Engeland werd dit najaar Adam Smith-Connor veroordeeld. Hij stond in 2022 binnen de ”bufferzone” voor een abortuskliniek in Bournemouth, bewust met de rug naar het gebouw, in stil gebed voor de geaborteerde kinderen, hun moeders en hun vaders. Zijn hoofd was licht gebogen en zijn handen waren gevouwen. Dus was zijn gebed een „afkeuring van abortus”, oordeelde de rechter. Als straf kreeg hij een proeftijd opgelegd en daarnaast werd hij veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, 9000 pond (zo’n 11.000 euro). Je kunt je nauwelijks voorstellen dat zoiets als een ‘gedachtenpolitie’ in een democratisch land kan voorkomen. In Nederland „valt het dan nog mee”, zou je kunnen zeggen. Maar laten we ons geen illusies maken over het fanatisme van de proabortusbeweging. De barmhartigheden van de goddelozen zijn wreed, zegt Salomo (Spreuken 12:10). Volgens de kanttekening op de Statenvertaling wil dat zeggen: „de wreden hebben geen barmhartigheid”. Zij zullen doorgaan totdat alles wat hun in de weg staat, uitgeschakeld is – als ze daar de kans voor krijgen.
Geen actieve jacht op mensen met een afwijkende mening zoals indertijd door de inquisitie, geen openlijke onderdrukking of harde vervolging, maar op allerlei fronten wel stappen op weg naar tirannie. Dat is het karakter van de geestelijke strijd die gaande is – en dat maakt die versregels uit het Wilhelmus zo actueel. Die geestelijke strijd kent geen pauze en evenmin een wapenstilstand of vakantie. Niemand kan zich eraan onttrekken. Er zijn maar twee kampen: óf we strijden onder het vaandel van Koning Jezus, óf onder de vlag van Zijn grote tegenstander. Als het Wilhelmus wordt gezongen, mogen we daarom de aangehaalde regels wel meezingen als een gebed: „de tirannie van satan verdrijven”. Wat is het een zegen en een geruststelling dat we mogen weten dat Christus hem al overwonnen hééft. Dat satan bovendien weet dat hij overwonnen ís.”
In Zicht op de kerk, een uitgave van de Hersteld Hervormde Kerk, schrijft dr. R. Bisschop over de slotregels van het zesde couplet van het Wilhelmus: „De tirannie verdrijven / die mij mijn hart doorwondt.”