BuitenlandStrijd in Indonesië
In Papoea woedt een verborgen oorlog

In Papoea woedt al vele jaren een stille oorlog. Geweld door politie en leger is aan de orde van de dag en blaast het vuur van het verzet voor een onafhankelijk Papoea verder aan. De bevolking is moe en ten einde raad.

Wietse Tolsma
Hendrikus Frengky Woro, leider van een stam uit het zuidwesten van Papoea, tijdens een demonstratie in Jakarta voor de bescherming van hun land tegen houtkap. beeld AFP, Yasuyoshi Chiba
Hendrikus Frengky Woro, leider van een stam uit het zuidwesten van Papoea, tijdens een demonstratie in Jakarta voor de bescherming van hun land tegen houtkap. beeld AFP, Yasuyoshi Chiba

Het afgelegen en stille bergdorpje Alama, in de Indonesische provincie Centraal Papoea, werd maandag 5 augustus opgeschrikt door geweerschoten. Nadat de Nieuw-Zeelandse helikopterpiloot Clenn Conning zijn toestel aan de grond had gezet en de vier passagiers waren uitgestapt, openden onbekenden vanuit de jungle het vuur op Conning. Hij stierf in zijn stoel en zijn toestel werd in brand gestoken.  Papoease opstandelingen en de politie geven elkaar de schuld van de moord.

De aanslag op Conning, werkzaam voor een Indonesische luchtdienst, illustreert de explosieve atmosfeer als gevolg van de gespannen verhoudingen tussen de autochtone bevolking van Papoea en het Indonesische bestuur, dat sinds 1963 de controle over het land heeft.  Sinds die jaren stierven er, volgens mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en International Coalition for West Papua, tienduizenden Papoea’s als gevolg van het optreden van wat in Papoea de nieuwe koloniale bezettingsmacht wordt genoemd.  Andere gerenommeerde internationale onderzoeksinstituten spreken van meer dan honderdduizend slachtoffers. Precieze aantallen zijn niet te geven.

Militairen leggen het lichaam van de doodgeschoten helikopterpiloot Clenn Conning in een militair voertuig. beeld EPA, Indonesische leger

Buitenlandse waarnemers en journalisten hebben er tot op de dag van vandaag geen toegang en het geweld speelt zich voornamelijk af in het moeilijk toegankelijke binnenland. In de loop der jaren ontvluchtten duizenden Papoea’s hun land. In 1984 vond er een uittocht plaats naar buurland Papoea-Nieuw-Guinea.  Papoealeiders als Nicolaas Jouwe, Seth Rumkorem en Markus Kasiepo zochten hun toevlucht in Nederland en zetten hun strijd voor onafhankelijkheid in ballingschap voort.

Gewapend verzet

Het aanhoudend verzet leidde in 1963 tot de vorming van een (zwak bewapende) verzetsbeweging, de TPNPB-OPM, die aanslagen pleegt op militaire posten en soms spectaculaire gijzelingsacties uitvoert om de aandacht van de wereldopinie te richten op het lot van dit kleine volk. Zo is de piloot Phillip Mark Mehrtens (ook een Nieuw-Zeelander) al sinds februari vorig jaar in handen van de rebellen. Onderhandelingen om hem vrij te laten zijn tot nu toe op niets uitgelopen. De opstandelingen zijn verdeeld over de te volgen koers. Naast de TPNPB opereert Benny Wenda vanuit Londen met zijn Verenigde Bevrijdingsbeweging voor West-Papoea, de ULMWP.  Maar beiden zijn het erover eens dat Papoea onafhankelijk moet worden, een streven dat door de Papoea’s breed wordt gesteund.

Vier december 2018 werd een kantelmoment voor een toenemende escalatie van het geweld in Papoea. Zestien Indonesische bouwvakkers, die werkten aan de bouw van een brug in het afgelegen Nduga district, kwamen om door een aanslag van de TPNPB-OPM . Het leidde tot een reactie met ongekend machtsvertoon van het Indonesische leger. Tientallen dorpen in het gebied werden gebombardeerd en de tuinen in brand gestoken. Vanuit legerhelikopters werden tientallen onschuldige burgers door mitrailleursalvo’s gedood. Naar schatting 20.000 dorpelingen vluchtten de oerwouden in om nooit meer naar hun grond terug te keren.

