Veteraan René Hoksbergen: Indonesië moordt Papoea’s uit
Indonesië moordt Papoea’s uit en de wereld kijkt weg. Ook Nederland doet daaraan mee, durft onder meer vanwege schaamte voor het koloniale verleden Jakarta niet te bekritiseren. Dat stelt René Hoksbergen. Hij schreef een kroniek van 2000 pagina’s over de Papoea’s.
In 1961 wordt de twintiger Hoksbergen als militair vrijwillig uitgezonden naar Nederlands-Nieuw-Guinea. Hij krijgt een functie als schrijver op het eiland Biak. Hoewel hij er slechts een jaar verblijft, maakt de ontmoeting met de Papoea’s een onuitwisbare indruk op hem.
In 2012 reist Hoksbergen voor het eerst terug naar Biak. Hij maakt deel uit van een reisgroep van veteranen die de overdracht van Nederlands-Nieuw-Guinea aan Indonesië vijftig jaar eerder herdenkt, evenals de 156 militairen die tijdens de oorlog omgekomen zijn. Op Biak bezoekt Hoksbergen plekken die voor hem belangrijk waren tijdens zijn diensttijd en ervaart hij hoe het de Papoea’s onder Indonesisch bestuur vergaat. Het wordt een gedenkwaardige reis, en de schrijflustige Hoksbergen –emeritus hoogleraar adoptie en auteur van talrijke publicaties– legt zijn ervaringen vast in een boekje van 46 bladzijden.
De uitgave wordt goed ontvangen, maar Hoksbergen beseft dat er veel meer te vertellen valt. Het idee rijpt om een kroniek te schrijven die niet alleen de geschiedenis en de cultuur van de Papoea’s belicht, maar ook de huidige politieke, economische en sociale situatie. Begin november ligt zijn boek ”Kroniek van Nieuw-Guinea, Papua-Indonesië, van ontdekking tot vrijheidsstrijd, 1500 tot heden. Eeuwenoude Papuavolken, speelbal van de wereldgeschiedenis, in hun voortbestaan bedreigd” in de winkel. Of liever gezegd, boeken, want de rijk en goed geïllustreerde 2000 pagina’s vereisen drie dikke delen om fatsoenlijk te kunnen lezen.
In zijn stoel bij het raam van zijn woning in Soest vertelt Hoksbergen uitvoerig over zijn kroniek. Zijn vrouw Erica zorgt voor thee en luistert mee op de achtergrond. Af en toe corrigeert ze haar man of vult ze iets aan. Want ook zij werkte intensief mee aan het boek.
Huize Hoksbergen staat vol met attributen uit Nieuw-Guinea. „Als militair heb ik enorm veel mee kunnen nemen, dat kon toen nog. Andere dingen kreeg ik in Nederland te pakken.” Ook op zijn werkkamer staat het nodige uitgestald. Het ademt zijn passie voor de Papoea’s, met wie hij zich al zo lang intensief bezighoudt. Meer dan een forse boekenkast is ook nodig om zijn nog steeds uitdijende collectie boeken over het onderwerp te kunnen bergen. Tijdens het interview bezorgt de post een nieuw exemplaar, het boek ”Met een drukpers de oceaan over” van auteur Lisa Kuitert.
Hoe ging u te werk bij het schrijven?
„De structuur had ik al eind 2013 klaar, ik hoefde het eigenlijk alleen nog maar in te vullen. Tegelijk deed ik daar heel lang over, want ik wist natuurlijk lang niet alles van wat er allemaal op politiek en militair gebied speelde tussen Indonesië en Nieuw-Guinea. Ik heb die kennis allemaal tot me laten komen via zo’n 500 boeken en honderden artikelen. Ook proefschriften uit de 19e en de 20e eeuw over allerlei Papoeastammen kreeg ik via het fantastische Boekwinkeltjes.nl te pakken. Die boeken ging ik dan diagonaal door, ik ben geboren met het talent om snel te kunnen selecteren wat ik nodig heb. Het begon me steeds meer te boeien, ik raakte geïnvolveerd in het onderwerp. Tussen 2012 en 2020 was ik er dagelijks van elf uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds mee bezig. Daarna vanwege medische redenen wat minder, maar nog steeds wel zeven dagen per week.”
Wat is de kortste samenvatting van uw boek?
