„Juist nu nieuw conflict dichtbij is, moeten we blijven herdenken”
Een gure wind waait over de Amerikaanse militaire begraafplaats in het Luxemburgse Hamm. Twee marechaussees leggen een krans. „Juist nu moeten we blijven herdenken.”
Alonzo P. Francis, de toen dertigjarige luitenant van de Amerikaanse Militaire Politie (MP), reed op 19 december 1944 samen met zijn collega, sergeant Ernest M. Arnold (33), bij het Belgische Houffalize in een Duitse hinderlaag. De mannen zorgden kort daarvoor dat Amerikaanse versterkingen Bastogne op tijd wisten te bereiken.
Francis ligt begraven op Luxumbourg American Cemetery, waar naast de bekende generaal George S. Patton ook 5074 Amerikaanse soldaten rusten. Het lichaam van Arnold werd ter aarde besteld in zijn geboorteplaats Sparta, Illinois, in de VS. De Stichting Dienstplichtig Marechaussee uit Nederland ‘adopteerde’ dit jaar het graf van de luitenant. Na contact met een nicht van Francis werd op de sterfdag van de MP’s een krans gelegd.
Een van de oud-marechaussees op het ereveld is de 57-jarige Adri Hoek uit Hoorn. „Tijdens een studiereis afgelopen maart ontdekten we wat er gebeurd was in Houffalize en besloten we deze jongens ieder jaar te herdenken. Deze mannen waren duizenden kilometers van huis en gaven hun leven voor onze vrijheid. Dit is wel het minste dat we terug kunnen doen. Voor de nabestaanden is onze betrokkenheid eveneens belangrijk. Ook zij waren slachtoffer. Tijdens onze diensttijd was er de dreiging vanuit de Sovjet-Unie en hebben wij geholpen om een oorlog te voorkomen. Juist nu een nieuw conflict dichterbij is dan ooit, is het van groot belang om te blijven herdenken.”
„Mijn Nederlandse grootouders zaten in het Zaans verzet” - Laura Francesco, bezoeker herdenking
Tienduizenden mensen bezochten de afgelopen periode het zogenoemde Nutsweekend in Bastogne, waarbij het Ardennenoffensief wordt herdacht. Een van hen is de Nederlands-Italiaanse Laura Francesco. Met een militaire afvaardiging nam ze deel aan de “Marche du périmètre”, een historische herdenkingstocht. Ook zij wijst op het belang van herdenken. „Wie het verleden vergeet, maakt in de toekomst dezelfde fouten opnieuw. Mijn Nederlandse grootouders zaten in het Zaans verzet. Ze deden het goede, ook al kon dat hun het leven kosten. Zo ben ik ook opgevoed.”
Romantiseren
Hans van Kessel, een van de eigenaren van oorlogsmuseum Le Mess in Bastogne, waarschuwt tegen het romantiseren van de oorlog. „Oorlog is verschrikkelijk en de verdedigers van Bastogne hebben hier de gruwelijkste dingen meegemaakt. Wij moeten er alles aan doen om een nieuwe oorlog te voorkomen en daarom is het belangrijk om ook jeugd bij herdenkingen te betrekken. Laat ze de namen en leeftijden van de gesneuvelde militairen op de grafvelden maar lezen. Dan zien ze wat onze vrijheid anderen heeft gekost.”
Helen Patton, de kleindochter van de bevrijder van Bastogne, was samen met veertien veteranen eveneens aanwezig bij de plechtigheden in Bastogne. Zij vindt dat in ieder geval drie belangrijke momenten uit de Tweede Wereldoorlog nooit vergeten mogen worden: D-Day, het Ardennenoffensief en de ontdekking van de concentratiekampen. „Wat er gebeurd is moeten we opmerken, maar niet herhalen. Een van de veteranen, een soldaat van de medische dienst, was voor het eerst van zijn leven terug in dit gebied. Tijdens het offensief werd hij krijgsgevangen gemaakt. Hij bracht bij het monument op de begraafplaats in Hamm emotioneel de eregroet. Nu kan ik eindelijk rustig slapen, zei hij.”