Amerikaanse militaire politie onmisbaar tijdens Ardennenoffensief in 1944-1945
Een eenvoudige plaquette op een evenzo eenvoudig granieten monument in de Belgische stad Houffalize herinnert aan een vuurgevecht waarbij twee Amerikaanse politiemilitairen tijdens het Ardennenoffensief sneuvelden. Ze liepen in een Duitse hinderlaag. De militaire politie (MP) bleek tijdens de slag in december 1944 en januari 1945 onmisbaar.
Oorlogshistoricus majoor (b.d.) Johnny Bona is oud-commandant van de bekende Bastogne Barracks. Tot 2020 was het hele kazerneterrein, inclusief de gebouwen van het voormalige Amerikaanse hoofdkwartier, eigendom van het Belgische leger. Tot grote woede van militairen en historici besloot de rijksoverheid enkele jaren geleden om het terrein te splitsen en de historische gebouwen voor 1 euro aan een commerciële partij te laten.
De loodsen met daarin het ”rijdend oorlogsmaterieel” zijn nog steeds eigendom van defensie. De plek waar de Amerikaanse generaal Anthony McAuliffe zijn beroemde ”Nuts” proclameerde –zijn reactie toen het Duitse leger eiste dat de geallieerden zich zouden overgeven– is echter veranderd in een zielloze, maar prijzige toeristische attractie met voornamelijk beeldschermen en ‘praatpalen’; bombastisch Bastogne War Rooms genoemd. In kelderruimten waar McAuliffe en zijn staf verbleven, worden nagespeelde filmische fragmenten van de situatie in december 1944 getoond. De boeiende diorama’s van voor 2020 zijn verdwenen.
Bona wijst op grote historische fouten die in de nieuwe opstelling en in de scènes terug te vinden zijn. Ook gastheer sergeant-majoor Muller van Bastogne Barracks –waar zich in een tweetal loodsen tientallen knap gerestaureerde militaire (pantser)voertuigen uit de oorlog bevinden– is ontstemd over de aanpak van de commerciële buurman. Officieel mag hij er niets van vinden, maar zijn gezicht spreekt boekdelen.
Wie tot in detail alles wil weten over de gebeurtenissen rond de Battle of the Bulge, zoals de laatste grote stuiptrekking van Adolf Hitler officieel wordt genoemd, kan terecht in het 101 Airborne Museum Le Mess. Bona is een van de drie eigenaren van het museum, dat jaarlijks zo’n 17.000 bezoekers trekt en een hotspot is voor veteranen en oorlogspuristen. Wie daar intekent voor een briefing en een battlefield tour is een dag onder de pannen.
Oekraïne
Bona verklapt dat zes maanden voor de Russische aanval militaire bevelhebbers uit Oekraïne zijn museum bezochten. „Bij hen bestond het vermoeden dat de Russen dezelfde tactiek wilden toepassen als de Duitsers in december 1944. Ze vroegen alles over de strategie van de nazi’s.”
Dat de Russen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog niet verder zijn doorgestoten naar het Westen, is volgens de Belgische historicus te danken aan de aanval met atoombommen op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. De Russische leider Stalin vreesde dat de Amerikanen in dat geval de bom ook tegen hem zouden gebruiken.
De motivatie van Hitler voor zijn laatste grote offensief was vooral gunstige vredesvoorwaarden met de geallieerden te bedingen, legt Bona uit. Om halfzes in de ochtend van 16 december 1944 barst het geweld los met een artilleriebeschieting uit meer dan 2000 kanonnen. De Amerikanen worden compleet overrompeld. Door onder meer gebrek aan brandstof verloopt de opmars echter steeds trager en komt die uiteindelijk tot stilstand. De aanvallers richten zich vervolgens op het veroveren van Bastogne, waar zich grote voorraden brandstof van de geallieerden bevinden. De stad wordt omsingeld, maar bevelvoerend commandant McAuliffe weigert zich over te geven. „Nuts”, reageert hij. Op 26 december weten de eerste tanks van generaal Patton de Duitse omsingeling aan de zuidkant van de vrijwel verwoeste stad te doorbreken. Uiteindelijk zijn op 28 januari de laatste Duitse verzetshaarden in de Ardennen opgerold.
Militaire politie
Bona benadrukt dat de rol van de Amerikaanse militaire politie –officieel opgericht in september 1941– tijdens het Ardennenoffensief groter was dan vaak wordt gedacht. Toen in augustus 1944 de Red Ball Express (een aanvoerroute die vanuit Normandië naar de frontlinies liep) werd aangelegd, voerde de MP routeverkenning en -beveiliging uit om de doorvoer van vrachtwagens en voorraden op gang te houden. De politiemannen regelden het verkeer en zorgden voor een snelle doorstroming van militaire voertuigen. Verder bewaakten ze de commandoposten van de divisies, die ieder ongeveer 25 MP’s tot hun beschikking hadden.
Daarnaast had je militaire politie op legerkorpsniveau. Hun taak was onder meer het beveiligen en controleren van de toegangswegen, het aanpakken van criminaliteit onder militairen, het afvoeren van krijgsgevangenen en bescherming van het hoofdkwartier. Tijdens de Duitse aanval hebben ze niet daadwerkelijk deelgenomen aan de verdediging van de periferie rond Bastogne, maar hielden ze toezicht op de commandoposten en bewaakten ze krijgsgevangenen die de taak hadden gesneuvelde Amerikaanse militairen te begraven.
„Het was ook de militaire politie die executies moest uitvoeren”, zegt Bona. „Zo werden als Amerikaanse militairen vermomde Duitsers, onder het bevel van SS-Obersturmbannführer Scorzeny, door hen als spion doodgeschoten. SS’ers hadden zich tijdens het Ardennenoffensief eveneens als politiemilitair verkleed om geallieerde troepen de verkeerde richting uit te sturen.”
Overigens was dit legeronderdeel op verschillende andere plekken tijdens de strijd in Europa wel betrokken bij gevechtshandelingen, zoals in Remagen. Aan het eind van de oorlog kreeg het de taak van vredeshandhaver.
In de musea in en rond Bastogne is relatief weinig te vinden over de rol van de MP tijdens de slag. In de vitrines liggen hooguit een enkele helm en wat toebehoren als handboeien, pistool en houten knuppel. Daar is volgens Bona een logische verklaring voor. „Het aantal dienstdoende marechaussees was beperkt, dus is er ook weinig materiaal overgebleven.” Met als gevolg dat de liefhebber 12.000 euro moet betalen om een originele MP-helm in bezit te krijgen.
Schuttersputjes
Dat commercie verschillende historische plaatsen in bezit heeft genomen, blijkt ook bij Bois Jacques. Dat beruchte bos is een verhaal apart en bekend van de oorlogsserie Band of Brothers, het waargebeurde verhaal van Easy Compagnie van de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie. In een van de afleveringen is te zien hoe bij Duitse bombardementen en andere oorlogshandelingen in het bos tussen Bastogne en Foy verschillende mannen van Easy om het leven komen of gewond raken.
Jarenlang was het gebied vrij toegankelijk. Inmiddels is er een hekwerk met toegangspoortje geplaatst en is het alleen tegen betaling mogelijk om er een kijkje te nemen. Het is een ‘tourist trap’, om toeristen in de val te laten lopen, volgens gids Bona, omdat het daadwerkelijke terrein 100 meter verderop ligt en gratis te bezoeken is. „Wat hier gebeurt, is schandalig. Het hekwerk staat om het bos waar de Duitse troepen zich hadden ingegraven. Die schuttersputjes zijn nooit gebruikt door de Amerikanen. Je springt namelijk niet in een verlaten ”foxhole” van de vijand, omdat de kans op een boobytrap levensgroot is.”
Je springt niet in een verlaten foxhole van de vijand, omdat de kans op een boobytrap levensgroot is
Op de Amerikaanse begraafplaats in Hamm Luxemburg liggen op de Luxembourg American Cemetery 5074 Amerikaanse militairen begraven, onder wie de bekende generaal-majoor George S. Patton. De Nederlandse Stichting Dienstplicht Marechaussee (SDM) heeft daar begin maart een militaire ceremonie gehouden uit respect voor Patton. „Deze cowboy-generaal –zoals hij werd genoemd– ligt apart. Aan het hoofd van zijn troepen, zou je kunnen zeggen”, vertelt eskadronsadjudant (b.d.) Cees Lindenberg. „We hebben hem met onze groep een eerbetoon gebracht zoals we dat hebben geleerd tijdens onze opleiding. Datzelfde hebben we ook in Houffalize gedaan, bij het monument voor twee MP’s.”
Hinderlaag
Op de eenvoudige gedenksteen in Houffalize staan de namen van 1lt Alonzo P. Francis jr. en sgt. Ernest M. Arnold van 518 MP BN. In de nacht van 18 op 19 december trok zwaar militair verkeer door dit stadje. De gehele 82nd Airborne reed door de plaats, richting Werbomont in het noorden. Nadat ze de laatste Amerikaanse voertuigen door Houffalize hadden geleid, werden drie marechaussees in hun jeep in een hinderlaag gelokt door een Duitse lichte tankeenheid. Twee van hen werden gedood.
Het monument net ten zuiden van de Rue de Bastogne (N30) bevat een plaquette met daarop de namen van de gesneuvelde militairen. Sergeant Ernest Arnold ligt begraven in zijn geboorteplaats Sparta, Illinois in de VS. Hij is 33 jaar geworden. Het lichaam van de gedecoreerde eerste luitenant Alonzo Francis rust op hetzelfde ereveld als generaal Patton.
Lindenberg: „De baliemedewerker van de begraafplaats in Luxemburg vertelde ons dat er daar geen politiemilitairen lagen begraven. We kwamen er pas later achter dat dit wel het geval is. Zijn rustplaats is te vinden in sectie A, rij 8, grafnummer 14. We overwegen als SDM zijn graf te adopteren en daar ieder jaar op de dag dat hij gesneuveld is, 19 december, een krans te leggen.”
Alonzo Francis is 30 jaar geworden. Hij is tweemaal onderscheiden, met de bronze star en purple heart. Verder staat er voor hem een gedenksteen op begraafplaats D’Lo Cemetery in zijn geboorteplaats Simpson County in de Amerikaanse staat Mississippi.