„De ondergang van het Papoeavolk in West-Nieuw-Guinea. Onlangs las ik in de Volkskrant dat Noorwegen excuses aanbiedt aan de Sami voor meer dan honderd jaar onderdrukking. Er had ook kunnen staan dat Indonesië excuses aanbiedt aan de Papoea’s, want Indonesië onderdrukt Papoea’s sinds oktober 1962, als Nederland de kolonie moet overdragen. Yale University concludeerde in 2003 dat er genocide plaatsvindt. Er zouden tot wel 300.000 Papoea’s zijn vermoord. Dat aantal is intussen opgelopen tot mogelijk zo’n half miljoen. Momenteel zijn er zo’n 100.000 Papoea’s ontheemd. Als je naar Oost-Papoea gaat, kom je er in de grensdorpen tienduizenden tegen.
Indonesië koloniseert Nieuw-Guinea, gaat qua ontculturering heel wat rigoureuzer te werk dan Noorwegen met de Sami deed. Indonesiërs zijn racistisch; voor velen zijn Papoea’s niet meer dan apen. Hun land is afgepakt en de bevolking wordt opzijgezet, vermoord of verdreven. De vanuit Jakarta gevoerde immigratiepolitiek heeft de verhouding volledig op hun kop gezet. Nieuw-Guinea is verjavaniseert; nog maar 30 tot 35 procent van de bevolking is Papoea.”
Waarom schreef u de kroniek?
„Ik wil de kennis over Nieuw-Guinea verbreden, want de gemiddelde Nederlander weet niet veel over deze voormalige kolonie. Ook hoop ik dat er meer aandacht komt voor de situatie waarin de West-Papoea’s verkeren. Dat zij uiteindelijk vrijwel zullen verdwijnen, staat voor mij vast. Met mijn kroniek blijven ze bewaard in de geschiedenis van de mensheid.”
Hoe vaak bent u in Nieuw-Guinea geweest?
„Ik bracht er bijna een jaar door als militair. In 2012 ben ik er twee weken geweest. Toen ik mijn boek ging schrijven, kreeg ik veel contact met Papoea’s, veteranen in Nederland en met mensen in West-Papoea.”
U heeft in uw boek ook aandacht voor Nederlandse missionarissen en zendelingen die in Papoea actief waren. Wat is uw oordeel over hen?
„Hun boodschap is aangeslagen. Onderling verdeelden de gezindten Nieuw-Guinea en je ziet dat nog steeds terug: het zuiden is rooms-katholiek, terwijl het noorden overwegend protestants is. Het is opvallend hoe slecht geloofsbrengers werden toegerust voor hun taak. Toch kan worden gezegd dat ze, uitzonderingen daargelaten, wijs omgingen met de lokale cultuur, die soms op gespannen voet stond met het christendom; denk aan voorouderverering. Overigens riepen vaker zendelingen dan missionarissen Papoea’s op om amuletten te vernietigen.”
Hoe is de positie van christenen er vandaag de dag?
„Zij vormen nu een minderheid onder de moslims, met alle bijbehorende spanningen. Maar de Papoea’s die worden vermoord, worden vooral omgebracht vanwege hun etniciteit en verzet tegen het Indonesische bewind, niet omdat ze christen zijn.”
U bent kritisch op hoe in Nederland tegen Indonesië wordt aangekeken. Waarom?
„In het publieke debat gaat het veel over het koloniale verleden van Nederland en toenmalige fouten. Natuurlijk zijn er in de aanloop naar de dekolonisatie dingen misgegaan en waren er politieke blunders. Tegelijk zeg ik: was alles wat we toen deden zo slecht? Zo was Nederlands-Indië redelijk ontwikkeld in 1940, maar nadat de Japanners er de baas werden, werd het economisch geruïneerd.
Doordat de discussie in Nederland wordt beheerst door ons vroegere kolonialisme, gaat het niet over wat Indonesië nu doet –Papoea’s vermoorden–, wat het van 1975 tot 1999 in Oost-Timor deed –meer dan 120.000 mensen omgebracht– of hoe het met Molukkers nog steeds omgaat. Indonesië is de nieuwe koloniale mogendheid in Zuidoost-Azië. Het is een militaristische samenleving geworden; minderheden worden met het geweer in het gareel gehouden. Niettemin houden Nederland en andere westerse landen Indonesië uit de wind omdat we niet willen dat het land in het kamp van China of Rusland komt.
