Apeldoornse bossen eindelijk munitievrij: „Er zijn weleens wilde zwijnen de lucht in gegaan”
De bossen rond Apeldoorn zijn weer veilig en schoon. Wandelaars kunnen met een gerust hart door het natuurgebied struinen. En ook wilde zwijnen hoeven niet meer te vrezen dat ze per ongeluk op een bom stappen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevond zich in de bossen van Kroondomein Het Loo een van de grootste munitiedepots van Noordwest-Europa. De bezetter had daar op een terrein van ongeveer 300 hectare 273 verschillende munitieopslagplaatsen.
De nazi’s gebruikten niet alleen hun eigen wapensystemen, maar ook die van de vijand. De buit gemaakte of later gefabriceerde projectielen werden eveneens opgeslagen bij Apeldoorn. „Op 16 april 1945, vlak voordat de Canadezen het gebied binnentrokken, hebben de Duitsers een groot deel van de voorraad opgeblazen. Resten daarvan kwamen in de omgeving terecht”, legt adjudant Herwin Bührmann, van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie, uit.
Niet alleen Duitsers, maar ook Canadese en Nederlandse militairen bliezen de depots na de oorlog op. „Door de ontploffingen kwamen losse stuks munitie terecht in een gebied van 990 hectare”, zegt Bührmann. „Die werden vervolgens niet opgeruimd en belandden daardoor in de bodem.”
„De afgelopen 26 jaar hebben we 370 keer munitie tot ontploffing gebracht” - Herwin Bührmann, Explosieven Opruimingsdienst Defensie
Na verloop van jaren kwamen er volgens de adjudant steeds meer meldingen van munitievondsten in de bossen. „Die resten kwamen bijvoorbeeld door vorst weer aan het oppervlak.” Een verkennende zoekactie in 1996 maakte duidelijk dat het gebied bezaaid lag met oorlogsresten. „Twee jaar later zijn we in opdracht van de gemeente begonnen met het ruimen.” De geruimde munitie werd vervolgens op een veilige plek in de buurt tot ontploffing gebracht. „In de afgelopen 26 jaar hebben we dat 370 keer gedaan.”
Wilde zwijnen
Met de ruim 1,3 miljoen stuks munitie en de paar vliegtuigbommen die verspreid lagen in het natuurgebied was de kans aanwezig dat er ernstige ongelukken zouden gebeuren. „Maar dat is gelukkig nooit gebeurd”, zegt de adjudant. „Het enige wat ik heb gehoord is dat wilde zwijnen die op zoek waren naar voedsel weleens de lucht in zijn gegaan. Materiaal dat door een ontploffing is verspreid raakt door de schokgolven daarvan instabiel en kan bij het aanraken ontploffen.”
De EOD’er is al sinds de start van de munitieruiming in 1998 betrokken bij het megaproject. „De eerste vier jaar gingen we als defensie zelf aan de slag. Later bleek een gespecialiseerde aannemer efficiënter te kunnen zoeken en bergen, en waren wij alleen nog verantwoordelijk voor het onschadelijk maken van de munitie.”
Aan de techniek is in de loop der jaren weinig veranderd, vertelt de EOD’er. „Alles gebeurt handmatig. In de bossen kun je namelijk alleen met een metaaldetector zoeken.” Een beperkende factor was volgens hem de strenge milieueisen. „Takken en boomwortels mochten we op den duur niet meer beschadigen. In de praktijk bleek dat niet altijd haalbaar. Zeker niet als een stuk grond intensief vervuild was. En als je munitie laat zitten, kan dat in een waterwingebied ook het grondwater vervuilen.”
Deze vrijdag wordt in Apeldoorn de immense klus in aanwezigheid van koning Willem-Alexander feestelijk afgesloten. En ligt er dan helemaal niets meer? Bührmann: „Het opsporen en opruimen is mensenwerk en 100 procent garantie valt niet te geven. We hanteren de internationale norm van een foutpercentage onder de 1 promille. Helemaal brandschoon zijn de bossen dus nog niet, maar wel schoner dan menig ander natuurgebied in Nederland.”