Indonesische militairen vlak voor hun vertrek naar Papoea, 2023. beeld AFP, Chaideer Mahyuddin

De gebeurtenissen in Nduga in 2018 zouden verstrekkende gevolgen krijgen en versterkten de spiraal van geweld en tegengeweld in heel Papoea. Gevoelens van angst, onveiligheid, wantrouwen en frustratie zijn sindsdien verder toegenomen. Buitengerechtelijke executies, verdwijningen en martelingen door veiligheidstroepen, gewelddadige ondervraging door politie en leger en de duistere afluisterpraktijken van de inlichtingendiensten zijn aan de orde van de dag en blazen het vuur van het verzet –dat geweld ook niet schuwt– verder aan. Het is een sinister beeld van Papoea in 2024. De vrijheid van meningsuiting voor de inheemse Papoea’s is beperkt en de autoriteiten blijven vreedzame protesten uiteenjagen. Het openlijk vertonen van de Morning Star (de vlag van Papoea) bracht de Papoea Filip Karma voor elf jaar achter de tralies.

Ontheemden in eigen land

Rond de 70.000 Papoea’s, vooral uit de regio’s Intan Jaya, Puncak, Nduga, Yahukimo, Tambrauw, Pegunungan Bintang en Fakfak,  zijn sinds 2018 ontheemd geraakt als gevolg van de toenemende strijd en invallen van de veiligheidstroepen die hun huizen, tuinen en scholen vernielden. Angst om naar huis terug te keren vanwege de bedreigende militaire aanwezigheid houdt hen in troosteloze vluchtelingenkampen, vaak zonder basisvoorzieningen, moeilijk bereikbaar voor hulpverleners en onttrokken aan het oog van de wereld.

De centrale regering in Jakarta zegt het beste voor te hebben met de Papoea’s. President Yoko Widodo katapulteert Papoea de moderne tijd in met megalomane infrastructuurprojecten. Het enorme land, dat voor het grootste deel uit tropisch regenwoud bestaat, wordt in hoog tempo opengelegd door de aanleg van wegen, bruggen en vliegvelden. De Trans Papua Highway moet  Sorong, in het uiterste noordwesten, verbinden met Merauke, de havenstad in het zuidoosten van Papoea.

„Het 4500 km lange netwerk van wegen en bruggen scheurt het hart van regenwoud van Nieuw-Guinea wreed doormidden”, schreef de Australische hoogleraar tropisch natuurbehoud aan Yale University, William Laurence, in een alarmerend artikel in 2019 waarin hij pleitte voor internationale druk op Indonesië om het megaproject af te schalen. Het doel ervan is de exploitatie van de grote voorraden grondstoffen als goud, nikkel, gas, koper, olie en ertsen effectiever te maken.

De gevolgen van ontbossing

Het gigantische regenwoud, een van de laatste groene longen van de wereld, wordt gekapt om plaats te maken voor eindeloze, industriële palmolieplantages. Daarbij wordt nauwelijks rekening gehouden met de rechten en belangen van de plaatselijke gemeenschappen, die hun traditionele levenswijze en middelen van bestaan bedreigd zien.

„Het behoud van het regenwoud in Papoea is niet alleen van belang voor het klimaat en de biodiversiteit, maar het redt ook ons collectief, natuurlijk, sociale en cultureel welzijn”, zegt Sekar Banjaran Aji, een advocaat gespecialiseerd in inheemse landrechten en verdediger van de Awyu’s. De Awyu-stam voert momenteel een taaie en verbeten juridische strijd tegen de onteigening van hun voorouderlijke grond door toedoen van de provinciale regering, die concessies voor ontbossing van enorme arealen aan regenwoud verstrekt aan machtige houtkap- en palmolie-industrieën. Het vernietigt niet alleen de ongekend rijke biodiversiteit van bos en rivieren, maar het is ook een aanslag op de manier van leven van de Awyu’s. Het snijdt de wortels door met hun verleden, hun sociale verbanden, hun eigenheid en cultuur, kortom  hun bestaan zelf staat op het spel.