„Indonesië is de nieuwe koloniale mogendheid in Zuidoost-Azië” - René Hoksbergen, auteur van kroniek over Papoea’s
Ik ben betrokken bij Aurore, een onafhankelijk genootschap dat de dekolonisatie van Nederlands-Indië onderzoekt. Als onze onderzoekscoördinator met een beroep op de Wet open overheid (WOO) bij het ministerie van Buitenlandse Zaken documenten over Indonesië opvraagt, krijgt hij die niet; of met veel onleesbaar gemaakte passages en maanden later dan formeel toegestaan. Dus houd je mond over Indonesië. De betrekkingen met het land moeten koste wat het kost goed blijven.
Het lijkt erop dat de grote kranten eraan meedoen om niets kritisch over Indonesië te schrijven en zich daarmee niet geheel politiek onafhankelijk tonen. Het is mijn ervaring dat stukken die Indonesië bekritiseren terzijde worden geschoven. De Telegraaf plaatste begin november een stuk van veteraan Maarten van der Schaft en mij, waarin we stelden dat sinds de Nederlandse overdracht in 1962 van West-Papoea aan Indonesië de inwoners blootgesteld staan aan etnisch geweld. Een vergelijkbaar artikel werd ook aangeboden aan andere grote kranten, maar niet geplaatst. Aan mijn kroniek hebben ze ook nog geen woord gewijd.”
Wat zou Nederland volgens u moeten doen?
Nederland heeft richting de Papoea’s een ereschuld doordat het Nieuw-Guinea in 1962 overdroeg. Hun roep om zelfbeschikking moet serieus worden genomen. We moeten veel kritischer zijn richting Indonesië en opkomen voor de Papoea’s.
„Nederland heeft richting de Papoea’s een ereschuld doordat het Nieuw-Guinea in 1962 overdroeg. Hun roep om zelfbeschikking moet serieus worden genomen” - René Hoksbergen, auteur van kroniek over Papoea’s
Wat we heel concreet zouden kunnen doen, is de vinger leggen bij wat Jakarta doet rond de stad Merauke, in het zuidoosten van Papoea. De Indonesische autoriteiten kappen er een gebied van ruim 1 miljoen hectare –vergelijkbaar met bijna een kwart van Nederland, BP– om er vervolgens palmolieplantages neer te gaan zetten en rijst te verbouwen. Dit heeft enorme impact op de lokale bevolking, maar is ook zeer schadelijk voor de wereldbevolking. Ook deze bossen behoren immers tot de longen van de wereld. De opbrengst gaat ook niet naar de Papoea’s, maar vooral naar Java.
Nederland moet hier een punt van maken en proberen om andere landen mee te krijgen, bijvoorbeeld door erop te wijzen wat de schade is die aan het milieu wordt toegebracht en ook ons raakt. We zijn in Nederland druk om de CO2-uitstoot met 1 of 2 procent omlaag te krijgen. Dat is niet onbelangrijk, maar op wereldschaal zet het veel meer zoden aan de dijk om het tropisch regenwoud –immers een opslagplaats van CO2– intact te houden.”
Heeft u tijdens het schrijven nieuwe inzichten opgedaan, zaken die u volstrekt niet wist of die anders bleken te liggen dan u dacht?
„Ik wist aanvankelijk niet zo veel van geopolitiek, maar gaandeweg zijn mijn ogen wel opengegaan. Maar vooral veranderde mijn kijk op Indonesië. Ik ben negatiever over Java, met de grootste etnische groep in Indonesië, gaan denken. Een groep van enkele honderden Javaanse families heeft het in het land voor het zeggen. Zij zijn verantwoordelijk voor het plunderen van grondstoffen en verdienen daar veel geld mee.”
Is nu na 2000 pagina’s alles gezegd over Nieuw-Guinea?
„Nee, natuurlijk niet. Ik volg de ontwikkelingen op de voet en krijg voortdurend nieuwe informatie. Dit is soms materiaal dat eigenlijk in het boek had moeten staan. Daarom overweeg ik om deze aanvullende informatie volgend jaar in een apart boekje uit te brengen.”
Kroniek van Nieuw-Guinea, Papua-Indonesië, van ontdekking tot vrijheidsstrijd, 1500 tot heden. Eeuwenoude Papuavolken, speelbal van de wereldgeschiedenis, in hun voortbestaan bedreigd, prof. dr. René Hoksbergen; uitg. Aspekt; 1995 blz.; € 99,95