EU treedt te traag op tegen lidstaten die EU-regels schenden
Het duurt nog altijd te lang voordat de Europese Commissie optreedt tegen lidstaten die EU-wetten overtreden of niet goed uitvoeren. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een dinsdag gepubliceerd rapport. Hoewel er verbeteringen zijn doorgevoerd, kunnen procedures nog steeds jaren in beslag nemen.
„Sneller ingrijpen is noodzakelijk zodat grondrechten overal in de EU gelden”, aldus Lefteris Christoforou, lid van de Europese Rekenkamer.
De Europese Rekenkamer constateert dat het regelmatig twee jaar of langer duurt voordat de Commissie actie onderneemt, zelfs bij duidelijke overtredingen. In die periode kunnen burgers en bedrijven geen aanspraak maken op hun Europese rechten.
Sommige landen negeren zelfs opgelegde boetes. Ze blijven EU-regels overtreden, ook als ze daar al jaren voor moeten betalen. De Rekenkamer noemt geen specifieke landen, maar stelt dat financiële sancties in deze gevallen niet het gewenste effect hebben. Aan Hongarije zijn al verschillende miljoenenboetes opgelegd voor het overtreden van EU-regels.
De Commissie heeft wel stappen gezet om haar werkwijze te verbeteren. Zo lost ze veel zaken op via informeel overleg met lidstaten, zonder direct naar de rechter te stappen. Maar ook deze aanpak kost gemiddeld meer dan twee jaar. De Rekenkamer vindt dat de Commissie transparanter moet zijn over haar prestaties en duidelijker moet communiceren met klagers.
Tussen 2012 en 2023 startte de Europese Commissie meer dan 9000 zogenoemde ‘inbreukprocedures’. Die worden in gang gezet als een EU-lidstaat zich niet aan de Europese regels houdt. Als laatste stap in zo’n procedure doet het Europese Hof van Justitie uitspraak, als de Europese Commissie de zaak daar aanhangig maakt.