Leden van de Awyu- en de Moi-stam demonstreren voor het hooggerechtshof in Jakarta, in juli van dit jaar. Ze willen hun bossen, en daarmee ook hun manier van leven, beschermen tegen houtkap en activiteiten van palmoliebedrijven. beeld AFP, Yasuyoshi Chiba

De Moi-stammen uit de Vogelkop (in het noordwesten van Papoea) wacht hetzelfde lot. Er zijn concessies afgegeven voor het kappen van 90.000 hectare bos (900 vierkante kilometer). De rechtsgang is tot op heden de Awyu’s en de Moi niet gunstig gezind geweest. De Papoea’s lijken weerloos en machteloos. Hun laatste strohalm is nu een uitspraak van het hooggerechtshof in Jakarta, die binnenkort wordt verwacht.

Corruptie

Sinds 2001 kent Papoea binnen Indonesië de status van speciale autonomie. Maar de wet is omstreden.  Veel Papoealeiders willen er weer van af. Ze ervaren het als een instrument van de centrale overheid om de onafhankelijkheidsdroom vaarwel te zeggen, omdat het hun afhankelijkheid van Jakarta vergroot. De MRP, het parlement van Papoea, werd niet betrokken bij de invoering van de autonomiewet. Er werd de Papoea’s meer zeggenschap toegezegd over de natuurlijke hulpbronnen van het land. Daar is niets van terechtgekomen. Ook ontbreekt een verantwoordingsplicht over de miljarden roepia’s die bij de bestuurders op districts- en lokaal niveau terechtkomen. Corruptie en nepotisme doen het vertrouwen in het politieke systeem verdampen.

„Het 4500 km lange netwerk van wegen en bruggen scheurt het hart van regenwoud van Nieuw-Guinea wreed doormidden” - William Laurence, hoogleraar tropisch natuurbehoud

De autonomiewet leidde ook tot de verdere opdeling van Papoea in meerdere provincies en districten, elk met hun eigen bestuur, opgetuigd met een zware bureaucratische bezetting en dito nieuwe militaire commandoposten. Met de alomtegenwoordige aanwezigheid van leger en politie nemen confrontaties met de lokale bevolking in aantal en ernst toe.  De overvloedige fondsen zorgden niet voor verbetering van de gezondheidszorg en het onderwijs. In de conflictgebieden ontbreken vrijwel alle basisvoorzieningen voor de burgerbevolking. Papoea is volgens een recente rapportage van Human Rights Monitor, bijna 25 jaar na invoering van de autonomiewet, nog steeds met stip de meest achtergebleven provincie van Indonesië.

Vuur

Opvallend en nieuw is dat bij veel incidenten nu meer sprake is van horizontaal geweld –botsingen tussen Papoea’s en niet-Papoea’s, maar ook tussen Papoea’s onderling. Dit geweld wordt gevoed door materiële belangen, desinformatie en infiltratie van de inlichtingendiensten binnen gevestigde instituties als kerken en maatschappelijke organisaties. Dit wakkert het vuur voor etnische conflicten verder aan en zorgt voor groeiende sociale spanningen en discriminatie. Het meest recente en gewelddadige voorbeeld van dit patroon vond plaats in februari in Sinakma, een dorp bij Wamena, het bestuurscentrum van het binnenland. Hier kwamen elf mensen om het leven –twee migranten en negen Papoea’s–, rechtstreeks door toedoen van de veiligheidstroepen en tijdens daaropvolgende etnische botsingen. Er raakten 47 Papoea’s gewond.

De toename en verspreiding van dit geweld is onheilspellend. Het Amerikaanse Simon-Skjodt Center for the Prevention of Genocide, een onderdeel van het Holocaust Museum in Washington, liet in juli 2022 in een landenrapport over Papoea de wereld weten dat er, als er niets verandert, geweld over en weer op ongekende en onbeheersbare schaal zal uitbarsten.  De onderzoekers dringen erop aan dat er recht gedaan wordt aan de slachtoffers van het geweld endat de schuldigen verantwoording afleggen. Ook moet worden tegemoetgekomen aan de grieven van de Papoea’s en moeten buitenlandse waarnemers vrije toegang krijgen. Bovenal moeten de problemen in Papoea op vreedzame wijze worden opgelost.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer